Onderstaand stuk heb ik de redactie van de Forumpagina toegestuurd. Meestal wordt het niet geplaatst, maar zie je in de periode erna op de forumpagina artikelen verschijnen, waarin de ideeën op andere wijze worden uitgewerkt. Ik ben dus benieuwd.
Europese integratie meer dan vormgeving in verdragen
Sander Luitwieler schetst in zijn stuk : “Europese integratie lukt alleen als ze van de burgers zelf komt” het integratieproces als het vormgeven van de Europese Unie van bovenaf door Europese leiders, die zich weinig gelegen laten liggen aan de wil van de Europese burgers. Daardoor wordt het integratieproces niet gedragen door die burgers en ontstaat er een legitimiteitprobleem. De burgers accepteren het niet meer. Dat bleek bij het verwerpen van het Grondwettelijk Verdrag. Voorts ontkent hij het bestaan van een Europese cultuur en zou je niet kunnen spreken van een Europees volk.
Lang voordat er sprake was van een EGKS of EEG was er al sprake van Europese integratie. Politiek gezien was zo’n periode van grotere eenheid meestal gedwongen door een heersende macht. Denk aan de Romeinse tijd, de Karolingische periode of de tijd van Napoleon. Toch lieten deze periodes hun sporen na. Denk aan het recht, dat ten dele terug gaat op het Romeinse recht en de Codex Napoleon. Maar heel Europa kreeg ook te maken met de kerstening en de Verlichting. In heel Europa zag je dezelfde periodes in de beeldende kunst: de Renaissance, de Barok, het Neoclassicisme, de Romantiek. Of je nu in een bibliotheek, een museum, een bioscoop of een concertzaal komt overal maak je kennis met cultuuruitingen uit geheel Europa en merk je de wederzijdse beïnvloeding. Hetzelfde zie je in de wetenschap nog kortgeleden fraai beschreven door Luuc Kooijmans in “Gevaarlijke kennis”. En steeds was er vanaf de prehistorie de handel. Er is wel degelijk veel gemeenschappelijk in onze geschiedenis, maar we zijn ons daarvan te weinig bewust. En daardoor is het voor velen moeilijk te beseffen, dat wij Europeanen bij elkaar horen. Dat maakt het niet goed mogelijk van een Europees volk te spreken. Dat probleem heeft zich evenzeer voorgedaan bij de vorming van nationale staten. Onderwijs in de eenheidstaal en in de nationale geschiedenis was nodig om tot nationaal besef te komen.
In de loop van de vorige eeuw trad vooral in de industrie een zo sterke schaalvergroting op, dat de nationale markt te klein werd en men afzet zocht over de grenzen. Invoerrechten vormden daarvoor een belemmering. Het was dus vooral het bedrijfsleven, dat er op aan drong die handelsbelemmeringen weg te nemen en zo ontstond eerst de EGKS – verkocht als vredesproject – en de EEG. Dat veroorzaakte een sterke groei van de onderlinge handel en zo ook een toename van de welvaart. Er was geen enkel legitimiteitprobleem. Hetzelfde bedrijfsleven had behoefte aan meer standaardisatie. Dan kon je in de gehele Euromarkt hetzelfde product leveren. Zo kreeg je al die Europese regeltjes door de vraag van het bedrijfsleven en NIET opgelegd door die anonieme macht in Brussel noch door de Europese leiders. Die deden alleen maar wat ze moesten doen, de regels opstellen, die door het economische integratieproces noodzakelijk waren geworden. Niet iedereen was blij met die groei van de bedrijven en de macht, die zij daardoor verkregen. Dat verklaart een deel van de weerstand.
Het bleef niet bij economische integratie. Hierboven wees ik al op de cultuur en de wetenschap, maar er is steeds meer een Europese arbeidsmarkt en een Europese markt voor landbouwgrond. Zo ontstaat de behoeft aan wederzijdse diploma-erkenning. Er is grensoverschrijdende criminaliteit en dus komt er behoeft aan meer samenwerking bij politie en justitie. Milieuverontreiniging stoort zich niet aan grenzen en dus moet er een Europees milieubeleid met allerlei regels komen, ook nodig om concurrentievervalsing te voorkomen. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op en je moet echt specialist zijn om enig overzicht te kunnen hebben. Ik begrijp, dat dit voor velen als bedreigend wordt ervaren, als iets, dat van bovenaf wordt opgelegd. Eerlijke politieke leiders leggen het de mensen uit in plaats van misbruik te maken van de gevoelens van onbehagen bij burgers om eigen gewin na te streven.
Europese integratie is een veelzijdig proces, dat er nu eenmaal is. Europese leiders doen wat van het verwacht mag worden, namelijk regelend optreden waar dat nodig is. Daarbij moeten onze volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement en in de nationale parlementen wel meer macht krijgen om dat alles te controleren. Ook daarin voorzag het Grondwettelijk Verdrag en voorziet nu het Verdrag van Lissabon. Of het voldoende is? Daarover zou het debat moeten gaan.