ERVARINGEN IN WESTELIJK CANADA
Goede bekenden van ons maakten een zwerftocht op Vancouver Island en het naastgelegen kustgebied en daarna meer landinwaarts door de Rocky Mountains. Ze lieten ons meegenieten via het computerprogramma “Polar Steps”, een dagboek met stukjes tekst en prachtige foto’s. Mijn geografenhart klopte er harder van. Alle reden om er een blog aan te wijden
Getuige vele ‘campgrounds’ is het een echt toeristisch gebied. Er zijn ook veel wandelroutes, die je naar de mooiste plekjes brengen. Dat zijn vaak meren. Die kennen we hier in Europa van de Alpen, maar ook van middelgebergten als de Vogezen. Veel landschapselementen zijn tijdens de ijstijden gevormd, toen dergelijke gebieden permanent met sneeuw en ijs bedekt waren en dat was ook in Noord-Amerika het geval.
Jaren geleden kampeerden we aan het Lac de Longemer bij Gerardmer aan de Westkant van de Vogezen. We kenden het gebied niet en ik dacht aanvankelijk, dat het een stuwmeer was. We wandelden langs de oevers naar de uitgang en merkten, dat het helemaal geen stuwmeer was. Een beekje stroomde uit het meer over een harde ondergrond. In de ijstijden, was het smalle dal gevuld met een gletsjer en het ijs gewapend met stenen schuurde de dalbodem diep uit. Waar het dal zich verbreedde spreidde het ijs zich uit, de ijslaag werd dunner en de eroderende kracht naam af. Het dal werd niet meer zo diep uitgeschuurd. Toen de ijstijd voorbij was en het ijs gesmolten, vulde het diep uitgeschuurde deel zich met water en dat is nu het Lac de Longemer. Ik denk, dat veel meren daar in Canada zo gevormd zijn.
Een van die meren heet Moraine Lake. Als een gletsjer lange tijd eindigt op dezelfde plek vormt zich daar een forse eindmorene. Na het smelten van het ijs houdt die morenedam het afstromende water tegen en zo vormt zich een meer. Dat type komt ook in de Vogezen voor.
Dat is weer heel anders als het type Maar in de Eifel, ontstaan als kratermeer na een eenmalige vulkanische explosie.
We kregen op Polar Steps ook een watervalletje te zien. In gletsjerdalen zie je vaak “zwevende zijdalen”. Een gletjerdal heeft een u-vormige dwarsdoorsnede: een brede dalbodem en heel steile dalwanden. Soms zie dan een waterval ergens van bovenaan die dalwand naar beneden komen. In het verleden lag in het hoofddal een enorme gletsjer met een sterk eroderende kracht. Het hoofddal werd diep uitgeschuurd. In een zijdal lag een veel kleinere gletsjer met weinig eroderende kracht. Dat zijdal werd dus niet zo diep uitgeschuurd. En uit dat zijdal, een zwevend dal komt nu die waterval naar beneden. Als dat riviertje door een meer stroomt, bezinkt het door de rivier meegevoerde zand en grint. Een waterval benedenstrooms van een meer kan zo blijven bestaan. Zo is de Waterval van Schafhausen in de Duitse Rijn stroomafwaarts van het Bodenmeer er nog steeds. De Rijn kan de waterval niet afschuren, want het Rijnwater voert geen schurend puin mee. Dat ligt in het Bodenmeer.
15e Jaargang, Nr. 728.