Succes voor Dwars, de Linker Wang en de Onderwijswerkgroep

NADRUK OP TOETSBARE KENNIS

De conferentie “De vrijheid van onderwijs” van afgelopen zaterdag, 9 april is een groot succes geworden. Er waren goede inleiders en veel bezoekers, die eveneens wisten waar ze het over hadden. Zo leerden we van elkaar. Er kwam heel veel aan de orde. Een punt viel ons erg op, namelijk de discussies over de drukte rond de kwaliteit van het onderwijs. Enerzijds is daar reden toe, anderzijds moeten we enig wantrouwen koesteren.

Jarenlange verwaarlozing van het onderwijs is steeds meer merkbaar geworden in de resultaten. Sommige scholen scoren bij de Citotoetsen aanzienlijk slechter. Dagbladen en de inspectie publiceren ranglijsten. Ouders raken in alle staten als hun kind op de gewenste uitstekende school niet wordt ingeloot. Pabostudenten worden onderworpen aan toetsen voor taal en rekenen. Als je vroeger op een kweekschool wilde moest je minimaal Mulo A met wiskunde hebben en voor de rest goede cijfers. Ook de hoofdaktestudie in je vrije tijd was niet mis. Het leverde een onderwijsbevoegdheid voor Nederlands, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Biologie, Natuurkunde en Scheikunde voor de Mavo op en voor de onderbouw van HBS en Gymnasium. Als onderwijzer telde je zeker op het platteland en de kleine steden nog mee. Jonge mensen, die nu naar de Pabo gaan, zijn in de ogen van hun leeftijdsgenoten meelijwekkend. Maar daar ging de conferentie niet over.

Hoe meet je de kwaliteit van het onderwijs? De inspectie maakt gebruik van toetsen. De kwaliteit wordt dus afgemeten aan de hand van toetsbare kennis en dan nog vooral van taal en rekenen. Nu moet je spelling, ontleden, woordkennis en begrijpend lezen natuurlijk niet verwaarlozen, maar onderwijs is nog wel meer. Het gaat bijvoorbeeld om burgerschapsvorming. Dat is veel meer dan alleen kennis. Het gaat ook over oordeelsvorming en het versterken van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en het leren je te verplaatsen in de ideeën en de gevoelens van anderen. Dat zijn onderwijsdoelen, die je moeilijk kunt toetsen, maar die in je latere leven van groot belang zijn.

Ik gebruikte het voorbeeld van mijn eigen vak. In de aardrijkskunde laat je kinderen zien, hoe mensen hun woongebied hebben ingericht welke keuzes ze daarbij hebben gemaakt en welke waarden daarbij een rol speelden. Maar die inrichting van een woon- en leefgebied verandert voortdurend. Wegen en spoorlijnen worden aangelegd, nieuwe steden worden gebouwd, landbouwgrond wordt omgezet in “nieuwe natuur” om het verlies aan natuurgebied te compenseren, Welke waarden spelen daarbij een rol? Liefde voor de natuur? Eerbied voor het leven, ook van plant en dier? Eigenbelang?

Moet je als school de leerlingen waarden bij brengen? De school is daartoe niet echt in staat. Kinderen nemen waarden in zich op, die ouders hen voorleven. Een mooi pratende ouder, die er niet naar handelt, is niet geloofwaardig naar zijn kinderen toe. Als school kun je inhaken op die waarden, die de kinderen van hun ouders hebben meegekregen. Je kunt je leerlingen bewust maken van die opvattingen. Daar zijn werkwijzen voor. Zo kun je leerlingen – eigenlijk pas in de bovenbouw van het Voortgezet Onderwijs – leren hoe zij zelf tot een gefundeerd oordeel kunnen komen. Zo’n oordeel berust enerzijds op eisen van doelmatigheid, maar anderzijds op de opvattingen, die voor een leerling zijn leven bepalen.

Ik had eigenlijk nog willen zeggen, dat het dan van belang is, dat ouders en school op elkaars activiteiten inspelen. Ouders zouden er op moeten letten met welke onderwerpen hun kinderen bezig zijn. Dan kunnen ze met hun kinderen in gesprek gaan. Hun uitleggen van welke opvattingen zij zelf uitgaan en hoe die opvattingen, die waarden hun eigen gedrag bepalen. Ik herinner mij hoe wij als aardrijkskundesectie de ouders tijdens een avond van de oudervereniging hebben uitgelegd hoe wij de Derde Wereldproblematiek behandelen en hoe zij thuis daarop zouden kunnen inspelen. Dan maak je onderwijs pas echt bijzonder.

Jaargang 4, Nr. 158.

One Response to “Succes voor Dwars, de Linker Wang en de Onderwijswerkgroep”

  1. Rob Alberts schreef:

    Het samenspel tussen ouders, leerlingen en docenten is natuurlijk een mooie driehoek. Toch kom ik er steeds meer achter dat veel ouders ouder geworden kinderen zijn. Soms is er geen verschil te merken tussen een oudergesprek of een leerlingegesprek. Wel ben ik dan blij dat er tenminste een ouder op school aanwezig is.
    De druk vanuit de maatschappij op de driehoek ouders, leerlingen en docenten wordt alsmaar groter. Het samenspel wordt hierdoor niet altijd positief beinvloed.
    Mij zorg gaat vooral uit naar de onderkant van het onderwijs. Het lijkt zo makkelijk scoren om voor Wetenschappelijk Onderwijs te pleiten.
    Ik herinner mij 10 jaar lesgeven in een lekkend lokaal. En een direct leidinggevende die mij als dakdekker het dak op stuurde. Praktijklessen met een halve eurocent per les per leerling voor investering in lokaalinventaris en verbruiksmaterialen. Een schoolvak waar in een lesjaar 10 collega’s voor binnen kwamen en weer weggingen. Het record staat op weglopen van een collega na 5 minuten …
    Kortom het blijft een weerbarstige materie.

Leave a Reply