Beroepstrots! Mag dat?

 


OUD-LEERLINGEN 

Mijn oudste oud-leerlingen uit het schooljaar 1954-1955 worden dit jaar 65 en krijgen AOW. Ik had toen een combinatieklas met het derde en vierde leerjaar, totaal 46 leerlingen. Het gemiddelde intelligentieniveau was er niet erg hoog. Men beweerde dat generaties van extreem alcoholmisbruik in combinatie met inteelt daarvan de oorzaken waren. Maar het feit, dat er geen hooggeschoolde werkgelegenheid was, deed de intelligentere jonge mensen naar elders vertrekken en daardoor daalde de gemiddelde intelligentie ook. Je ziet dat vaker in vertrekgebieden. Het werd bevestigd door de intelligentietesten, die bij de keuring voor de militaire dienstplicht werden afgenomen. Toch is een van onze CdK’s een afstammeling van een familie uit dit dorp. Op de kinderen van mijn toenmalige kostbaas na ben ik nooit meer een oud-leerling uit de jaren 1954-1956 tegen gekomen. 

Dat was anders bij mijn tweede school in een betere wijk van een van onze provinciale hoofdsteden. Daar heb ik enkele keren een reünie meegemaakt. Maar buiten dat kwam ik maar zelden een oud-leerling tegen. Een keer bleek een meisje geografie te hebben gestudeerd. Ik ontmoette haar op een KNAG-bijeenkomst. En in mijn laatste jaar bleek een van de leerlingen een oud-leerling te kennen, die ergens in Limburg huisarts is. Veel leuker was, dat een oud-leerling mij op Internet had gevonden en weer contact zocht, omdat hij een verhaal over zijn loopbaan in het onderwijs wilde schrijven. Hij was jaren lang rector in Noord-Brabant. 

Op die twee basisscholen heb ik in tien jaar ongeveer 350 verschillende leerlingen in de klas gehad. Op het Niels Stensen College in Utrecht zullen het er in dertig jaar naar schatting tussen de drie en vierduizend zijn geweest. Dan is de kans, dat je een oud-leerling tegen komt uiteraard groter. Het gebeurt nog steeds. Ik bezoek de Waterleidingplas in de Loosdrechtse Plassen, waar drinkwater voor Amsterdam een eerste zuivering krijgt en de voorlichter is een oud-leerling. Ik kom op een avond van de historische kring en een jonge vrouw zegt: “Dag mijnheer Jorna” en het blijkt een oud-leerling, die ik aanvankelijk maar met moeite herken. Ik werk vaak mee aan Open Monumentendag en de voorzitster van het comité is een oud leerling. Als ik dan in het kader van de Open Monumentendag een rondleiding door het dorp verzorg om de groei te laten zien, blijkt een van de deelneemsters een oud/leerling. Ik kom op het gezondheidscentrum en een medewerkster herkent mij als oud-docent van het Niels Stensen College. In hetzelfde gebouw blijkt de tandarts/plaatsvervanger een oud/leerling met wiens vader ik op de HBS zat. 

Het Niels Stensen College heeft slechts een dikke veertig jaar bestaan. Door witte vlucht liep de school leeg en na de witte leerlingen vertrokken ook de intelligentere `zwarte` leerlingen en toen bleven er te weinig kinderen over om de school voort te zetten. Door deze gebeurtenis kwam de problematiek echter wel naar buiten en kwam op de politieke agenda. Plaatselijk zijn er goede oplossingen gevonden, maar een landelijk geldende structurele oplossing voor het probleem van zwarte en witte scholen is er nog steeds niet. Ik vind dat beschamend. Is die school in die veertig jaar van betekenis geweest. Ik weet zeker van wel, omdat de school een enorme uitstraling had, bijvoorbeeld door het Project Leerplanontwikkeling Natuurkunde (PLON) en het project Proefschool Nieuwe Media. Maar ik kijk ook naar oud/leerlingen. Sommigen zijn Bekende Nederlanders (BN/ers) zoals Jos Collignon, Rita Verdonk en Marco van Basten. Er zijn twee terreinen waar ik bijzonder naar kijk, de wetenschap en de religie. Ik ben er gelukkig mee, dat veel oud/leerlingen verder zijn gegaan in de geografie. Twee daarvan zijn hoogleraar, een al jaren in de planologie en een ander in de ontwikkelingsgeografie. Enigszins verwant aan de sociale geografie is er ook een hoogleraar in de sociologie. Een ander dient de mensheid als hoogleraar microbiologie, want het onderzoek van haar vakgroep leidt tot de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. 

Toen het Niels Stensen College in 1962 werd opgericht was het nog een echte katholieke school. Gaandeweg werd dat minder en dan is het toch bijzonder als je merkt, dat oud/leerlingen theologie hebben gestudeerd en werken als buurtpastor, als gevangenispastor, in meerdere parochies als pastoraal werkster of als directeur van een onderdeel van Cordaid. Een ander werkt bij de Wilde Ganzen en een is programmamaakster bij KRO´s Kruispunt. 

Elke keer als ik oud/leerlingen tegenkom en merk, dat ze goed functioneren in de maatschappij, dan denk ik weer± Die school mag dan maar veertig jaar hebben bestaan+ hij is er niet voor niets geweest!

Jaargang 2, Nr. 21.

3 Responses to “Beroepstrots! Mag dat?”

  1. Charlotte van Leur schreef:

    Hallo mijnheer Jorna,

    Wat leuk om u hier op het internet opeens tegen te komen! Ik ben ook een oud-leerling van u, en denk nog steeds met ontzettend veel plezier terug aan mijn tijd op het NSC (VWO van 1988 – 1994). ‘Onze’ klas heeft indertijd meegewerkt aan de video over het project Proefschool Nieuwe Media, en ik heb de aardrijkskunde lessen altijd als erg interessant ervaren.

    Inmiddels ben ik getrouwd, moeder van een zoon van bijna 7 en eigenaresse van mijn eigen bedrijf, een internationaal werkend modellenbureau. Ik weet zeker dat mijn tijd op het NSC voor een groot deel medebepalend is geweest aan de persoon die ik nu ben en ik vertel mensen nog steeds met trots over mijn middelbare school.

    Ik heb uw blog gebookmarked en zal er zeker in de toekomst vaker op lezen. Erg leuk om de persoon achter mijn docent nu wat beter te leren kennen, met al zijn interesses en activiteiten.

    Hartelijke groet,
    Charlotte van Leur

  2. Sebastiaan schreef:

    Meneer Jorna,

    Dank u voor uw passie en het vermogen dingen te overbrengen. Inmiddels ben ik 43 jaar oud, maar kan u nog steeds uittekenen. Ik hoop dat er meer leraren zijn zoals u, een speurtocht in het donker in Bunnik vergeet ik niet! Geluk en gezondheid, Sebastiaan

  3. Hans Mastop schreef:

    John
    Heb vandaag Wij van de HBS gekocht en doorgebladerd. Niks over NSC dat toch in 1967 ( bestandsopname) nog als Hbs dependance van t Boni dienst deed. Een misser juist omdat de schrijvers zozeer de Mammoet “verketteren” (ik heb ook altijd beweerd blij te zijn dat ik van voor de mammoet ben). Juist in dat kader zou de casus NSC een plek in t boek verdiend hebben: een teloorgang door onderwijssleutelaars en demografische ontwikkelingen. Sjamaar heeft immers historie gemaakt. Iets voor jouw blog ????

Leave a Reply