Vanaf augustus 1951

INTERNATIONALE VRIENDSCHAP

Als lid van de Arnhemse Sint Maartengroep van de Katholieke Verkenners mocht ik in augustus 1951 deel nemen aan de Wereld Jamboree van de Boy Scouts in Bad Ischl in Oostenrijk. Een van de typische activiteiten op zo’n Jamboree is het changen, ofwel het ruilen van allerlei zaken. Zo kwam ik in contact met een Oostenrijkse verkenner uit Krems aan de Donau. Hij had belangstelling voor mijn postzegels. We wisselden ook onze adressen uit. Zo begonnen de ruim zeventig jaren van vriendschap. We gingen bij elkaar op bezoek. We wisselden brieven uit. We leerden elkaars gewoonten kennen. Daarover kan ik heel veel vertellen, maar dat komt een andere keer.

Dit verhaal neemt een treurige wending. De laatste jaren werden de brieven per post vervangen door brieven per mail. Dat is gratis en snel. Je kunt de taal Oostenrijks Duits instellen en profiteert van de foutencorrectie. Fritz reageerde meestal snel. Een enkele keer was er storing in het mail verkeer. Toen werden de mails verward. Antwoorden lieten op zich wachten. Ik had een mail gestuurd en belde de volgende dag maar eens op om dat te vertellen. Hij begreep het niet zo goed. Zijn vrouw kwam er bij en toen viel het nare woord “DEMENTIE”. Die vreselijke ziekte treft de besten. Hij was een jurist, die zich als ambtenaar had gespecialiseerd in regels en wetten, die gelden bij de bouw en de wegenaanleg. Dat was voor mij wel leuk, omdat er een zekere verwantschap is tussen de ruimtelijke ordening, waarvan hij een onderdeel verzorgde en de geografie, waarin ik les gaf. Al die jaren wisselden we ideeën uit en leerden zo veel van elkaar. En nu deze ziekte en ook nog in een heel nare variant. Het gaat snel en af en toe vraag ik mij af of hij zijn 88-ste verjaardag in augustus nog haalt.

Ik heb uw hulp nodig. Zijn veel jongere vrouw verzekerde me met grote stelligheid, dat ze zo veel mogelijk persoonlijk voor hem zou zorgen. Dat is een heel zware opgave. Ze is dus mantelzorger. Onderzoek leert, dat mantelzorgers vaak zeer zwaar belast worden. Zo kwam het bij ons in Bunnik tot een gemeentelijk mantelzorgbeleid. Dat is gericht op ondersteuning en ontlasten van de mantelzorgers. Zo wordt het mogelijk gemaakt, dat de zorgbehoevende enkel malen per week naar de dagopvang gaat. Daar wordt de groep opgevangen en doen ze samen allerlei activiteiten. In onze gemeente Bunnik gebeurt de dagopvang in een bejaardentehuis Bunnunchem. Daar zullen activiteitenbegeleiders de activiteiten voor deze mensen organiseren. Vroeger werden de activiteitenbegeleiders opgeleid in Breda door de Zonnebloem en in Epe op de Veluwedoor het Rode Kruis. Nu is het een onderdeel van het Middelbaar Beroepsonderwijs. Op HBO-niveau tracht men met die activiteiten ook genezend te werken. Dan spreekt men van bezigheidstherapie. Ik vraag mij nu af wat hiervan in Oostenrijk bestaat. Als een van mijn site-bezoekers er meer van weet, reageer dan alstublieft op dit blog.

Mijn vriend kon niet “ergens” heen toen het nog niet zo erg was. Zijn gezin heeft wel aanknopingspunten om iets te stimuleren. Zijn vrouw is Unterbürgermeister / wethouder van sociale zaken geweest en een dochter is arts in een ziekenhuis. Het zou zo mooi zijn als een traditie van tientallen jaren wordt voortgezet, namelijk elkaar aan goede ideeën helpen.

15e Jaargang, Nr. 719.

Leave a Reply