BIJ MIJ GING DE VLAG UIT
Elk jaar gaat bij mij de Europese vlag, blauw met twaalf gouden sterren uit op 9 mei. De dag valt ongeveer samen met het eind van de Tweede Wereldoorlog. Terecht, want door de eenwording van Europa is een nieuwe oorlog onmogelijk geworden. Dit jaar was het precies zeventig jaar geleden, dat de toenmalige Franse Minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman zijn “Plan Schuman” publiceerde. Schuman stelde voor de Kolenmijnen en de IJzerertsmijnen, de Hoogovens en de Staalfabrieken en de schroothandel onder een bovennationaal gezag te plaatsen, de Hoge Autoriteit. Zo hoopte hij een toekomstige oorlog in Europa te voorkomen. Zonder staal kun je geen tanks en kanonnen maken.
Robert Schuman was afkomstig uit Elzas-Lotharingen. In 1914 was het gebied Duits. Na de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871, was het bij Duitsland gekomen. De jonge Robert vocht aan de Duitse kant. Duitsland verloor en Elzas-Lotharingen kwam weer bij Frankrijk. In 1940 vocht Robert Schuman aan de Franse kant tegen Duitsland. Zo iemand begrijpt pas goed de dwaasheid van de telkens weer oplaaiende oorlogen.
In 1952 kwam de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) tot stand. De Bondsrepubliek Duitsland, alleen West-Duitsland toen, Frankrijk, Italië, België, Nederland en Luxemburg werden lid. In Nederland heerste een zeer pro-Europese stemming en men zag een federaal Europa voor zich. Het zou nu ondenkbaar zijn, maar bij mijn eindexamen HBS-b in 1952 maakte ik voor het vak Nederlands een opstel met een van de tien titels: “De Verenigde Staten van Europa”.
In Europa wilde men verder in federale richting. Er kwamen plannen voor een Europese Politieke Gemeenschap, dus gemeenschappelijk bestuur en een Europese Defensie Gemeenschap, dus een gezamenlijk leger. Beide plannen gingen niet door. Frankrijk had zijn leger elders nodig.
Intussen liep de EGKS gesmeerd. Een belangrijke opdracht was het herstel na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog, maar vooral de herstructurering van de verouderde oude industriegebieden op basis van steenkool als Luxemburg en Elzas-Lotharingen, het Ruhrgebied in Duitsland, Wallonië en Noord-Frankrijk. De oude combinatie van het ijzererts uit Luxemburg en Lotharingen enerzijds en het Ruhrgebied met steenkool anderzijds met uitwisseling via de gekanaliseerde Moezel liep niet echt goed meer. Hoogovens, die goedkope ingevoerde steenkool en hoogwaardig ijzererts uit bijvoorbeeld Brazilië op een kustlocatie deden het uitstekend. Denk aan Duinkerken, IJmuiden en Zuid-Wales. Nu houden ze het vooral vol als ze zich specialiseren in hoogwaardige staalsoorten.
Toen bestuurlijke en militaire eenwording op niets uitliepen, besloot men om dan maar verder te gaan met economische samenwerking. Ongetwijfeld hebben de Europese multinationale ondernemingen daarbij een belangrijke rol gespeeld. Ze produceerden steeds meer op grote schaal. Dus was er ook de behoefte aan een grotere markt dan alleen de eigen nationale markt. De Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Euratom werden opgericht. Die drie gemeenschappen gingen steeds meer samenwerken. Dat kwam ook tot uiting in de naamgeving. Het werd de Europese Gemeenschappen, daarna de Europese Gemeenschap en tenslotte de Europese Unie. Het succes van die economisch samenwerking leidde tot de toetreding van steeds meer landen. Erg snel, in een aantal gevallen te snel, ging het na de ineenstorting van de Sovjet Unie na 1989, bekend met het Duitse woord “Die Wende”. De EU had 28 leden. Na de Brexit nog altijd 27.
Het belang van de Unie wordt nog steeds gemotiveerd door het succes van de samenwerking in een hogere welvaart, ook al is die te ongelijk over de Unie verdeeld. Er zijn nu ook andere redenen te noemen. De EU is niet het enige economisch blok in de wereld. Daar zijn ook de USA, China, India, Rusland, De Arabische wereld en Latijns Amerika. Al die blokken concurreren onderling, economisch en innovatief en vaak is er ook angst voor een militair overwicht. Hoe de huidige Coronacrisis gaat uitwerken op deze manier van denken weten we nog niet zoals we zoveel nog niet weten. Als we nu zien, hoe we door dit Coronavirus echt overvallen zijn, nauwelijks weten hoe te reageren, terwijl er duizenden slachtoffers vallen, zou het kunnen, dat zelfs machtspolitici gaan beseffen, dat samenwerking op wereldniveau veel belangrijker is dan onderlinge concurrentie. Maar ook in een toekomstige wereldsamenwerking kan en moet Europa een belangrijke rol spelen. Leven we in een overgangstijd naar mondiaal evenwicht, qua economische macht en samenwerking naar een duurzame wijze van leven en een vreedzame wereld? We weten het niet. Voor mij staat vast, dat de EU in het maken van de noodzakelijke keuzes een cruciale rol zal moeten en kunnen spelen. Voor mij is Europa van levensbelang.
13e Jaargang, Nr. 614.