Een gevolg van secularisatie en individualisering?

EENZAAMHEID

Komt eenzaamheid in deze tijd meer voor dan vroeger? Komt het vooral voor bij ouderen of ook bij jongere volwassenen en bij kinderen? Komt het meer voor in de stad dan op het platteland? Kiezen mensen voor eenzaamheid en is eenzaamheid een probleem? Zo maar wat vragen nadat ik las, dat in mijn gemeente Bunnik met ruim 14.000 inwoners, verdeeld over drie dorpen en het buitengebied, 38% van de ouderen aangeeft zich eenzaam te voelen.

We praatten er met elkaar over in het Diaconaal Beraad. Mensen van de bezoekgroep vertelden over hun ervaringen met eenzame mensen. Ze probeerden hen over te halen mee te gaan naar een gezellige middag of een koffieochtend van de Zonnebloem. “Ik kom je ophalen en dan gaan we samen” hadden ze voorgesteld. Maar nee, daar voelden ze toch niet voor. Zulke mensen lijken wat mensenschuw, maar er wordt nog contact met ze gemaakt. We maakten ons bezorgd over die mensen, waarvan we geeneens in de gaten hebben, dat ze eenzaam zijn. Odijk heeft 5500 inwoners en ze kennen niemand. De mensen, die ze vroeger kenden zijn dood of ze wonen ver weg en zijn niet meer mobiel genoeg voor een verre reis. Hun kinderen hebben het te druk om vaak te komen – zeggen ze – of er is ruzie geweest en alle contact is verbroken. Toen ze zelf nog vitaal waren, stonden ze ook alleen, maar toen was er nog het werk en wat oppervlakkig contact met collega’s, maar op de jaarlijkse reünie zie je ze niet. Mensen, die zo weinig contactgevoelig zijn vervallen bijna automatisch in eenzaamheid. Och, zeggen ze, ik vermaak me zelf wel. Het wordt pas echt een probleem als ze hulpbehoevend worden. Dan is het maar te hopen, dat een goede huisarts de weg naar de thuiszorg wijst en eventueel maatschappelijk werk inschakelt of een gespecialiseerde maatschappelijk werker voor ouderen.

Was het vroeger anders? Mensen hoorden toen nog ergens bij. De dominee of de pastoor kwam op bezoek of iemand van de vakbond of de politieke partij kwam de contributie ophalen of bezorgde een krantje en maakte een praatje en dat deed ook de postbode als hij de cheque van de AOW kwam afleveren. Zo kwam ook de bakker en de melkboer langs. Zo nodig werden de buren getipt. Houd een oogje in het zeil! De vooruitgang heeft ook zijn kwade kanten.

Veel meer mensen zijn alleen gaand. Soms kiezen ze er heel bewust voor. “Ik wil met niemand iets te maken hebben”. Soms overkomt het ze. Ze vinden de ideale partner niet en dat is ook al moeilijker dan vroeger doordat veel sociale verbanden niet meer bestaan. Of hun partner overlijdt of ze scheiden en er is geen economische noodzaak een ander te vinden. Veel van zulke mensen bouwen een netwerk van vrienden of vriendinnen om zich heen en elke keer weer merken ze, dat ze op elkaar kunnen rekenen. Soms gaat het zo ver, dat men voor groepswonen kiest met iedereen een eigen appartement en toch het een en ander gezamenlijk.

Juist die groep van geseculariseerde mensen zou er over moeten nadenken, hoe je nieuwe verbanden schept, die mensen enig houvast bieden. Ouders en onderwijs, sport- en jeugdverenigingen zouden veel meer aandacht moeten schenken aan sociale opvoeding. Hoe maak ik contact en hoe onderhoud ik contact? Hoe gedraag ik mij in een groep? Hoe speel ik mijn maatschappelijke rol in de straat, de buurt, de wijk of het dorp? Hoe herken ik eenzaamheid bij mijn klasgenoten en hoe kan en wil ik daarop reageren? Hoe betrek je mensen bij activiteiten? Hoe reageren we allemaal samen naar de misschien toch wat doorgeschoten tendens tot individualisering? Hoe bieden we elkaar wat meer geluk en plezier in het leven?

Jaargang 5, Nr. 211.

Leave a Reply