75 JAAR GELEDEN WAREN WE ONS LEVEN OOK NIET ZEKER
Als ik de berichten uit China moet geloven herstelt zich daar het normale leven langzaam maar zeker. Weliswaar is er de vrees voor een nieuwe uitbraak, maar na twee maanden is er toch weer hoop. Dat is een tijd, die te overzien is. De maatregelen waren in China wel veel strenger dan tot nu toe hier. De provincie Hubei en met name de steden als Wuhan waar het virus erg hard toesloeg, werden geheel afgesloten en de mensen moesten weken lang binnen blijven. Zo bleef het aantal overledenen nog beperkt voor een land met zoveel inwoners. Het beleid in Nederland is niet zo streng en veel mensen zijn nog te onvoorzichtig, maar het is de vraag of een lock down werkelijk noodzakelijk is.
Intussen leven mijn vrouw en ik voor een groot deel binnenshuis. Als ouderen vormen we immers een risicogroep. Een dochter of een kleindochter doen voor ons de boodschappen. We lopen wel naar de brievenbus of naar de kerk om een kaarsje op te steken. We maken ook wel een flinke wandeling en ik ben van plan om komende week in de tuin te gaan werken. Maar we vermijden contact met andere mensen. We houden ons aan de anderhalve meter onderlinge afstand. Helaas merken we, dat sommige ouderen het niet echt begrepen hebben. Ze gaan toch winkelen en houden geen afstand. Ontgaat die enorme hoeveelheid Corona-nieuws hen? Snappen ze er niets van? Zijn ze te eigenwijs? Geloven ze niet in het risico, dat ze lopen. Of verlangen ze misschien naar de dood? Dan moeten ze wel beseffen, dat sterven aan een longontsteking met een enorme benauwdheid niet bepaald het ideaal van een zalige dood is. Het is onze plicht zulke mensen een duidelijke waarschuwing te geven. Voorzichtigheid is een burgerplicht. Het moet niet nodig zijn, dat de regering een verbod gaat invoeren, dat ook strikt gehandhaafd wordt zoals in China.
De herdenking van 75 jaar bevrijding is door de Corona pandemie sterk naar de achtergrond verdwenen. Het was toen eind maart 1945 erg mooi weer met hoge temperaturen. Een herinnering aan een warme wandeling over een grintweg, puffend van de warmte, zit vast in mijn geheugen. We wisten, dat de bevrijding naderde. Maar zover was het nog niet. Je was je leven niet zeker. Soms hoorde je ’s nachts de V1-vliegende bommen over komen. Als de vliegtuigmotor wat haperde, was je bang, dat de bom op jouw huis zou vallen. Je wist, dat het al gebeurd was. Als evacuees woonden we in een schooltje dichtbij de spoorlijn Apeldoorn-Zutphen. Spoorlijnen waren een geliefd doelwit van de geallieerde jachtvliegers. Zo kon het gebeuren, dat 200 meter van ons vandaan twee bommen insloegen, waarschijnlijk bedoeld voor het huis van de overwegwachter, waar landwachters in zaten. Toen de bevrijding midden april 1945 eindelijk kwam, zaten we met drie gezinnen in de kelder van het huis van de bovenmeester. Vlak bij sloegen de granaten in. Je hoorde de kogels fluiten. Tijdens een gevechtspauze keken we voorzichtig uit een raam en zagen branden in Apeldoorn. Er waren zwaar gewonden bij ons binnen gebracht. We hoorden buiten lopen en we dachten, dat het een Duitser was. Mijn moeder en een andere Arnhemse mevrouw gingen naar de voordeur en vroegen in het Duits om hulp. Langzaam ging de deur verder open. De soldaat zei: “I am a Canadian”. We waren bevrijd. Enkel weken later kwam er voor heel Europa een eind aan de oorlog. We hoefden niet meer bang te zijn voor de dood. Zo komt er straks ook de bevrijding van het Corona-virus. We moeten het nog even uitzingen en daarbij zo min mogelijk risico lopen. Houdt moed.
Zoals er na de Tweede Wereldoorlog een jarenlange periode van wederopbouw volgde, zo komt er straks een periode, waar de bedrijven weer volop kunnen gaan produceren. Ik hoop wel, dat met name vervuilende bedrijven dan geleerd hebben, dat je met de natuur voorzichtig moet omgaan.
13e jaargang, Nr. 607.