Elite is een scheldwoord geworden

OM WELKE ELITE GAAT HET DAN?

Een elite is een betrekkelijk kleine uitgelezen groep van mensen, die ergens in uitblinken. Zo kun je de Olympische ploeg naar Rio de Janeiro als de sportieve Nederlandse elite zien. Zo is het Concertgebouworkest een onderdeel van de Nederlandse culturele elite. Kennelijk gaat het om een heel andere elite, die de boosheid van veel mensen wekt. Daarover straks meer. Als je ergens heel goed in bent dan vinden we in Nederland, dat je je daarniet op moet laten voorstaan. Dan mopperen we over elitair gedrag. Je hoort je bescheiden op te stellen. Bescheidenheid siert de mens. De meeste mensen uit een elite houden ook niet van dik doen. Ze willen liever niet te veel opvallen. Het zijn vaak hun bewonderaars, die een overdreven beeld van hun idolen schetsen. Anderzijds moet je met je sportieve prestaties of met je muzikale optredens wel een inkomen vergaren. Daar zit publiciteit aan vast. En je moet grif handtekeningen uitdelen of poseren met je fan voor een selfie.

Die sportieve elite en culturele elite en wetenschappelijke elite wekken meestal niet onze ergernis. We bewonderen een olympische gouden medaillewinnaar of de jonge musicus, die een concours wint of onze Nederlandse Nobelprijswinnaar. We zijn als Nederlanders trots op die mensen. Waar zit hem dan wel de pijn?

We constateren, dat er in Nederland sprake is van een tweedeling: De elite en het volk. De elite bewoont een duur huis, rijdt een dikke auto, is hoog geschoold en heeft dus een goed betaalde baan, gaat een paarkeer per jaar op vakantie, bezit ook nog een huis in een buitenland en organiseert regelmatig grote diners of kostbare feesten. Wie het breed heeft laat het breed hangen. Met dat al heeft de elite ook economische macht. Als eigenaar van een grote onderneming bepaalt hij (of zij) het sociale beleid. Er zijn ondernemers, die het belang van hun werknemers centraal stellen. Dan zie je meestal, dat het personeel er alles aan doet om de firma goed te laten draaien. We weten, maar al te goed, dat het ook voorkomt, dat er mensen omwille van de winstgevendheid worden ontslagen. Robots, die nooit ziek worden, nemen hun werk over. Het zorgt voor grote economische onzekerheid. Het geeft angst om de toekomst en de elite krijgt de schuld. Wat klopt er niet in deze analyse?

Ten eerste leven wij in een vrije markteconomie. Er is concurrentie tussen ondernemingen in binnen- en buitenland. Die concurrentie dwingt bedrijven tot kostenbesparing en dat kan banenverlies opleveren. Ten tweede moeten bedrijven reageren op veranderingen. Denk aan winkels, die steeds meer de concurrentie voelen van onlineverkoop. Ten derde raken producten buiten gebruik. We hebben geen kolenhaarden meer in de huiskamer, dus zijn de mijnwerkers in Limburg en de haardenmakers in de Achterhoek hun banen verloren. Eerder is dat gebeurd met de turfstekers. Nu gaat Shell windmolens bouwen en loopt de werkgelegenheid in de oliewinning terug. De aandeelhouders eisten die verandering.

Zo komen we bij de elite, die op wereldschaal de macht over de economie heeft. Zij bepalen het beleid van de grote ondernemingen, kunnen de aandelenkoersen manipuleren, kunnen regeringen dwingen de winstbelasting laag te houden door te dreigen de productie te verplaatsen en met een muisklik verplaatsen ze in een seconde miljarden van het ene land naar het andere. Politici kunnen hun macht slechts via grote organisaties onder controle brengen. Naar mijn mening is de Brexit te verklaren uit de vrees, dat de EU bijvoorbeeld de winstbelasting aan een minimum zou kunnen binden en zou kunnen bepalen, dat die belasting betaald moet worden in het land, waar de winst gemaakt is en niet in een of ander belastingparadijs. Er zijn politici, die zich in naam tegen de elite afzetten en intussen tegen de EU ageren, die alleen macht genoeg heeft om die wereldelite onder de duim te houden.

Ene Geert W. geeft de buitenlanders de schuld van de werkloosheid en zo houdt hij de werkelijke veroorzakers daarvan uit de wind. Geert W. is een knechtje van het kapitaal ondanks de sociale politiek van de PVV.

Hoe zit het met die eerder beschreven grachtengordelelite? De meesten van hen zijn uitvoerders van een beleid, waarop ze zelf geen invloed kunnen uitoefenen. Als ze hun bedrijf winstgevend houden krijgen ze daar goed voor betaald.

Jaargang 9, Nr. 444.

Leave a Reply