ERFOPVOLGING
Toen ons staatshoofd haar aftreden bekend maakte, verwachtte ik al onmiddellijk de stukjes over het in strijd zijn met de democratie van een erfelijk koningschap. De speculaties over mogelijke rellen bleven evenmin uit. Van GroenLinkse parlementariërs werd verwacht dat ze demonstratief uit de Nieuwe Kerk zouden wegblijven. Het zijn de gebruikelijke riten bij elke bijzondere gelegenheid, dat het koningschap in het nieuws komt. Iedereen weet, dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders de monarchie aanvaardt. Geen politieke partij haalt het in haar hoofd de afschaffing tot verkiezingsitem te maken. Rel beluste autonomen versterken alleen maar het Oranjegevoel. Wegblijvende parlementariërs worden wat meewarig bekeken.
Als het gaat om de macht van ons staatshoofd, dan is die zeer beperkt. Er zijn anderen, die achter de schermen macht uitoefenen en zo de wil van het volk frustreren. Die macht valt niet te controleren. Pas als het mis gaat, wordt die macht en het misbruik ervan of het onwijs gebruik ervan aan de kaak gesteld. Kijk naar wat er gebeurd is bij semipublieke organisaties als de zorginstelling Meavita of de woningcorporatie Vestia of de onderwijsgigant Amarantis. Kijk ook naar de macht van ambtenaren. Nederland is België niet, maar toen er meer dan een jaar geen regering was in België liep alles op rolletjes. Daar zorgden de ambtenaren wel voor. Ambtenaren belijden altijd, dat ze de politieke leiding dienen, maar weten die wel in de gewenste richting te sturen. Zo zorgen ze voor continuïteit van het beleid. En de bevolking maar klagen, dat er niets verandert. En over erfopvolging gesproken: Onder hoge ambtenaren, rechters, militairen en volksvertegenwoordigers kom je elke keer weer dezelfde familienamen tegen. Zit het in de genen of is het een kwestie van relaties?
Ongeveer 55 jaar geleden hoorde ik tijdens college een docent beweren, dat er in Nederland niets gebeurde als Philips het niet goed vond. De macht van het bedrijfsleven wordt wel enigszins onderkend, maar is volledig in strijd met het principe van de democratie. Vooral bij familiebedrijven zie je vaak, dat de volgende generatie weer de leiding krijgt. Met democratie heeft het weinig te maken. En steeds wanneer er pogingen worden gedaan, die macht van het bedrijfsleven onder controle te brengen, wordt een land gechanteerd met een dreigend vertrek van werkgelegenheid. Het is voor mij een belangrijke reden om voor versterking van de EU te zijn.
Zo komen we bij de invloed van het buitenland op onze democratische besluitvorming. Kunnen we echt tegen de belangen van de USA in gaan? En alles gebeurt nog binnen de grenzen van de wet, maar de macht van de internationale misdaad is evenzeer enorm en vaak vervlochten met de legale bovenwereld. Als we praten over democratie, dan zijn er andere redenen om je ongerust te maken. Obligate republikeinse praatjes leiden slechts de aandacht af van de werkelijke risico’s.
De documentaire serie over de Gouden Eeuw op Nederland 2 heb ik met stijgende bewondering gevolgd. Enkele tientallen jaren was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een grootmacht in de wereld. Onze macht berustte vooral op de handel met Oost-Azië, de landen rond de Oostzee en met Amerika. De laatste aflevering behandelde onder andere het Rampjaar 1672. Het landsbestuur was radeloos, het land reddeloos en het volk was redeloos. De gebroeders de Witt werden door het Haagse gepeupel op gruwelijke wijze vermoord. De regenten kregen de schuld. Ze hadden weliswaar gezorgd voor een sterke vloot, maar de verdediging te land verwaarloosd. Willem III moest het land als stadhouder redden. Het volk zocht steun bij een Oranje. Dat paste in een lange traditie. In de Middeleeuwen zochten boeren en stedelingen steun bij de vorst tegen de adel. Dat waren de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Willem van Oranje gaf leiding aan de opstand tegen de Spaanse tirannie. Hij was een trouw dienaar van de Heer der Nederlanden geweest. In het Wilhelmus verdedigde hij zijn verzet tegen de vorst. Het is een lied van de revolutie, een lied van de vrijheid.
Tijdens een van de eerste congressen van GroenLinks in de Flint in Amersfoort hield Dwars een zogenaamde stemproef. Het ging niet om stemmen maar om een goede zangstem. Ik moest het Wilhelmus zingen. Dat dreigde een puinhoop te worden met alle negatieve publiciteit als gevolg. Toen zei ik: ”Ik ben oud genoeg om mij de tijd te herinneren, dat dit lied niet gezongen mocht worden. En nu gaan we zingen.” De helft zong mee en was blij, dat een rel voorkomen was. De andere helft vond het maar niets. Tsja, als je historisch besef mist….
Sommige mensen zijn bevreesd, dat wij onder invloed van de Europese integratie onze nationale identiteit zullen verliezen. Die steunt op onze taal, onze geschiedenis en op de ‘iconografie’, een geheel aan symbolen, waardoor wij ons samen Nederlanders voelen. Het koningshuis is een belangrijk element, net als bijvoorbeeld onze vlag, ons wapen, de Nederlandse Leeuw, onze waterbouwkunde, onze ruimtelijke ordening, onze scheepvaart en onze KLM. Een gezond nationaal gevoel van saamhorigheid stelt ons beter in staat problemen het hoofd te bieden. Maar ook om gezellig samen feest te vieren. Ik houd wel van een feestje op zijn tijd.
Jaargang 6, Nr. 257.