DE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WETENSCHAPPER
Eens waren er kritische wetenschappers, die zich afvroegen of je als wetenschapper niet kritisch moest staan tegenover je werk. Je hoorde je af te vragen wat de consequenties van je werk zouden kunnen zijn. Ik denk, dat het meest bekende voorbeeld de vraag is naar de morele verantwoordelijkheid van de geleerden, die aan de ontwikkeling van de atoombom werkten. Zouden zij achteraf niet in gewetensnood zijn geraakt toen zij kennis namen van de gevolgen van de bommen op Hiroshima en Nagasaki? Vaak wordt er dan op gewezen, dat de atoombommen tot een sneller einde van de Tweede Wereldoorlog hebben geleid en zo ook tot minder slachtoffers.
Spelen ethische vragen ook bij de sociale wetenschappen? Horen sociale wetenschappers niet alleen onderzoek te doen, maar ook te onderzoeken in hoeverre mensen worden benadeeld? Worden thema’s juist niet onderzocht omdat dan al die negatieve gevolgen openbaar worden? De rijksoverheid vindt dat onaangenaam en de onderzoeker vreest straks geen budget te krijgen? In een vorig blog noemde ik het hoge percentage mislukte huwelijken een probleem. Ik wees vooral op het leed. Kinderen doen een beroep op hulp van psychologen of pedagogen. De gescheiden vrouw met nog jonge kinderen wordt soms enkele jaren afhankelijk van de bijstand. Komt er geen nieuwe partner, dan betekent het een grote beroep op de woningvoorraad en dan meestal een sociale huurwoning. Het is een van de oorzaken van het tekort. Een hoog aantal echtscheidingen brengt dus maatschappelijke kosten met zich mee. Toen ik googelde op de vraag “aantal gescheiden vrouwen in de bijstand” kreeg ik NUL hits. Misschien moet je een abonnement op CBS-publicaties hebben om een antwoord te vinden. Wel werd me duidelijk, dat er flink meer vrouwen in de bijstand zitten dan mannen.
Ik was ook nieuwsgierig naar het jaarlijkse aantal doden door fijnstof. In de hele wereld zijn het er 7 miljoen en omgerekend naar Nederland met meer fijnstof maar ook een betere gezondheidszorg zouden dat er 17.000 zijn. Het Longfonds publiceert daarover van tijd tot tijd. Ik vermoed, dat weinig automobilisten lustig toerend door Nederland zich realiseren, dat ze bijdragen aan dat aantal doden. Als ze wel over de kennis beschikken zullen ze er dan een kilometer minder om rijden of minder hard? Dat zou een mooi onderzoek kunnen opleveren voor bijvoorbeeld psychologen.
Maar vaak zijn het juist de media of de politiek, die dit soort zaken aan de orde stellen. Dat valt toe te juichen. Onderzoeksjournalisten leggen heel wat misstanden bloot. Naar mijn oordeel ligt daar ook een taak voor de wetenschap. Misstanden bloot leggen en het oordeel overlaten aan het publiek. De maatschappij in staat stellen te reageren en te werken aan verbetering van de situatie. Daarbij kunnen wetenschappers ook een rol spelen.
Opnieuw vraag ik mij af of de seculiere mens terug schrikt voor het oordelen over goed en kwaad. Het lijkt mij, dat iedereen de aloude stelregel onderschrijft: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Laten we elkaar eerlijk zeggen of we iets verkeerd vinden. Dat lijkt mij bepaald niet onwetenschappelijk. Het hoort bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid van iedere burger of hij nu wetenschapper is of niet.
Jaargang 9, Nr. 421.