Duurzame mobiliteit

DE STATENVERKIEIZNGEN KOMEN ER AAN

In de gemeente Bunnik werken de Partij van de Arbeid en GroenLinks samen in de lokale partij Perspectief 21. Mensen die geen lid zijn van een landelijke partij kunnen lid worden van P21. Bij de laatste raadsverkiezingen was P21 succesvol. De partij veroverde acht van de zeventien zetels en kreeg één wethouder. In het college werkt P21 samen met de Liberalen (VVD en D66). Het CDA zit met vijf zetels in de oppositie.

In het kader van de campagne voor de Statenverkiezingen werd een discussieavond georganiseerd over duurzame mobiliteit. Het gebied rond de stad Utrecht kampt met een toenemende mobiliteit en met name in het woon-werkverkeer leidt dit tot files. Hoe kunnen we die mobiliteit verduurzamen? Dan denken we vooral aan de fiets en het openbaar vervoer. Het fietsverkeer is aan een beperkte afstand ge bonden al neemt die afstand toe door het groeiend gebruik van de fiets met elektrische ondersteuning en door het realiseren van brede snelfietspaden.. Vooral op wegen met gemengd verkeer kampen fietsers met onveiligheid. Zo maken ook auto’s en landbouwvoertuigen gebruik van de ventwegen langs de provinciale wegen. Het openbaar vervoer kampt met capaciteitstekorten. Zo zal de sneltram naar het universiteitscentrum De Uithof al aan zijn maximale capaciteit, wanneer die eindelijk gaat rijden. De Uithof is omgeven door bijzonder fraaie landgoederen, waar we bij voorkeur geen verkeersinfrastructuur door heen leggen

Eén A27 door Amelisweerd is wel genoeg.. Het station Bunnik zou kunnen bijdragen aan een oplossing door een snelle fietsverbinding met de Uithof. Wethouder Eijbersen voert intensief overleg met Bunnikse ondernemers, die dromen over het Bunnikse station als OV-knooppunt met allerlei andere voorzieningen.

Duurzame mobiliteit vergt ook veel minder luchtvervuiling. en vele  minder lawaai. De massale introductie van elektrisch vervoer kan althans dit probleem oplossen, niet het ruimte beslag, de vele files en de aantasting van het landschap. Eigenlijk had ik van verkeersdeskundige en GroenLinks-kandidaat  David Oude Wesselink wat meer opmerkingen verwacht. De provincie wil wel een reëel beeld van de luchtverontreiniging krijgen en werkt aan een netwerk van meetpunten in Amersfoort en Zeist. In Bunnik zijn vrijwilligers daarmee bezig en eigenlijk verwachten zij daarbij steun van de provincie. De narigheid is dat nooit de echte verontreiniging wordt gemeten. Men werkt altijd met formules, die meestal te laag uitkomen. Op veel plaatsen worden Europese normen overschreden.

In de Gemeente Bunnik vind je nog een uitgestrekt buitengebied. Herhaaldelijk is dan beloofd, dat men die gebieden autoluw wil maken.  Dat merkt men bijvoorbeeld sterk bij de provinciale weg N410 tussen Odijk en Houten. De weg is nogal smal en zeer onveilig voor fietsers en voetgangers. De aanleg van een gescheiden fietsverbinding is voor de provincie niet opportuun. Er is nu op werkdagen weliswaar een busverbinding op proef, lijn 43, maar tot nu toe wordt die nauwelijks gebruikt. Lijn 43 verbindt Houten ook met Station Driebergen-Zeist. en zo met het Oosten des lands. Tsja, de meeste automobilisten weten niet eens hoe een OV-chipkaart werkt.

Mijn  belangrijkste  bezwaar  tegen  deze  avond  was,  dat  men  zich  niet  boog  over  de  oorzaken  van  de  toenemende  mobiliteit.  De  problemen  doen  zich  vooral  voor  tijdens  de  ochtend-  en  avondspits.  Het  zit  vooral  in  het  woon-werkverkeer.  De  provincie  Utrecht  spant  zich  voortdurend  in  zo  veel  mogelijk  bedrijvigheid  naar  de  provincie  aan  te  trekken.  Dat  zorgt  voor  een  groot  vestigingsoverschot  en  dure  koopwoningen.  Intussen  zijn  er  aan  de  randen  van  Nederland  krimpgebieden,  waar  scholen  moeten  sluiten  en  de  leefbaarheid  afneemt.  Wethouder  Eijbersen  toont  zich  een  groot  voorstander  van  die  vestiging  van  hig  techbedrijven.  Zo  wordt  het  geld  verdiend  om  de  zachte  sectoren  te  betalen.  PvdA-kandidate  Julie  d’Hondt  ziet  het  probleem  van  dit  gebrek  aan  solidariteit  en  spreekt  zich  uit  over  “Grenzen  aan  de  Groei”.  Dat  is  de  titel  van  het  Rapport  van  de  Club  van Rome  van  1973,  dat  de  milieudiscussie  op  wereldschaal  gestart  heeft.  Ik  heb  het  bestuur  van  P21  uitgenodigd  daarover  een  volgende  keer  te  discussiëren,  bijvoorbeeld  voorafgaand  aan  de  Europese  verkiezingen  op  23  mei  2019.  Op  Europees  niveau  speelt  immers  hetzelfde.

Jaargang 12, Nr. 555.

Leave a Reply