De Rijn komt bij Spijk in ons land. en stroomt niet langs Lobith

HERINNERINGEN AAN EEN MOOI STUK NEDERLAND

De bijlage “Zomertijd” van het dagblad Trouw verraste mij met een boeiend stuk over het stuk mooi Nederland tussen de Elterberg en de Rijn. Daar ligt het dorp Spijk, waar ik twee en een kwart jaar werkte. Dat was van 1 juni 1954 tot 1 september 1956. Maar mijn herinneringen gaan verder terug. In 1951 was ik verkenner bij de Sint Maartengroep in Arnhem. Ons zomerkamp was op de Elterberg in een boomgaard bij de kerk. Ik gaf als Patrouilleleider leiding aan het opzetten van de tent en het pionieren van de keuken. Daarna ging ik weer naar huis, want ik was samen met Louis S. uitverkoren om de groep te vertegenwoordigen op de wereldjamboree in Bad Ischl in Oostenrijk. Een lange trein met honderden boy scouts vertrok van het NS station Arnhem. Toen we onder de Elterberg langs reden stonden mijn medeverkenners langs de lijn ons uit te zwaaien. In latere jaren ben ik nog vaker per trein langs de Elterberg gereden en misschien nog vaker over de A12/E35.

Later kwam ik te werken op de Sint Willibrordusschool in Spijk. Op 31 mei 1954 slaagde ik als onderwijzer. Ik kreeg één dag verlof om bij te komen. Op 2 juni stond ik voor de klas, een twee-driecombinatie met in de dertig leerlingen. Na de zomervakantie kreeg ik een drie-viercombinatie met 46 leerlingen en dat ging in het volgend schooljaar zo door. Op woensdagmiddag vertrok ik per fiets naar de hoofdaktecursus in Arnhem. Door de week was ik in de kost bij Mientje en Hent Van Meegen. Ze hadden een smederij, verkochten en repareerden fietsen, maar leverden ook wasmachines en de eerste Tv’s. Het huis is er niet meer, maar het stond tegen de Rijndijk aan op de hoek van de Kerkstraat. In het weekend was ik thuis in Arnhem. De route naar Arnhem ging via Elten, Babberich, Zevenaar, Duiven en Westervoort. Het was een internationale verbinding naar het Ruhrgebied. Tussen Spijk en Elten en tussen Elten en Babberich waren geen fietspaden. Vaak fietste ik er terwijl het nog donker was. Elten was toen tijdelijk Nederlands. De grens lag wat oostelijker. De weg langs de grens werd door de bevolking de “Neutrale weg” genoemd, omdat hij op de grens lag en ligt. Bij de spoorwegovergang in Elten stond een molen zonder wieken. Daar woonde een collega.

Vrijwel altijd fietste ik de route Arnhem-Spijk v.v. Maar in twee gevallen was dat niet mogelijk. In de winter van 55-56 vroor het zo erg, -20o Celsius, dat ik niet durfde fietsen. Toen ben ik maar met de bus gegaan. We verdienden toen zo weinig, dat aanschaf van een auto volstrekt onmogelijk was. De tweede keer was toen de Spijkse Overlaat in werking trad. Een stukje Rijndijk dichtbij Tolkamer was wat lager en lag op 15 M +NAP. Het water in de Rijn had de stand 16 M + NAP. Het water stroomde dan ten dele door de Oude Rijn langs Babberich, Oud-Zevenaar en Ooy naar de huidige stroomgeul. Af en toe overweegt men dit weer mogelijk te maken. Men verwacht immers veel hogere afvoeren. De rondvaartboot Arnhem-Westerbouwing kwam mensen bij de dijk in Spijk afhalen en bracht ze naar Tolkamer, waar de bus stond te wachten. Ik had een week vrij en kon dat goed gebruiken om voor de Hoofdakte te studeren.

Nog een aardige herinnering aan de Elterberg was de limonadestop tijdens een schoolreisje met de tweede klas van mijn Arnhemse school. Van Elten liepen we dan door het bos naar Stokkum, waar de bus ons weer stond op te wachten. De Autobahn was er nog niet. De kinderen vonden die tocht door het bos heel spannend.

In 1998 hadden we bijna het hele Pieterpad van Noord naar Zuid gelopen. Het stuk van Doetinchem naar Groesbeek ontbrak nog. De eerste etappe ging van Doetinchem naar Hoog-Elten. We hadden wegens jaren lang politiek werk nog een cadeautje te goed, een nacht in een hotel met diner vooraf. Ik had dat Kurhotel Hoch Elten zo vaak gezien. Nu gingen we daar dat nachtje doorbrengen. Het was inderdaad bijzonder. De volgende dag ging de route door Spijk langs mijn vroegere schooltje, maar nu wel met een kleutergroep en verder door Tolkamer en de Bijland naar het pontje naar Millingen. Dagje nostalgie.

Tsja, opa vertelt. Hij zou nog veel meer kunnen vertellen, maar we zitten al boven de 700 woorden. Stoppen dus.

Jaargang 10, Nr. 474.

Leave a Reply