Inburgeren in Bunnik

Een zelftest: “Ben ik thuis in Bunnik?”

Elk jaar komen zo’n 300 tot 400 mensen in de gemeente Bunnik wonen. Voor sommigen is dat echt wennen, want het leven in een van de drie Bunnikse dorpen: Bunnik, Odijk en Werkhoven is anders dan in de stad. Je moet als het ware inburgeren. Je moet leren hoe het hoort in een dorp. Ruim  53 jaar geleden was mijn eerste baan in Spijk bij Lobith, daar waar Nederland ophoudt en Duitsland begint. Op een dag kom ik thuis en mijn kostbaas begint tegen mij uit te varen. Wat ik voor een verwaande kwast was, dat ik de mensen geeneens goedendag zei als ik ze op straat tegenkwam. Ik moest nog inburgeren in dat dorp.

Bijna elke gemeente heeft een gemeentegids boordevol informatie over van alles. Denk niet, dat mensen weten wat er allemaal in te vinden is. Dus maar weer een overbodig telefoontje naar de gemeente. Als burger ben je niet verplicht te stemmen. Soms hoor je mensen zeggen: “Daar heb ik geen verstand van. Ik ga niet stemmen!” Ze zijn niet ingeburgerd. Ze sturen hun kinderen niet naar een sportvereniging, want ze weten nauwelijks welke sporten er allemaal beoefend kunnen worden. Zo worden toekomstige hartpatiënten geboren.

Echt ingeburgerd zijn betekent, dat je het nodige weet over de geschiedenis, de aardrijkskunde, het verenigingsleven, de kerken en levensbeschouwelijke instellingen, het onderwijs, de politiek, de gemeentelijke verordeningen en de gedragsregels in een gemeente.

Enkele jaren geleden was de inburgeringstoets op de TV, waar buitenlanders voor moeten slagen, willen ze Nederland in mogen komen. Die was voor veel ingeboren Nederlanders te moeilijk. Maar zo kwam ik op het idee een inburgeringstoets te maken voor mensen in Bunnik. De burgemeester van Bunnik, mevrouw van Rijnbach zag er wel wat in. Ik maakte vijfentwintig vierkeuzevragen. Samen met vijf vragen van de gemeente en vijftien van mij was de Bunnikse inburgeringstoets geboren. Het AD schreef erover. De Utrechtse Campusradio en Slotstad Radio voor Zeist en Bunnik schonken er aandacht aan. Zelfs Man bijt Hond van de NCRV informeerde. Gisterenavond, 3 april maakten raadsleden, fractieassistenten en journalisten, wat we nu noemen de zelftest “Ben ik thuis in Bunnik?” De resultaten vielen mij wat tegen, maar we hopen, dat veel Bunnikers de test gaan maken en er dan veel van leren en meer belangstelling krijgen voor hun woonomgeving. Zo zal het, hopen we, leiden tot meer sociale cohesie en tot meer waardering voor hun omgeving, wat daar is veel om zuinig op te zijn. De test is te vinden op de site van de gemeente Bunnik: www.bunnik.nl . Veel succes en ik hoor graag over andere gemeenten, die dit idee overnemen.

Tags:

One Response to “Inburgeren in Bunnik”

  1. P. Verberne schreef:

    John Jorna schrijft: “Waarom wordt een gehele bevolkingsgroep uitgesloten van een ambt op grond van hun religieuze overtuiging?” (Volkskrant 21 april).

    Als je niet wilt schoffelen moet je niet bij de plantsoenendienst solliciteren. In de wet is beschreven wat de taken zijn van een ambtenaar van de burgerlijke stand. Als die taken niet aanstaan moet je het ambt niet ambiëren. Overigens kan begrip worden opgebracht voor ambtenaren die aangesteld werden toen het homo-huwelijk nog niet bestond.

    P. Verberne
    Chopinlaan 19
    9603 AM Hoogezand
    verberne.peter@planet.nl
    Tel.: 0598-327777

Leave a Reply