Ik mis veel mensen

HWT WORDT TIJD DAT ER EEN VACCIN KOMT

 

Wil ik het Coronavirus overleven, dan moet ik veel contacten vermijden, want er hoeft in een wat groter gezelschap er maar één te zijn, die vaak zonder het zelf te weten mij besmet en ik overleef het waarschijnlijk niet. Dus de wekelijkse fitnes en de zondagse viering in onze H. Nicolaaskerk en familiefeestjes; ik moet ze allemaal missen. Af en toe mis ik een goed gesprek. Dat is in de loop der jaren minder geworden, want er zijn al heel wat mensen om mij heen weggevallen. Ik merk, dat het moeilijker wordt er mee om te gaan. Jonge mensen zijn bepaald niet de enigen, die behoefte hebben aan gezelschap.

Een enkele vergadering met vijf mensen kan dan wel doorgaan. Ons Diaconaal Beraad kwam toch weer bijeen en we spraken over de mogelijkheid, dat er ook in ons dorp mensen plotseling met veel minder inkomsten zijn komen te zitten. Wij zouden met onze zeer rijke Caritas zeer ernstige nood zeker kunnen lenigen in die gevallen, die niet door de overheid worden geholpen. We vragen de mensen om zulke noodgevallen attent te maken op die rijke Caritas. Veel mensen weten er niets meer van. Je hoeft ook niet katholiek te zijn om geholpen te worden. Niemand meldt zich. Zijn wij zo’n buitengewoon welvarend dorp? Lijden de mensen liever honger dan een beroep te doen op die vreselijke kerk? Maken hulpverleners mensen in nood nog attent op het bestaan van de caritas of vinden ze, dat ze “neutraal” horen te blijven en dus de mensen in nood de hulp moeten onthouden? We weten het niet. We vragen iedereen mensen in de problemen de weg te wijzen naar de caritas. Vooral mensen van hun schroom af te helpen.

We vroegen ons ook af of er mensen zijn, die de zorg ontwijken omdat ze het eigen risico niet kunnen opbrengen. Mensen met een laag inkomen ontvangen dan wel zorgtoeslag, maar als de ziektekostenverzekeraar in een keer met een rekening komt van honderden euro’s vanwege het eigen risico, dan komen de mensen in de problemen. Misschien zijn ze ook niet slim genoeg om het eigen risico te spreiden. We vragen ons af of de huisartsen voldoende attent zijn op zulke zorgmijders. Ook in zulke gevallen is de caritas bereid om bij te springen.

Als in gesprekken het onderwerp “Armoede in Nederland” aan de orde komt, merk je dat er soms uitzonderlijke opvattingen bestaan. Mensen ontkennen, dat er in Nederland echte armoede voorkomt. Als je een beetje op de hoogte bent van het werk van de buurtpastores in de stad Utrecht, dan weet je over de “multiproblem” gezinnen waar zij mee te maken krijgen. Dan is er niet alleen een laag inkomen, maar er zijn ook schulden en mensen zijn langdurig ziek of gehandicapt. Ze hebben ruzie met de buren. Ze weten de weg niet te vinden naar bemiddelaars. Contacten met de overheid verlopen moeizaam. Ze kunnen hun kinderen niet helpen bij hun schoolwerk en nu de kinderen veel thuis moesten doen, ging dat al helemaal mis. Uiteraard is er geen laptop in huis. Kent u het verschijnsel van erfelijke armoede. Generatie op generatie leeft in armoede. Het is vooral de beweging ATD-Vierde Wereld, die ons attent gemaakt heeft op dit verschijnsel. Deze mensen wonen in armoedewijken. Het verzorgingsniveau laat te wensen over. Ouders kunnen hun kinderen niet helpen bij hun schoolwerk en later bij het zoeken naar werk. Ook de kinderen krijgen op zijn hoogst het te lage minimumloon. Die komen ook weer terecht in slechte huizen in achterstandswijken. Zo gaat het maar door. ATD Vierde Wereld helpt die mensen zich te ontwikkelen, voor zich zelf op te komen, beter betaald werk te zoeken en betere huisvesting. Die mensen worden zelfbewuster. Ze leren zelf het woord te doen. Ze gaan voor het eerst van hun leven op vakantie. Ze maken contact met de rijksoverheid, met de Europese Unie en met VN-organisaties als Unicef. Heel wat van die keurige heel lieve mensen weten er niets van. De nood in onze rijke wereld gaat volkomen aan hen voorbij.

Soms wordt het nog erger. Dan komen Amerikaanse opvattingen bij ons aan de oppervlakte. Als mensen arm zijn is dat hun eigen schuld. Hadden ze maar harder moeten werken en beter hun best moeten doen. Dat armoede een maatschappelijk probleem is, veroorzaakt door de maatschappelijke ongelijkheid, dat kan men niet geloven. Dat is allemaal socialistische praat. Een fatsoenlijk mens gelooft daar niet in.

Vanmorgen had ik weer het zondagse telefoongesprek met een goede vriend en deze keer ging het hierover. Als ik de mensen wat wijzer kan maken wordt mijn leven ondanks minder face-to-face-contacten toch nog zinvoller en valt de eenzaamheid toch te verdragen.

13e Jaargang, Nr. 626.

Leave a Reply