Tweede Kamer, bemoei je niet met het Historisch Museum

ONZE TWEEDE KAMER IS GEEN UITVOEREND ORGAAN 

Niet gehinderd door enige kennis van de plaatselijke situatie noch van de Nederlandse geschiedenis discussiëren 2e kamerleden en de minister met elkaar over het nieuw op te richten Historisch Museum. Jaren terug, toen het vak geschiedenis weer eens ter discussie stond, werden kamerleden regelmatig aan testjes onderworpen om aan te tonen hoe hard het vak wel nodig was. De meeste kamerleden scoorden niet al te hoog. Tijdens de discussies over de Europese Grondwet kwam ook de Nederlandse identiteit ter sprake. Die was allesbehalve duidelijk. Van een historisch bepaalde identiteit was nog minder sprake, want veel benul van onze eigen geschiedenis hebben de meeste Nederlanders niet. En zo kwam er het idee van een Museum van de Nederlandse Geschiedenis.  Jan Marijnissen was een groot voorvechter. Maar waar moest het komen? Amsterdam, Arnhem en Den Haag waren in de race. Arnhem won door de voorgestelde combinatie van openluchtmuseum en historisch museum. 

De locatie bij het NOM is een smalle strook tussen de nauwe toegangsweg naar het museum en de dieper liggende Cattepoelseweg. Het bedoelde historische museum heeft daar niet echt de ruimte. Bovendien is er een parkeerprobleem als het parkeerterrein wordt ingenomen door het nieuwe museum. VOORSTEL: Graaf de parkeerstrook af tot het niveau van de Cattepoelseweg of dieper, bouw daar een parkeergarage en daar bovenop het museum. Auto's uit het zicht en mensen, die met de trolleybus komen kunnen rustig wandelen naar de ingang van een van de musea. De plek heeft geen historische waarde, behalve de Galgenberg een paar honderd meter ervandaan.

Dan scoort de wereldberoemde John Frostbrug beter met aan de overkant de locatie van een Romeins Castellum bij Meinerswijk en in de directe omgeving de Sabelspoort, de Sint Walburgisbasiliek, de Grote of Sint Eusebiuskerk en het Duivelshuis van Maarten van Rossum. Maarten van Rossum was de veldheer van de Hertog van Gelre en hield in het begin van de zestiende eeuw nogal huis in het Utrechtse.  De hier langs de Rijn gelegen grens van het Romeinse rijk, de Limes is nog steeds een betekenisvolle cultuurgrens, waar Germaans en Latijns, Protestant en Katholiek Europa elkaar ontmoeten. Die grens begint met de Muur van Hadrianus in Engeland en loopt van de Noordzee naar de Zwarte Zee langs de Rijn, de Main en de Donau. Ja onze Nederlandse geschiedenis is nauw verbonden met de Europese geschiedenis. Een legioen uit Pannonnië (Hongarije) bewaakte hier de grens. De Rijn was in de Romeinse tijd een belangrijke handelsweg. Voor de Romeinse forten werd natuursteen uit de Eifel aangevoerd. Door de vondst van Romeinse scheepswrakken in Leidse Rijn en Woerden is hierover de laatste tijd veel bekend geworden. En de Rijn bleef een belangrijke handelsweg, al is in de moderne tijd de Waal de belangrijkste scheepvaartroute geworden. De ligging aan de monding van de Rijn vormt mede de basis voor onze welvaart. Ik kan mij goed voorstellen, dat vakmensen de voorkeur geven aan deze locatie.
 

En beste Amsterdammers en Hagenaars en andere Randstedelingen, leer nu eens af de Nederlandse geschiedenis synoniem te achten met de Hollandse geschiedenis. Toen Den Haag alleen nog maar een buitengoed kende van de Hollandse graven en Amsterdam een eenvoudig vissersdorp was waren het Oosten en Zuiden van de Nederlanden al volop in ontwikkeling en lag daar het economisch zwaartepunt. Holland werd pas na 1500 een belangrijk deel van de Nederlanden toen door betere schepen en betere navigatiemiddelen de ontdekkingsreizen mogelijk  werden en Nederland zich tot een handelsnatie kon ontwikkelen. Er zijn genoeg musea en oude binnensteden, die ons dat laten zien. 

Ook daarom is Arnhem terecht gekozen. Het ligt dichtbij het geografisch middelpunt van Nederland en is per auto en per openbaar vervoer uitstekend te bereiken. Arnhem is een terechte keus.

Tweede Jaargang, Nummer 17.

Leave a Reply