DE SCHOONHEID ONTDEKKEN
Vanochtend fietste een naast familielid over de Broekweg dichtbij Kasteel Sterkenburg in het Langbroeker Weteringbied. Een vrouw fietste haar tegemoet en die riep spontaan: “Wat is het hier mooi!”. Veel Nederlanders hebben allerlei uithoeken van de wereld bezocht, maar hun eigen land kennen ze nauwelijks. Nu ze noodgedwongen in eigen land op vakantie gaan, ontdekken ze pas hoe mooi ons land is, vooral als je wat verder van die autosnelwegen weg bent. Soms hebben negatieve gebeurtenissen positieve gevolgen.
Het is mooi, dat die dame gevoel toonde voor de schoonheid van het landschap en dat laag gelegen natte gebied tussen de Utrechtse Heuvelrug en de oeverwal van de Kromme Rijn is ook een echt parklandschap met langs die wetering een aantal kastelen met rondom parkbossen. Sommige bossen zijn er als een sieraad voor het landgoed en andere hebben een economische functie zoals de essengrienden. Dat wordt dan afgewisseld door boomgaarden en grasland en af en toe een mooi uitzicht op de Utrechtse Heuvelrug. De Langbroeker Wetering mondt bij mijn woonplaats Odijk uit in de Kromme Rijn. Af en toe bedenk ik weer wat een voorrecht het is om hier te wonen. Toch staat de provincie Utrecht niet bekend als een typisch toeristengebied. Misschien gelukkig maar. Al te grote drukte is ook niet leuk.
Dit alles bedacht ik weer, toen ik de gloednieuwe Geologische Fietsexcursie Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijngebied in handen kreeg. Die is uitgegeven door de Geologische Dienst bij haar honderdjarig bestaan. Na ruim 53 jaar ken ik het hele gebied heel goed en toch was er af en toe iets, dat ik nog niet wist. De route begint bij NS-station Driebergen-Zeist, waar fietsen te huur zijn. De lengte is 43 KM. Het eerste deel gaat door het rivierengebied, gevormd tijdens de laatste 11.650 jaar. Die periode noemen we het Holoceen. We maken eerst kennis met de Zeister Rijn. Waar nu in Zeist de Oude Kerk staat bij de Dorpsstraat stroomde eens een grote bocht van de Rijn. Tussen Zeist en Bunnik ligt de Tiendweg en in die weg is ergens een laagte. Daar gaat die weg door een ouder rivierbedding. Dat heb je hier vaker. Bijvoorbeeld als je van Odijk naar Houten gaat sta je bij de gemeentegrens in een oude Rijnbedding. We maken verderop kennis met de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de twee reusachtige waterlinieforten bij Rhijnauwen en Vechten. We leren hoe een rivier in de buitenbocht steeds verder opschuift, waardoor een kronkelwaard ontstaat. Ik woon op zo’n kronkelwaard en op een ouder Rijnloop. Het rivierzand zit niet diep. We leren hoe in de laatste ijstijd, het Weichselien genaamd door de wind het licht golvende dekzand werd afgezet. Dichterbij de Heuvelrug ligt het dekzand ondiep, vooral als er net een dekzandrug onder zit. Dat geeft een stevige ondergrond. Daarop is de donjon van kasteel Sterkenburg gebouwd met zijn drie meter dikke muren. Nog dichter bij de Heuvelrug liggen die dekzandruggen duidelijk zichtbaar aan de oppervlakte.
Als je zo door het Kromme Rijnlandschap fietst is het niet moeilijk om te zien of je op een iets hoger gelegen stroomrug of oeverwal bent of in een lager gelegen kom. In de kom zie je sloten, vooral grasland, lintdorpen en kaarsrechte wegen. Op de stroomruggen zijn geen sloten, maar hagen of prikkeldraad tussen de percelen, licht kronkelende wegen, akkers en boomgaarden en dan de wat hoger gelegen dorpen. Hier fietsen is extra bijzonder in de bloesemtijd en later in de kersentijd. Op veel plekken zijn dan de vers geplukte kersen in de boomgaard te koop. Overigens zijn er steeds minder hoogstamboomgaarden. Plukken is dan gevaarlijk en duur.
Nog twee opmerkingen over de Heuvelrug. Die Broekweg vanaf de Oude Arnhemse Bovenweg is niet erg comfortabel om tegenop te fietsen. Als je de alternatieve route volgt en bij die Oude Arnhemse Bovenweg rechtdoor fietst naar de hoofdingang van Het Grote Bos, ligt daar vlakbij langs het fietspad naar de Traay een stuifzandhelling. Het fietspad ligt op een uitgestoven laagte. Halverwege de helling valt de oude oppervlakte te ontdekken, waar het zand overheen is gestoven. Als je teruggaat naar die hoofdingang en dan verder fietst, kun je het eerste pad rechtsaf nemen en dan kom je uit tegenover het sneeuwsmeltwaterdal, excursiepunt 11.
Bij punt 12 zou je ook verder naar Maarn kunnen fietsen en daar het fietspad naar Austerlitz kunnen nemen. Dat kruist het ijssmeltwaterdal, dat genoemd wordt bij excursiepunt 12. In dat ijssmeltwaterdal ligt een stuk landbouwgrond.. Je bent over de sandr of spoelzandhelling gefietst. Wij noemden dat door smeltwater afgezette materiaal de fluvioglaciale mantel rondom de stuwwal.
Deze excursiegids is zeer fraai uitgegeven met mooie foto’s en uitermate duidelijke figuren. Als je zo kennis maakt met een landschap ga je met andere ogen kijken. Je vindt het gebied niet alleen mooi, je weet nu ook waardoor het zo mooi is geworden. Je weet wat je ziet. Dat maakt je genieten van een landschap rijker. Tsja, kennis verrijkt. In mijn ogen is die kennis meer waard dan een hele boel geld.
Hier in de streek is de gids verkrijgbaar bij de VVV’s van Houten en Wijk bij Duurstede.
13e Jaargang, Nr. 624.