Maatschappelijke verruwing 2

NOG MEER NORMEN EN WAARDEN

Mijn blog van vorige week heeft wat meer aandacht getrokken. Ik liet zien, dat het begrip normen en waarden veel breder is en veel dieper gaat dan fatsoenlijke omgangsvormen. Waarden zijn opvattingen waaraan ik mijn gedrag en dat van anderen beoordeel. Normen zijn de verboden en geboden, die van die waarden zijn afgeleid. Vorige week besprak ik de waarden solidariteit/naastenliefde en eerbied voor het leven. Nu wil ik aandacht besteden aan mijn ideeën over vrijheid en trouw.

Vrijheid waardeer je pas echt als je onvrijheid heb gekend. Binnenkort is het 72 jaar geleden, dat ons gezin bevrijd werd. Hoe wij, mijn vader en moeder, mijn twee broers en mijn peuter-zusje dat beleefd hebben heb ik al eens beschreven. We beseften, dat we bevrijd waren toen een militair zei: “I am a Canadian.”. Als ik er aan terug denk, krijg ik ook vandaag nog een brok in mijn keel. Sindsdien leven wij in Nederland in vrijheid. Binnen de grenzen van de wet kan ik zeggen en schrijven wat ik wil, zonder in een gevangenis te belanden of terechtgesteld te worden. Er zijn landen in de wereld, waar ik met het schrijven van mijn blogs groot gevaar zou lopen. In Oost-Europa kreeg je vóór 1989 soms dat beklemmende gevoel weer. Na eeuwen van steeds terugkerende oorlogen leven we al heel lang in vrijheid. Dat danken we vooral aan de Europese samenwerking in de Europese Unie. Anti-Europeanen lijken nauwelijks te beseffen welk gevaarlijk spel zij spelen. Zo is de Partij voor de Vrijheid een grote vijand van onze vrijheid. Ik vermoed, dat velen dat nauwelijks beseffen. Een stem op de PVV is vaak een proteststem. Zij, die dat protest veroorzaken bedreigen onze vrijheid misschien nog meer dan de PVV. Ik sympathiseer vaak met de SP, maar hun anti-Europahouding vind ik onverstandig.

In Nederland kennen we ook een enorme persoonlijke vrijheid al zijn er mensen, die dat nog niet genoeg is. Ik vind het waardevol, dat ik in allerlei zaken een persoonlijke beslissing kan nemen en geen dwang meer ervaar van de omgeving of van een kerk of van een werkgever. We gunnen elkaar ook die vrijheid. We zeggen: “Dat moet iedereen maar voor zich zelf uitmaken”. Maar is dat ook zo? Bestaat er geen enkele beperking van de vrijheid? Uiteraard zijn er de grenzen, die de wet stelt. Je maakt ook deel uit van andere verbanden, die hun eigen grenzen stellen. Vroeger legde mijn kerk enorme beperkingen van de vrijheid op en dreigde met de hel, als je je niet aan de wetten van God en de Kerk hield. Toch was altijd het eigen geweten bepalend al beseften veel mensen dat niet. Voor mij is er niet zo heel veel veranderd. Ik zag mij zelf altijd al als een vrije jongen met een persoonlijk oordeel. Ik vind wel, dat velen zich veel te grote vrijheden veroorloven en dat zit hem vooral in de grenzen, die de vrijheid van anderen aan mijn vrijheid stellen. Het lijkt wel lekker, dat je zondags kunt winkelen en onder de dwang van de kerken uit bent, maar je dwingt het winkelpersoneel een stuk vrijheid in te leveren en de kleine middenstander een deel van zijn omzet. Is het misschien zo, dat er een groeiende tendens is om je meer vrijheid te veroorloven, terwijl je anderen opzadelt met de last ervan? Denk aan lawaaierige muziek, ook ’s nachts of aan het stoken van een open haard of houtkachel of het veel te hard rijden met je auto of afval achterlaten in de natuur of langs de openbare weg of illegaal vuurwerk afsteken of je als bedrijf niet houden aan de veiligheidsvoorschriften. Omgaan met vrijheid vergt een groot verantwoordelijkheidsgevoel.

Het sterkst is dat wellicht in een huwelijk. Sommigen veroorloven zich te veel vrijheid ten koste van de partneren hun kinderen. Men ziet in die grotere vrijheid een winst. Het is toch mooi, dat je niet je leven lang vast zit aan dezelfde partner. Is dat zo? Ook als je kinderen hebt? Wat betekende dan eigenlijk die woorden van de huwelijksbelofte? Meende je dat niet echt? Was je gewoon niet eerlijk? Wilde je altijd al niet trouw blijven aan de eerder gegeven huwelijksbelofte? Elke relatie is weer anders. Je kunt er geen generaliserende uitspraken over doen. Het lijkt mij, dat het begrip huwelijkstrouw aan ontwaarding (devaluatie) onderhevig is. Ik hoop, dat de generatie, die als kind de pijn zo sterk gevoeld heeft, gaat streven naar een sterkere huwelijksband.

Is trouw dan zo moeilijk? Trouw aan het vaderland. Het dagblad Trouw is als illegaal blad tijdens de Tweede Wereldoorlog begonnen. Elk jaar herdenken we de doden. Voor hen was trouw aan je land, aan je kameraden van de verzetsgroep, aan een bevolkingsgroep of aan een eenmaal gegeven woord zo belangrijk, dat ze er met je leven voor betaalden. Soms lijkt het dat te veel mensen trouw aan een gegeven woord te gemakkelijk terzijde schuiven. We zijn in een samenleving beland, waar je niet echt meer op elkaar kunt vertrouwen. Kunnen we nog echt op elkaar rekenen? Vertrouwen is een belangrijke basis voor het zaken doen. We ondermijnen ons bestaan, onze economie als het onderling vertrouwen niets meer waard blijkt. Clubtrouw waarborgt het goed functioneren van een vereniging en zorgt zo voor goede resultaten in de competitie. Echte trouw brengt je er toe later zelf leiding te gaan geven aan de jeugdvereniging. Trouw brengt continuïteit in de samenleving. Op trouw kun je bouwen.

Misschien ervaar ik het gebrek aan trouw wel het meest als ik meemaak hoe steeds meer mensen de kerk in de steek laten en ik tegelijk zie hoe sommige kerkleiders die mensen verloren laten lopen. Dan blijven de echte goede katholieken over. Dat zijn de mensen, die zonder enige kritiek willoos kerklid zijn. Voor mij is de kerk een gemeenschap van mensen, die zich laten inspireren door het Verhaal van Jezus van Nazareth. Die mensen zijn er voor elkaar, ze steunen elkaar en anderen en vieren hun verbondenheid met elkaar en met God in hun midden. Van een bisschop verwachten ze vaderlijke zorg, liefde en inspiratie. Ze blijven elkaar trouw. Dat besef van trouw aan de gemeenschap ontbreekt bij te veel mensen. Ook hier verlies van waarden?

Jaargang 10, Nr. 455.

Leave a Reply