Middagje Arnhem

HOOGTEPUNTEN VAN ARCHITECTUUR

Ik heb in mijn leven heel wat keren gebruik gemaakt van het Arnhemse station en in minstens drie gedaanten. Een enkele keer nog als kind voor de verwoesting tijdens de Tweede Wereldoorlog en talloze malen van de toch wat simpele opvolger, die tussen alle hoge gebouwen rondom moeite had op te vallen. Maar na vele jaren narigheid met trappen bestijgen en weer afdalen en omwegen en je weg zoeken naar de bushaltes is er nu een prachtig geheel, een echt OVknooppunt tot stand gekomen. De route naar de busterminal onder kantoorgebouwen ligt mooi in het verlengde van de brede reizigerstunnel. Alleen voor de trolleybussen moet je naar het Stationsplein. Er is daaronder een grote parkeergarage, zodat de slimme automobilist van huis naar station en verder per trein het hele land door kan reizen en intussen in de trein ook nog kan werken. Zo is reizen geen verloren tijd. Ook vallen de vele kantoren rond het nieuwe Arnhem Centraal op. Werknemers en cliënten kunnen per bus of trein die kantoren gemakkelijk bereiken en er is ruimte voor fietsen te over. De fietsenrommel zoals in Utrecht ontbreekt hier geheel.

Het bijzondere van de locatie is, dat het terrein hier naar het Noorden omhoog loopt. Voor de verbreding met meer sporen moest dus grond worden weggegraven en moest een nog hogere keermuur worden gebouwd. Als je aan de Sonsbeekzijde uitstapt kijk je over het hele station heen. Als je aan de Stadszijde naar het station gaat, loopt het plein een beetje omhoog en in de stationshal zit je dan al meteen op het niveau van de reizigerstunnel. De overkapping van de perrons is hier bijzonder fraai uitgevoerd: licht golvend en met veel glas. De trappen naar de tunnel zijn zeer breed en door het glazen dak ook goed verlicht. Omhoog zijn er roltrappen. De perrons zijn zo lang, dat ook de langste internationale treinen er voldoende ruimte vinden.

Maar het meest bijzonder is de hal. Heel veel glas met ronde en gebogen vormen en overal die doorkijkjes. Bij elke stap, die je zet veranderen de vormen. Die hele gebogen dakconstructie wordt ondersteund door een enorme zuil met vreemde vormen als van een reusachtige oerwoudboom. Er zijn allerlei niveaus en bij elk niveau krijg je weer een andere kijk op het geheel. De hal is dus het meest bijzonder. Hoe kijk je van buiten tegen het station aan? Ik vermoed, dat het zich ’s avonds mooier aftekent door de ruim verlichte hal tegen de donkere achtergrond van de hogere omliggende gebouwen. Ik was er overdag en voor mij viel het gebouw wat weg. Het is het niet opvallend present op het plein. Zou kleur daarbij helpen? Of een gekleurde rand. Fotoshoppers moeten het maar eens proberen.

Ik was diezelfde middag ook bij het Cultureel Centrum Rozet in de Westelijke binnenstad van Arnhem, dus niet ver van het station. Het is eveneens een heel bijzonder gebouw en ook in de prijzen gevallen. Daarover toch maar een volgende keer.

Jaargang 9, Nr. 428.

Leave a Reply