RUTTE HOORDE DE KLOK NIET LUIDEN
Onze premier heeft langzamerhand de idee gekregen, dat hij in Nederland alles naar zijn hand kan zetten. Hij vindt, dat hij zich van niemand in de Tweede Kamer iets hoeft aan te trekken. Die indruk wekt hij althans. In feite voert hij uit wat het grote internationale bedrijfsleven van hem verwacht. Nederland is slechts in schijn een democratie, maar feitelijk een plutocratie, een land waar de rijksten beslissen. En Rutte en zijn ministersploeg zijn niet dienstbaar aan het volk, maar dienen slechts het mondiale kapitaal. We hebben eerder gezien hoe dat werkt. Eind zeventiger jaren schreven een aantal grote werkgevers een brief aan de regering, waarin ze meedeelden, dat ze uit Nederland zouden vertrekken als de belastingdruk niet drastisch zou verminderen. In een uitzending van Pauw zagen we Jesse Klaver tegenover Hans de Boer, voorzitter van de werkgeversbond. Dreigend vroeg hij aan Jesse Klaver of die wel besefte, dat het om duizenden banen draaide. Mondiale ondernemingen zouden niet langer in Nederland investeren en zo werkgelegenheid scheppen als de Dividendbelasting niet zou verdwijnen. Hans de Boer besefte geeneens dat hij feitelijk met chantage bezig was. Aan chantage moet je nooit toegeven.We gaan nu eerst kijken waardoor ondernemingen graag in Nederland investeren en daarna naar de oplossing voor het probleem van te grote macht van het internationale kapitaal.
Hoe verdient Nederland zijn geld? Nederland is een klein land met betrekkelijk weinig grondstoffen en weinig ruimte voor akkerbouw. We moeten veel importeren en om dat te kunnen betalen ook veel exporteren: goederen of diensten. We importeren betrekkelijk goedkope grondstoffen en maken er vooral halffabricaten van: Ruw staal, ruw aluminium, elektriciteit en diverse soorten brandstoffen als benzine, dieselolie, kerosine of stookolie. Denk aan Rotterdam, Vlissingen, Terneuzen, IJmuiden en Delfzijl. Veel hiervan wordt massaal geëxporteerd. Helaas is de toegevoegde waarde betrekkelijk gering. Beter is het ze verder te bewerken en er onderdelen van te maken of eindproducten. Wat we in Nederland zien is, dat de maakindustrie enorm is gegroeid en daarbij zeer hoogwaardige en dus veel geld opbrengende eindproducten oplevert. Chipmachines van ASML, medische apparatuur van Philips, vrachtauto’s en bussen, speciale vaartuigen, chemische producten, geneesmiddelen, voedingsmiddelen. Nederland heeft dus veel zeer hoogwaardige industrie. Dus ook de werknemers ervoor en de opleidingen voor die werknemers en allerlei dienstverleners als gespecialiseerde accountants, zakenbanken, advocaten, verzekeringsmaatschappijen en handelsondernemingen. Ons land ligt midden in een grote en zeer koopkrachtige markt en het beschikt over uitstekende infrastructuur als autowegen, waterwegen, havens, vliegvelden, spoorverbindingen en verbindingen en knooppunten voor dataverkeer. Als je dus als Japanse of Chinese of Amerikaanse onderneming een vestigingsplaats zoekt in de EU is Nederland zeker een optie en dan speelt het bestaan van een dividendbelasting net als bijna overal in de EU een onnozele rol. Ook voor de tuinbouw en de veehouderij gelden dergelijke gunstige vestgingsfactoren. Veevoer bijvoorbeeld is gemakkelijk te importeren. Daarop rust weer een forse en opnieuw zeer innovatieve agrarische industrie met zeer veel export.
Maar ja, er zijn van die “rupsjes nooit genoeg”, die belastingheffing een vorm van diefstal vinden en alsmaar meer rijkdom willen vergaren. Dus streven ze naar lage lonen en minimale kosten voor duurzaamheid en lage belastingen. Ze chanteren regeringen om hen hun zin te geven en daarmee spelen ze de landen tegen elkaar uit. Zo kan voor de vennootschapsbelasting een “race tot the bottom” ontstaan. Om de beurt verlagen landen die belasting op de winst van vennootschappen, zoals we dat de afgelopen jarwen hebben kunnen zien. Wel profiteren van de goede infrastructuur en de hooggeschoolde arbeidskrachten en de ruimte in een land, maar er niet of zo weinig mogelijk voor willen betalen. Maar het gaat nog verder. Het kleine land Luxemburg bood multinationals de kans om via belastingconstructies voor miljarden aan belasting te ontwijken. Tot twee accountants van PriceWaterhouseCoopers(PwC) die praktijken aan het licht brachten: Deltour en Halet. Deltour dreigde zelfs veroordeeld te worden, maar nu is er een Europese wet in de maak om zulke klokkenluiders te beschermen en financieel te ondersteunen. Eindelijk! Zo biedt de EU de mogelijkheid om de macht van het internationale kapitaal te breken en zo te zorgen voor rechtvaardigheid in belastingland. Er wordt hard gewerkt aan maatregelen tegen witwassen van zwart geld, tegen belastingontwijking en belastingontduiking. Wij gewone burgers moeten er immers voor boeten. Wij moeten meer betalen of krijgen minder goede zorg of minder goed onderwijs of minder veiligheid. De narigheid is, dat het vaak de nationale regeringsleiders in de Europese Raad of nationale ministers, die dwars liggen bij het besluiten tot maatregelen. Daar ligt een rol voor de Tweede Kamer. Elke keer als Mark Rutte naar een Europese Raad is geweest, hoort hij voor de Tweede Kamer te verschijnen en verantwoording af te leggen. Wij burgers van Europa kunnen er volgend jaar voor zorgen dat er een nog beter Europees Parlement komt.
Jaargang 11, Nr. 509.