Vakantie op Schouwen Duiveland

ER VERANDERT HEEL WAT IN 52 JAAR

We hadden net twee peutertjes van drie en bijna twee jaar, toen we in 1966 voor het eerst op Schouwen Duiveland waren. We hadden een vrij nieuwe bungalow gehuurd aan de Strandweg in Nieuw Haamstede. Met de bolderkar trokken we elke dag naar het toen nog heel brede strand. Ergens dichtbij in dat wijkje bij de vuurtoren was een kleine winkel, war we ons eten en drinken konden kopen. De auto hadden we gehuurd, want we wilden eerst ons huis kopen, waar we nog steeds in wonen, al hebben we wel ingrijpend aangebouwd en verbouwd. We hadden er een geweldige vakantie. De reis er naartoe ging nog via het Hellegatsplein en de Grevelingendam. Nu over de Haringvlietdam en de Brouwersdam.

Daarna waren we nog vaak op Schouwen Duiveland voor kortere of langere vakanties en daarnaast voor de jaarlijkse dagexcursie met de derde klassen. Een keer waren we er tegelijk met de koningin, die daar op werkbezoek was. Een pracht ervaring was ook het bezoek aan de Neeltje Jans. Ik geloof, dat we er toen nog met een Baileybrug naar toe moesten. Iemand zei tegen me: Mag ik u wat vragen. Ik volg een cursus portrettekenen bij Teleac.” Ik zei: “Meneer, u hebt het goed gezien. Ik sta in het hoofdstuk karikaturen”. Hij had me heel vaak getekend.

Maar wat verandert er veel in een mensenleven. In 1966 waren de bomen in het lagere deel allemaal nog jong van na de Deltaramp. Dat valt nu niet meer op. De grote dammen aan de zeekant waren nog niet klaar. Het toerisme was nog betrekkelijk beperkt. Buitenlanders en dan vooral de Duitsers vielen nog helemaal niet op. Nu was het al in het voorseizoen erg druk en ook met buitenlanders. Onze Oostenrijkse buren gebruikten hun huisje op het bungalowpark als uitvalsbasis voor bezoeken aan Middelburg, Den Haag, Delft, Rotterdam, Antwerpen en Brussel. Ze waren diep onder de indruk van hun bezoek aan het Watersnoodmuseum bij Ouwerkerk. Duinen strand interesseerden hen niet zo. Wat mij ook opviel was, dat de kwaliteit van de accommodaties en de toeristische infrastructuur enorm verbeterd is. Betaald parkeren, fietspaden, wandelroutes, ruiterpaden, BMX paadjes, strandtoegangen, restaurants: het zag er allemaal prima uit. Het mooist zie je dat bij Renesse. De jongeren van nu gaan naar Spaanse badplaatsen als Lloret del Mar. Vroeger gingen ze naar Renesse. De jongeren van toen zijn nu ouder geworden, verdienen goed en toch trekken ze graag naar Renesse. Bij de strandovergang zagen we een gloednieuw en zeer luxe hotel.

Op 20 juni 2010 schreef ik over ons bezoek aan het Watersnoodmuseum bij Ouwerkerk. Het is in het binnenste van vier reusachtige caissons gevestigd, die gebruikt werden bij het dichten van het stroomgat. Acht jaar geleden was ik al erg onder de indruk. Nu kende ik het nauwelijks meer terug. Het geeft nog veel beter een beeld van de ramp en schenkt ook aandacht aan de toekomst. Wat me opviel waren oude filmbeelden van het bioscoopjournaal, een uitstekend computermodel van de ramp, gemaakt door het KNMI, waarop je de dichtbij elkaar liggende isobaren ziet. Die wijzen op een hoge windsnelheid. Het wisselend waterpeil wordt in kleur aangegeven. Dan is er een afdeling over alle huizen, die met name door Zweden en Noorwegen zijn geschonken. We zagen ze in Ouwerkerk nog steeds. Bijzonder is een rondom-projectie van het water dat komt. Een indringende waarschuwing voor de stijgende zeespiegel.

We maakten ook een boottocht over de Oosterschelde met het Motorschip De Onrust. Het schip is eigendom van twee robuuste vrouwen, die aan boord hard meewerken om bijvoorbeeld iedereen van uitstekende koffie te voorzien. De toelichting over wat er allemaal onderweg te zien is beviel me. Goed gedoseerd en steeds op de goede momenten. We zagen zeehonden, een lepelaar. aalscholvers en bruinvissen. Het bezoek aan het overstromingsgebied bij de Schelphoek maakte de mensen stil. Wat een enorme opening in de dijk. Twee keer per dag stroomde daar het water binnen en bij eb weer terug naar zee. En wat een oppervlakte aan water, waar eerst land was. En toch wordt er voedsel geproduceerd. Er is een zeewier “boerderij” gevestigd. Het grappige was, dat we twee dagen later bij ons afscheidsdiner iets groens bij de zalmcarpaccio kregen. Tsja, dat was dus zeewier. Alle soorten zeewier zijn eetbaar. En het smaakt heerlijk.

Tot slot. We hadden onze fietsen thuis gelaten. We hebben veel gewandeld. Nu ontdekten we vlak bij ons verblijf prachtige stukjes natuur. Duinen en duinmeertjes, moerasjes, bijzondere planten. Ik ruik nog de geur van de duinroosjes.

Jaargang 11, Nr. 517.

Leave a Reply