De Canon van Nederland

DE TWEE KANTEN VAN EEN MEDAILLE

 

Bijna heel mijn leven leef ik al op de grens van het Romeinse Rijk, op de limes. In onze omgeving worden regelmatig vondstan uit die Romeinse tijd gedaan. Fectio bij het huidige Fort bij Vechten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie was een belangrijke Romeinse versterking. Het bewaakte de splitsing van Rijn en Vecht. Een uitbreiding van het Romeinse Rijk naar het Noorden is er nooit gekomen. Waar het mij nu om gaat is de waardering waarmee we hier terugkijken op die Romeinse periode. Feitelijk waren we een soort kolonie van de Romeinen. De Zuidelijke Nederlanden leverden voedsel voor de Romeinse legioenen. De Romeinen gebruikten  Germaanse legioenen om elders de bevolking onderworpen te houden en zo waren hiet militairen uit Roemenië gelegerd. De zegels op de dakpannen vertellen het ons. We kijken helemaal niet wraakzuchtig terug op die Romeinse bezetting, eerder met een zekere trots. We hebben veel van de Romeinen geleerd. In Nijmegen staat midden op het Trajanusplein bij de Waalbrug een standbeeld van Keizer Trajanus. Niemand in Nederland verwacht van de burgemeester van Rome of van de President van Italië dat hij naar Nederland komt om hier zijn excuses aan te bieden voor die eeuwen van Romeinse bezetting. We betreuren het dat veel van de Romeinse beschaving weer verloren ging tijdens de onrustige periode van de grote volksverhuizing. Toch laat de opstand onder leiding van Claudius Civilis zien, dat ook toen de hier gevestigde Germaanse Batavieren niet helemaal tevreden waren. Dat is die andere kant van de medaille.

Bij alle terechte protesten tegen de slavenhandel door de West Indische compagnie, de zogenaamde driehoeks handel lees ik in mijn dagblad nooit meer, waarom de Spanjaarden en andere Europeanen hun plantagearbeiders helemaal in Afrika gingen halen. Ze maakten aanvankelijk gebruik van inheemse werkkrachten, maar die bleken niet bestand tegen dit zware werk, evenmin tegen het werken in de zilvermijnen. Uit “menslievendheid” stelde een priester Dominicaan voor dan maar sterke zwarten uit Afrika te laten komen. Ik lees nu in Wikipedia, dat er sprake was van een tekort aan arbeidskrachten. Dat zou geleid hebben tot de slavenhandel.

In alle koloniën zijn vreselijke dingen gebeurd. Mensen kwamen daarom in opstand. Die opstanden tegen het “wettig gezag” werden dan weer bloedig onderdrukt door “onze” helden van het KNIL. In mijn jeugd, zag ik in Arnhem die gepensioneerde oud-KNIL-lers vanuit hun huisvesting in Huize Bronbeek aan de Velperweg in hun blauwe uniformen rond wandelen. Daar had je respect voor. We wisten niet beter.

 

Gelukkig zie je overal mensen tot bezinning komen. In de Verenigde Staten wordt in steeds meer staten de slavernij afgeschaft. Gevluchte slaven worden geholpen. Er wordt zelfs een Burgeroorlog tussen Noord en Zuid uitgevochten. Zwarten worden er nog steeds gediscrimineerd.

In Nederlands Oost Indië kwam het tot de “ethische politiek”. Men wilde de inheemse bevolking beter behandelen. Nederland heeft er veel moderne ontwikkeling gebracht: wegen, spoorlijnen, havens, vliegvelden, irrigatiesystemen, medische zorg en goed onderwijs.  Het zou goed zijn om die positieve effecten van het kolonialisme beter onder de aandacht te brengen van mensen, die alleen maar afgeven op die periode van onderdrukking. Elke medaille heeft twee kanten. Ik ben benieuwd wat ik daarvan kan merken in de hernieuwde canon.

13e Jaargang, Nr. 621.

 

Leave a Reply