KERNWAARDEN VAN EEN MAATSCHAPPIJ
De Nederlandse samenleving wordt gekenmerkt door een sterke individualisering. Functioneert de samenleving daardoor minder goed? Als mensen sterk geneigd zijn tot individuele stellingname, daarover goed nadenken en niet kritiekloos achter de grote leider aanlopen kan dat een verrijking van zulk een samenleving betekenen. Er bloeien immers duizenden ideeën en als er een goede uitwisseling is, heb je voor een probleem de oplossingen voor het kiezen.
Soms kiest een mens voor een totaal isolement. Hij wil zijn eigen leventje te leiden. Niemand heeft zich met hem te bemoeien en zo bemoeit hij zich evenmin met anderen. Bij zulke mensen komt het voor, dat hun stoffelijk overschot maanden na het overlijden gevonden wordt. Soms is er zelfs geen familie meer te vinden. Zulke probleemgevallen worden door hulpinstanties niet opgemerkt.
Sterke individualisering kan er ook toe leiden, dat iemand algemeen aanvaarde waarden en normen niet accepteert. Ik bepaal zelf wel wat ik doe of laat. Niemand heeft zich daarmee te bemoeien. Zulke éénpitters onder je collega’s of je medebewoners in een flat of trappenhuis of in je familie zijn niet de makkelijkste mensen om mee om te gaan. Conclusie: Het proces van individualisering kan tot een rijkere maatschappij leiden, maar ook tot het minder goed functioneren van een samenleving, groot of klein.
De Nederlandse samenleving kenmerkt zich al eeuwen lang door een grote verscheidenheid en die neemt door arbeidsmigratie en de komst van vluchtelingen alleen maar toe. Toch konden we hier altijd goed samenleven. Je had wel rare dingen. Katholieken waren klant van de katholieke bakker en protestanten van zijn protestante collega. Joden werden niet zo geaccepteerd bij de overheid en dus werden ze bankier of advocaat of notaris. Zo werkten veel katholieken bij warenhuizen met een katholieke familie als eigenaar. In de 17e en 18e eeuw werden katholieken getolereerd en ze hadden in Amsterdam veel schuilkerken. Een samenleving met een grote diversiteit vraagt een sterke tolerantie. Het gaat om verdraagzaamheid. Nog steeds zijn tolerantie en verdraagzaamheid kernwaarden van onze samenleving. Ze staan echter onder druk. De discriminatie van de rooms-katholieken werd vooral gevoed door angst. Daarom kwamen ze niet in aanmerking voor de hoogste functies in het leger, de rechterlijke macht en de ambtenarij. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw werden ze geaccepteerd. Zo zijn in de jaren na de Tweede Wereldoorlog en vooral tijdens de koude oorlog communisten erg gewantrouwd en uitgesloten van sommige beroepen. Eeuwenlang konden allerlei mensen zonder veel problemen in Nederland leven. Intolerantie, onverdraagzaamheid en vreemdelingenhaat zijn dus ook buitengewoon on-Nederlands.
Als je echt een goed burger wilt zijn, een goed lid van de samenleving dan vraagt dat een heel groot verantwoordelijkheidsgevoel. Soms ben ik bang, dat het bij mensen begint te ontbreken. Neemt de laat-maar-waaien- mentaliteit toe? Neen, zeg ik. Kijk naar al die mooie nieuwe initiatieven, die opbloeien. Het mooist past in dit blog “De Huiskamer van Odijk”. Het Dorpshuis zocht naar een manier om meer inhoud te geven aan het begrip dorpshuis, een huis voor het hele dorp. Het zou mij niet verwonderen als zou blijken, dat meer dan de helft van de bevolking nooit in het Dorpshuis is geweest. Dat kan in de komende jaren veranderen. De Huiskamer van Odijk is een coöperatie. Onder de paraplu ervan vallen allerlei initiatieven en er komen er steeds bij. Zo is er “De Chauffeur van Odijk”. Mensen zonder eigen vervoer worden heen en weer naar een ziekenhuis gebracht of naar een verjaardag of naar school. Er is een “Boekenkast van Odijk”, waar je gratis romans kunt lenen. Je moet wel lid zijn voor 2 Euro per maand per huishouden. Er is een koffieochtend voor jonge moeders met peuters. Een ambtenaar van de gemeente houdt er spreekuur. Twee keer in de maand is er een groepsmaaltijd om andere mensen te leren kennen. Er is een klusjesdienst voor heel simpele klusjes als een schilderij ophangen voor mensen, die niet meer een trapje op kunnen. Zo wordt er aan gemeenschap gebouwd. Ongeveer één vijfde van de Odijkse huishoudens is lid, maar als je je verantwoordelijk voelt voor je dorp is een lidmaatschap vanzelfsprekend.
Toch zijn er ook tekenen van afnemend verantwoordelijkheidsgevoel. Veel te weinig mensen zijn lid van een politieke partij. Het lidmaatschap van een vakbond is voor te velen niet vanzelfsprekend. Veel mensen worstelen met hun geloof of zijn nooit gelovig geweest. Ik schreef een vorige keer al over het karakter van een geloofsgemeenschap. Voel je je verantwoordelijk voor jouw lokale geloofsgemeenschap? Maar voel je je dan ook verantwoordelijk voor de parochie met meerdere lokale kerken? En voor het bisdom of de wereldkerk? Zo kun je ook naar de politiek kijken. Je hebt te maken met de gemeentepolitiek, met de provincie en met het land. Besef je, dat stemmen een teken is van je verantwoordelijk voelen. Voel je je verantwoordelijk voor de Europese Unie? Ik wel. Kijk maar naar de paragraaf in mijn biografie. Ik kan mij goed voorstellen, dat niet iedereen de goede capaciteiten heeft om een verantwoordelijkheid waar te maken, maar denk eens aan een sportclub. Daar is allerlei werk te doen, van heel eenvoudig tot behoorlijk moeilijk. Je kunt je kinderen het al van jongs af aan leren. Geef ze verantwoordelijkheid en spreek ze er op aan. Maar vooral; toon door je eigen gedrag aan, dat je je verantwoordelijk voelt. Geef het goede voorbeeld, zoals ik mij nog steeds het goede voorbeeld van mijn vader en moeder herinner. Ben je leidinggevende, geef jouw mensen verantwoordelijkheid. Als mensen geen verantwoordelijkheid wordt toevertrouwd, voelen ze zich niet verantwoordelijk. Begin niet over tijdgebrek. Je favoriete Tv-programma laat je ook niet schieten. Het gaat om goede tijdsplanning en ook dat kun je van jongs af aan leren. Succes, mensen.
Jaargang 10, Nr. 456