IK VOEL EEN STERKE VERWANTSCHAP IN DENKEN
Nog tot en met 31 augustus 2012 is er een boeiende tentoonstelling met werken van de Oostenrijkse kunstenaar Friedrich Hundertwasser in het PAN kunstforum in Emmerik aan de Rijn. De collectie is verkocht en men weet nog niet wat de nieuwe eigenaar er mee gaat doen. Dat betekent, dat we deze week wellicht de laatste kans hebben het werk van Hundertwasser te bekijken. De kunstenaar is vooral bekend door het Hundertwasserhuis in Wenen. Het is een kleurig en uiterst onregelmatig woongebouw op loopafstand van de Stephansdom en een verplicht nummer voor elke Wenentoerist. De bezoekers van de tentoonstelling in Emmerik komen voor 85% uit Nederland. In Duitsland is er een kleine elite, die zich voor beeldende kunst interesseert. In Nederland staan ook de middengroepen open voor kunst en zij bezoeken regelmatig musea.
Friedensreich Hundertwasser werd als Friedrich Stowasser op 15 december 1928 in Wenen geboren en stierf op 19 februari 2000 aan boord van de Queen Elisabeth 2. Hij was de zoon van een “Arische” vader en een Joodse moeder en kon beschouwd worden als halfjood. Zo kon hij tijdens de Naziperiode zijn moeder met succes beschermen, maar tachtig familieleden, waarbij zijn grootmoeder en tante werden weggevoerd en keerden niet terug. Hij werd lid van de Hitlerjugend en met zijn uniform beschermde hij zijn moeder, die een Jodenster droeg. Na de Tweede Wereldoorlog ging hij naar de kunstacademie. Zijn moeder vreesde, dat hij een leven als armoedzaaier tegemoet zou gaan, maar dat was zeker niet het geval. Hij maakte vele reizen en had in vele wereldsteden tentoonstellingen. De Stille Zuidzee had vooral zijn belangstelling. In Nieuw Zeeland kocht hij een flink stuk grond en hij plantte er duizenden bomen. Een deel van het jaar leefde hij daar. Hij had een sterke hang naar de natuur en leefde dan van de planten, die hij er vond. Vooral de kringlopen in de natuur boeiden hem.
Als je zijn schilderijen ziet valt vooral de veelheid aan kleuren en vormen op. Vrijwel nooit schildert hij natuurgetrouw. Het zijn gestileerde figuren, waarin je vaak met moeite een mens of een gezicht in herkent. Je krijgt associaties met een sprookje of een buitenaardse wereld. Ik vind het prachtig. Soms tekent hij een spiraal of een raket en vult die vele malen met elke keer andere kleuren in. Dan is er een deel van de tentoonstelling met tien schilderijen met dezelfde raket. Heel boeiend.
Zeker zo boeiend zijn de ideeën van Friedensreich Hundertwasser. Hij koos die voornaam niet zo maar. Hij is een voorvechter van de Verenigde Naties en van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In 1983 maakte hij bij gelegenheid van het 35 jarig bestaan een serie Japanse houtsneden met zijn eigen invulling van de Mensenrechten. Er werden door de UNO ook postzegels van gemaakt, uitgegeven in New York, Genève en Wenen. Hij wilde een vredesverdrag met de Natuur, het vensterrecht, het recht op schepping, het recht om je kleding te kiezen naar je eigen smaak zonder dwang van de mode en het recht om te mogen dromen. Bij de tentoonstelling wordt op tekstborden uitgelegd wat Hundertwasser er mee bedoelt.
Het Vredesverdrag met de Natuur houdt in: Het recht en de plicht van de Mensheid alle conflicten tussen mensen weg te werken en een vredesverdrag met de natuur te sluiten, de enige boven geordende macht, waarvan de mensheid afhankelijk is. Het vredesverdrag met de natuur behoort de volgende punten te omvatten:
1. We moeten de taal van de natuur leren om met de natuur tot overeenstemming te kunnen komen.
2. We moeten gebieden terug geven aan de natuur, die wij ons wederrechtelijk hebben toegeëigend en die we hebben overweldigd.
3. We moeten tolerant zijn tegenover spontaan opkomende planten.
4. De kunst en de natuur moeten weer verenigd worden. Het onderscheid tussen het leven van de natuur en het scheppen van een kunstwerk heeft catastrofale gevolgen gehad.
5. We moeten leven in harmonie met de natuurwetten.
6. We zijn gasten in de natuur en we moeten ons als gasten gedragen. De mens is de gevaarlijkste plaag, die de aarde verwoest heeft. De mens moet zich beperken, zodat de natuur zich kan herstellen.
7. De menselijke maatschappij moet weer een gemeenschap zonder afval worden. Want slechts hij, die zijn afval eert en weer waardevol maakt in een afvalvrije maatschappij, verandert dood in leven en heeft het recht op deze aarde voort te bestaan. En wel omdat hij de kringloop respecteert en de wedergeboorte van het leven laat gebeuren.
Nog zes dagen!
Jaargang 5, Nr. 229.