TER HERINNERING AAN HENK VLAANDEREN
De geograaf Henk Vlaanderen leerde ik rond 1975 kennen. Hij was toen vakdidacticus aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn taak was studenten voor te bereiden op het leraarschap door de didactiek van het vak aardrijkskunde te doceren en de studenten te begeleiden bij hun stage aan een school voor voortgezet onderwijs. Daarbij had hij tevens de opdracht onderzoek te doen op het terrein van de didactiek en de methodiek van het aardrijkskundeonderwijs. Henk Vlaanderen geloofde in een betere wereld en wilde het vak ook gebruiken om jonge mensen voor te bereiden op hun taak in de wereld. Het vroeg een aardrijkskunde, die meer was dan louter een kennisvak. Hij wilde dat kinderen zouden leren zelf kennis te vergaren en zelf daaruit conclusies te leren trekken en zo te komen tot oordelen en eventueel handelen. Zo’n maatschappijkritische houding viel niet zo goed bij zijn collega’s, die nog zuchtten onder de druk van de inspraak eisende studenten. Henk Vlaanderen was een man van de praktijk, die eerst in het voortgezet onderwijs had gewerkt en vervolgens bij een onderwijzersopleiding. Zijn collega’s hielden meer van allerlei fraaie theorieën, al is dat in de loop van de tijd gelukkig minder geworden. Men heeft nu veel meer oog voor de werkelijkheid en voor het eigene van een regio.
Henk Vlaanderen sloot zich aan bij de Landelijke Werkgroep Aardrijkskunde Onderwijs, de LWAO. Deze was een onderdeel van de Vereniging voor Onderwijsvernieuwing. Die LWAO was een groot voorstander van projectonderwijs, maar zag dit streven in gevaar komen door een landelijk verplicht schriftelijk eindexamen voor het vak aardrijkskunde. Bij de proefexamens lag de nadruk veel te sterk op kennisvragen en veel minder op de hogere niveaus van begrip, toepassing, analyse, synthese en evaluatie. Juist die hogere niveaus zijn van belang om leerlingen te vormen tot zelfstandig denkende en oordelende mensen. Dat zulke zaken in het moderne onderwijs wel aan de orde komen verheugt mij. De LWAO was toen zijn tijd ver vooruit.
Een interessant project van de LWAO was “Aardrijkskunde vanuit de trein”. De leerlingen kregen een bijzonder treinkaartje voor de lijn Utrecht Arnhem. In het bijbehorende opdrachtenboek stonden opdrachten om vanuit de trein het landschap te observeren. Daarnaast konden de leerlingen bij de verschillende stations uitstappen en dan in de omgeving opdrachten uitvoeren op allerlei terrein. In Bunnik bijvoorbeeld de vestigingsfactoren voor een aantal bedrijven, In Driebergen bodemprofielen, In Maarn de leeftijd van verschillende huizentypen en zo door in Veenendaal de Klomp, in Ede Wageningen, In Wolfheze, Oosterbeek en Arnhem. De NS was er zeer over te spreken. Zelf vond ik het moeilijk de leerlingen goed te begeleiden. Er waren nog geen mobieltjes!
Henk Vlaanderen zag veel in veldwerk. Dat begon toen net goed op te komen met bijvoorbeeld het veldwerkcentrum in Orvelte in Drente. Zoiets zou hij ook wel willen. Hij kocht een huis met veel grond aan de Oostelijke voet van de Heuvelrug net op de grens van het bos en het agrarische landschap. Daar wilde hij zijn veldwerkcentrum beginnen. Ik ben er een keer een week met een groepje leerlingen geweest en het werd een bijzondere ervaring, maar misschien met te veel verschillende activiteiten. Wij moesten als leraren het nog zelf leren. Helaas is het niet zo goed aangeslagen en toen zijn vrouw Adinda overleed, werd het nog moeilijker.
Op velerlei gebied gebruikte Henk zijn talenten. Zo ontwikkelde hij materiaal voor blinde leerlingen in het voortgezet onderwijs en begeleidde zulke leerlingen als ze het vak in de bovenbouw kozen. Hij begeleidde ook Marokkaanse leerlingen, soms heel persoonlijk en soms in de vorm van huiswerkbegeleiding in de Utrechtse wijk Overvecht. Ik herinner mij ook, dat hij mij vroeg mee te doen aan een internationaal onderzoek naar topografische kennis. Hij was heel verbaasd te zien, dat die meestal ijverige meisjes lager scoorden. Ik niet, want ik zag de jongens altijd bij de topografische kaarten staan. Hij vond in de literatuur wel een verklaring. Meisjes blijven veel meer dichtbij huis, terwijl jongens de omgeving verkennen. Daardoor kunnen ze zich beter een werkelijkheid voorstellen bij een kaart en onthouden het kaartbeeld beter.
Op 28 oktober 2009 overleed Henk in Veenendaal, 84 jaar oud. Samen met zijn kinderen en kleinkinderen, vrienden en veel keurige Marokkaanse jonge mannen hebben wij Henk op 2 november in Utrecht begraven op de begraafplaats Tolsteeg, die nog door zijn vader is aangelegd. Ik heb een goede vriend en een prima collega verloren.
Jaargang 2, Nr. 35.