Dorpspolitiek in Bunnik

WONINGNOOD VERSUS NATUUR

 

Het Kromme Rijngebied is rijk aan natuur. Het wordt gevormd door de driehoek Utrechtse Heuvelrug – Rijn en Lek en het Lekkanaal, de aftakking naar de Lek bij Vreeswijk van het Amsterdam-Rijnkanaal. In dit gebied verlegde de Rijn in de loop der eeuwen voortdurend zijn loop. Dalingen langs breuken in  de diepere ondergrond waren daarvan mede de oorzaak. Zo ontstond een landschap van natte kommen en hogere stroomruggen en oeverwallen langs de huidige Kromme Rijn en de Rijn en Lek. De hoger gelegen stroomruggen en oeverwallen werden al in de prehistorie bewoond. In de Romeinse tijd vormde de Rijn de grens van het Romeinse Rijk. Die grens is de limes. De kommen kregen pas bewoning na de bouw van de Rijn- en Lekdijk. Zo’n kom werd ontwaterd door een wetering, zoals de Langbroeker wetering en de Schalkwijker wetering. De bewoning vond je vooral langs die wetering en aan de randen van die kommen op oeverwallen of de Utrechtse Heuvelrug. Binnen dit betrekkelijk kleine gebied vind je dus een sterke afwisseling van landschapstypen. Want een kom kent vooral grasland en in het gebied van de Langbroekerwetering ook parkbossen bij de vele kastelen. De stroomruggen en oeverwallen hebben ook veel fruitteelt. Nog een belangrijk landschapselement is de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Stukken grasland werden onder water gezet als een vijand naderde. Op hoger gelegen plekken vind je forten. Rond zo’n fort vind je kringen, die een vrij schootsveld moeten garanderen.

Maar het Kromme Rijngebied grenst aan de stad Utrecht. Veel bedrijven en instellingen zijn er gevestigd vooral vanwege de centrale ligging met een spoorwegknooppunt en tal van autosnelwegen rondom de stad. Daardoor groeit de werkgelegenheid nog steeds. Bij de universiteit komen zo veel bedrijven, dat daar een werkgelegenheidsgroei van 15.000 mensen gaat plaatsvinden. Die moeten ook nog ergens wonen. Buurgemeenten van de stad moeten helpen met woningen te bouwen. Zo ook Bunnik. Met name bij Odijk. Westelijk van de N229 (Utrecht-Wijk bij Duurstede) kunnen honderden woningen gebouwd worden, maar binnen de dorpen zijn er ook nog zogenaamde inbreidingslocaties.

Onze lokale linkse partij Perspectief 21, meestal kortweg P21 genoemd kreeg bij de laatste verkiezingen veel stemmen en acht van de zeventien zetels omdat men verwachtte, dat zij het behoud van het mooie landschap zou behartigen. Zo was er vanmiddag een druk bezochte discussiebijeenkomst over een bouwplan in een waardevol natuurgebied, noordelijk van de Bunnikse Hoenderiklaan. Het probleem werd van alle kanten bekeken. De Raad moet er straks over beslissen, maar wordt in het voortraject nauwelijks geïnformeerd. Er wordt wel heel veel tijd in gestoken, maar de kans lijkt me groot, dat de Raad straks neen zegt en het hele plan niet doorgaat. De Raad eist al jaren, dat er in elk plan dertig procent sociale huurwoningen worden opgenomen en dan geen tweekamerappartementjes voor starters, maar echte woningen. Dan blijkt de woningcorporatie voor de gemeente Bunnik nog in het geheel niet te zijn geraadpleegd. Langs het gebied loopt een jaagpad bij de Kromme Rijn, onderdeel van een wandelroute van Utrecht naar Wijk bij Duurstede. Wandelaars uit het hele land maken er gebruik van. Zij genieten van het bijzondere landschap. Het is een betrekkelijk open landschap. Het ligt dichtbij het Fort bij Rhijnauwen en binnen de kringen rond het fort. Aan de overzijde van het riviertje zijn nevengeulen gegraven met een veelheid aan begroeiing en waterfauna. Daar vinden ook rondvaarten plaats met de pont van het Utrechts Landschap.

Zelf raadpleegde ik de nodige literatuur. Aan de zuidkant ligt een sloot, maar dat blijkt dan een restgeul van de zogenaamde Zeister Rijn. Rond het begin van onze jaartelling stroomde de toenmalige Rijn van (nu) Odijk via het landgoed Rijnwijck naar (nu) Zeist en vervolgens vandaar in Zuidwestelijke richting langs Bunnik naar Vechten. In het gebied ligt dus de oude oeverwal en er is het nodige microreliëf. Dus zijn er ook verschillen in vochtigheid en grondsoort. Dat zorgt ervoor dat er potentiële verschillen in soortenrijkdom zijn. Het grasland is niet erg intensief bewerkt. Daardoor is het rijk aan soorten planten en dus ook rijk aan dieren. Elders zorgt de intensieve landbouw voor vernietiging van soorten. Wil je de biodiversiteit beschermen, dan moet je zulke reservaten handhaven en er niet zogenaamde nieuwe natuur beginnen. Er is al natuur en je moet er dus zo weinig mogelijk aan veranderen. Een drinkpoel hier en daar of een klein bosje zou kunnen, maar het uitzicht moet blijven. Juist het uitzicht maakt het landschap aantrekkelijk voor recreatieve wandelaars en watertoeristen in hun kano’s. Het is dus een vals argument als men de woningbouw verdedigt met de belofte van nieuwe natuur. Daarmee valt de bodem onder het plan weg. Dat moeten de gemeente Bunnik, de projectontwikkelaar en de toch al welgestelde grondeigenaar goed beseffen.

Tsja, en dan was er nog de affaire van het uittreden van drie oudere P21-raadsleden, die het maar moeilijk vinden met het jonge spul samen te werken. Daar werden nauwelijks woorden aan verspild. Nu maar hopen, dat de senioren met Perspectief hun werk goed blijven doen en de gemiddeld veel jongere fractie er stevig tegen aan gaat. Maar jammer blijft het.

Jaargang 12, Nr. 597.

 

Leave a Reply