WEINIG INSPIREREND STUK
Kardinaal Wim Eijk heeft zijn visie op de nabije toekomst van de Kerk in Nederland over ons uitgestort en we zijn er niet blij mee. Hij voorziet een sterk krimpende kudde en het sluiten van vele kerken. Hij ziet de “Oplossing” in het vormen van regionale parochies met maar één kerk en één priester, geholpen door onbezoldigde diakens en actieve leken. Zij allen samen moeten dan een netwerk vormen in hun regio in de wijken of dorpen de vereenzaamde katholieken bezoeken en hen eventueel mee laten liften naar die ene centrale kerk om daar de Eucharistie te vieren. Dan denkt hij dat het nog zal werken ook.
De narigheid van de in aantal leden krimpende geloofsgemeenschappen vertoont overeenkomsten met de al langer bekende kleine kernenproblematiek. Net als in die kleine kernen zie je in de geloofsgemeenschappen het verzet tegen kerksluiting opbloeien. Ook in veel kleine kernen neemt men geen genoegen met het verlies van voorzieningen en de krimp van het inwonertal. Als de supermarkt dreigt te sluiten komt er een door vrijwilligers gerunde dorpswinkel. Als er voor het dorpscafé geen nieuwe exploitant te vinden is en de laatste ontmoetingsplek dreigt te verdwijnen komt er een Cultuurhuis of Dorpshuis, dat geheel op vrijwilligers draait, zoals steeds meer buurthuizen in de grote steden. Zonder Dorpshuis of Buurthuis zijn dorpsfeesten of een biljartclub, een klaverjastoernooi of toneelclub of tieneravond onmogelijk. Een levend dorp vraagt een ontmoetingsplek. Tot voor tien, twintig jaar draaiden de buurthuizen op beroepskrachten. Toen ze dreigden te worden weg bezuinigd nam de buurt het over. Het is verbazingwekkend hoeveel kracht en initiatief er in zo’n buurt zit. Het zijn heel gewone mensen waar zo’n buurthuis op draait. Zij voelen zich verantwoordelijk. Ze maken hun verantwoordelijkheid waar. Zo blijft er leven in de buurt of het dorp.
Kardinaal Eijk denkt, dat er zonder Eucharistie geen leven is. Het beperkt aantal priesters bepaalt dan het aantal kerken, dat open blijft. Ik moest denken aan een verhaal, dat mijn broer, missionaris in Congo vertelde. Vanuit zijn missiestatie bezocht hij een dorp waar meer dan twee jaar geen priester meer op bezoek was geweest. Toch was de gemeenschap in leven gebleven onder leiding van een catechist, een enigszins geschoolde leek. Mijn broer moest wel wat achterstallig onderhoud plegen: huwelijken inzegenen, eerste H. Communie toedienen, kindjes dopen en ga maar door. Maar een gemeenschap kan blijven leven zonder voortdurende aanwezigheid van een priester. Dat staat ver weg van het denken van Kardinaal Eijk.
Mijn eigen geloofsgemeenschap in Odijk is een mooi voorbeeld. De mensen voelen zich verantwoordelijk voor hun gemeenschap en houden alles draaiende. Dat hangt ook samen met de geschiedenis van de dit jaar vijftig jaar bestaande kerk. In 1939 kreeg Bunnik een nieuwe kerk. Odijk was klein, had geen eigen kerk en hoorde bij Bunnik. De nieuwe kerk lag een kilometer verder van Odijk. Nog verder lopen op je klompen. Na de oorlog kwam er in 1946 een comité tot oprichting van een eigen kerk in Odijk. De dwaasheid van mensen, die geloven in een idee. Het bisdom was tegen. De pastoor was (vanwege het geld) tegen. Maar men ging door. De suburbanisatie vanaf 1959 bracht redding. In 1964 had Odijk een eigen kerk. Symbool van gemeenschapszin. Voor Odijk is de kern van het samen kerk zijn de gemeenschap, het er zijn voor elkaar en voor elkaar opkomen. Doen zoals Jezus van Nazareth heeft gedaan. De Eucharistie is dan ook het teken van die gemeenschap met elkaar en met Jezus, die te midden van ons is.
Als Kardinaal Eijk echt gelovig vertrouwen heeft in mensen, in hun verantwoordelijkheidsgevoel in hun kracht en in de genade van de Heer, dan kan hij van deze beschouwingen veel leren. De bisschop van Poitiers, Mgr. Albert Rouet (zie Column van de week 9 augustus 2013) heeft dat vertrouwen wel. Hij begreep, dat het sluiten van dorpskerken betekende, dat het dorp van zijn ziel beroofd werd. Hij wil geen kerken sluiten en maakte een klein gekozen bestuur verantwoordelijk voor die plaatselijke geloofsgemeenschap. De pastoor bleef op afstand. Het blijkt een succes. Uiteraard weet Kardinaal Eijk heel goed hoe succesvol het beleid van zijn collega bisschop is. De vraag is of kardinaal Eijk kan ontsnappen uit zijn dogmatisch denken en zijn geloof in mensen en in Gods genade kan hervinden.
Jaargang 7, Nr 340.