Avontuur in Turkije 3

EEN RIJK HISTORISCH VERLEDEN

Na Troje volgde een busreis door een vaak bebost bergland tot we eindelijk aan de kust van de Middellandse Zee kwamen. We moesten helemaal om de Baai van Edremit heen, een erg toeristisch gebied. Het was wat heiig, zodat we het eiland Lesbos, dat voor de baai ligt, niet konden zien. We overnachtten in Ayvalik. Pas de volgende morgen zagen we hoe prachtig het uitzicht is.

Bij het huidige Bergama liggen de ruïnes van de Akropolis                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   van Pergamon hoog boven de stad. De stad heeft vroeger een ongekende bloei gekend. We zien de resten van een bibliotheek, een amfitheater en een Zeusaltaar. Vanaf deze locatie heb je een prachtig uitzicht op de moderne stad. Daar komen we bij de overblijfselen van het Asklepion, de resten van wat vroeger een enorm groot hospitaal is geweest. Hier komt het esculaap teken van de artsen vandaan. Hier werden toen al bijzondere geneeswijzen toegepast. Er is bijvoorbeeld een niet zo groot amfitheater, want als je de mensen vermaakt gaan ze zich beter voelen en daardoor versnelt het genezingsproces. Er was ook een soort onderaardse gang, waar mensen bevrijd werden van ziekten veroorzakers. We overnachtten daarna in Kușadasi aan de kust ter hoogte van het eiland Samos.

De volgende dag ging het naar het historische Efese. Het is vroeger een belangrijke havenstad geweest. De welvaart straalt er nog van af. Maar de haven verzandde door slib van een nabijgelegen rivier. Efese werd een dode stad. De ruïnes beslaan een enorm oppervlak. Je doet er twee en een half uur over en onderweg zijn geen toiletten. Daar moet je wel rekening mee houden. We zagen onder andere een gerechtsgebouw, een winkelstraat, gerestaureerde villa’s, een prachtige bibliotheek en een reusachtig amfitheater. De Havenstraat is zeer indrukwekkend. In zo’n stad komen mensen van alle windstreken, ook Paulus, die een brief schreef aan de jonge christengemeente. Volgens de overlevering woonden Maria de moeder van Jezus en Zijn leerling Johannes in de buurt van Efese. Er valt nog een huisje te bezichtigen, waar ze gewoond zouden hebben. Toch merkwaardig, dat er in Jeruzalem een graf van Maria is en een Dormitiokerk, die herinnert aan het ontslapen van Maria. Tenslotte leert de Rooms-katholieke Kerk, dat Maria ten hemel is opgenomen. Een mooi idee, dat we met een gerust hart kunnen koesteren. De apostel en evangelist Johannes is kennelijk wel in de omgeving van Efese overleden. In Selçuk zagen we te midden van de restanten van de zesde-eeuwse Johannesbasiliek het graf van de apostel Johannes. Even buiten Celçuk genoten we een heerlijke lunch in een tuinrestaurant. Vervolgens was er weer een lange busrit het binnenland in naar een landelijk gelegen hotel bij Pamukkale.

De volgende dag bezochten we eerst de overblijfselen van de oude stad Hiërapolis en dan vooral de uitgestrekte begraafplaats of necropolis. Veel sarcofagen zijn opengebroken. Er viel kennelijk veel te halen. De stad was heel welvarend en dat is ook te zien aan de praalgraven. Ongemerkt kwamen we bij de travertijnterrassen. Er zijn heetwaterbronnen. In de ondergrond lost kalk op in het warme water en aan de oppervlakte verdampt het water en slaat de kalk neer. Zo krijg je uitgestrekte witte terrassen van die travertijn. Het lijken wel sneeuwvelden. Mensen baden net als in de oudheid in het warme water. Daarna wachtte ons een lange tocht naar het aan de zuidkust gelegen Antalya. Hier maakten we voor het eerst kennis met de demonstraties tegen het autoritaire beleid van premier Erdogan. Bij het standbeeld van Ataturk, de stichter van de seculiere Turkse staat betoogde een kleine menigte. De bus moest een kleine omweg maken. Ons klassieke hotel staat in de binnenstad, onbereikbaar voor een grote toeristenbus. We moesten een stuk lopen en met kleine bestelbussen werd de bagage opgehaald. We aten ook niet in het hotel maar in het er naast gelegen restaurant. Als je echt bij de haven wilt komen, moet je heel wat trappen af en vervolgens weer op. Het is er heel rustiek. Intussen hoorden we de geluiden van de demonstratie, die al uren aan de gang was. Actie, actie! En een claxonconcert. Het klonk allemaal wat nostalgisch.

De volgende morgen werd het weer terug lopen naar de bus, maar nu berg op. Dat viel me wat tegen. Eerst brachten we een bezoek aan Perge. Opvallend was, dat hier het harde graniet als bouwmateriaal werd gebruikt. We zagen een indrukwekkende hellenistische poort en konden ook de overblijfselen van de vloerverwarming met hete lucht zien en verschillende bouwkundige details. In Aspendos zagen we een bijzonder groot openluchttheater, waar nog voortdurend voorstellingen worden gegeven van opera’s In de buurt van Antalya is meer te zien dan strand en dure winkels.

Door het Taurusgebergte reden we naar de volgende stopplaats, Konya. Daar zou een abrupt einde komen aan deze bijzondere reis. Daarover schreef ik al een column op 10 juni, gevolgd door een tweede deel op 14 juni. U moest lang wachten op deel 3, maar andere onderwerpen

Jaargang 6, Nr. 280.

Leave a Reply