KERSTOVERDENKING
We hebben Kerstmis gevierd. Niet in Amerikaanse stijl met Santa Claus en cadeautjes onder de kerstboom en liedjes over de arrenslee getrokken door rendieren. Wij vinden de Nederlandse cultuur te belangrijk. We willen Kerstmis vieren als een kerkelijk feest en als een familiefeest. Dus staat er een eenvoudige kerststal onder de kerstboom. Daarom gingen we op Kerstavond naar de Kerstviering. Zoals altijd werd iedereen welkom geheten en met nadruk die mensen, die alleen of bijna alleen met Kerstmis een viering bijwonen. Dat zette mij aan het denken. Waardoor wordt de binding met de kerk steeds zwakker? Deze column is dan ook een vervolg op die van vorige week. Het is met kerken als met alle voorzieningen: “Use it or loose it!”. Gebruik de voorziening of je verliest hem.
Ik vind de beschrijving van de eerste christengemeenten een van de boeiendste delen van de Bijbel. Wekelijks kwamen zij bijeen om het Brood te eten en de Wijn te drinken. Ze waren met elkaar verbonden en zorgden voor elkaar en niemand leed gebrek. De mensen om hen heen spraken erover en zeiden: “Ziet hoe zij elkaar liefhebben”. Hadden we dat maar tweeduizend jaar volgehouden. Die eerste christenen hadden het vaak niet gemakkelijk. Velen zijn als martelaar gestorven. Wat dat betreft is er niets veranderd. Opnieuw worden christenen gestenigd en onthoofd. Vanuit Syrië en delen van Irak vluchten ze naar Turkije, Koerdisch gebied en Europa. In onze kerk in Odijk was er op kerstavond een viering van Syrische christenen volgens de Chaldeeuwse ritus.
Terug naar de eerste eeuwen van onze jaartelling. De bekering van keizer Constantijn betekende een keerpunt. Christenen hoefden niet langer bang te zijn voor vervolging. Het christendom werd staatsgodsdienst. Daarmee nam de kerk ook de heerszucht van de staat over. Er ontstond een kerkelijke hiërarchie en veel bisschoppen werden ook wereldlijk heerser. Bisschoppen werden kerkvorsten. Met de hervorming was dat afgelopen, maar enkele van onze bisschoppen gedragen zich nog steeds als kerkvorsten, als middeleeuwse absolute heersers. De nauwe band tussen de eerste christenen, waar de leider de eerste was onder zijns gelijken vinden we niet meer terug. De bisschop krijgt geen weerwoord van zijn gemeente. Met de nieuwe paus begint het erop te lijken, dat dit soort potentaten zal worden terug gefloten.
Een andere historische ontwikkeling was het ontstaan van een priesterkaste. Er zijn ontzettend veel goede priesters, die echt voor de mensen zorgen en naar hun noden luisteren. Maar zoals zo vaak vallen de negatieve elementen meer op. Heerszuchtige pastoors, die hun parochianen als onderdanen beschouwen en absolute gehoorzaamheid eisen. Dogmatici, die kerkelijke regeltjes als goddelijke openbaring beschouwen. Pastoors, die nauw verbonden zijn met de economische elite en de armen arm en dom houden. En dan ook nog een deel van de priesters, fraters en nonnen die er geen been in zagen en misschien nog steeds zien kinderen seksueel te misbruiken. Het is echt niet moeilijk redenen te vinden om niets meer met die kerk te maken te willen hebben.
Er is veel meer. Er is de twijfel aan veel van die geloofswaarheden. Veel ouderen hebben die waarheden als absoluut en letterlijk waar voorgeschoteld gekregen. Conservatieve bisschoppen maken er een gewoonte van om elke keer weer te benadrukken, dat aan de geloofsleer niet getornd mag worden. Intussen is er een enorme ontwikkeling aan de gang. Als je weinig contact hebt met de kerk, ontgaat je veel en zit je nog steeds met het Godsbeeld van een alwetende gestrenge God, die jou straft voor je zonden met dood en verdoemenis in de hel. Het moderne Godsbeeld is dat van een barmhartige liefdevolle God in mij, in jou, te midden van ons. Die God is niet almachtig in die oude betekenis van een soort tovenaar. Hij huilt met ons om het verdriet van mensen en het leed dat mensen elkaar aan doen. Dat is de Boodschap van de man Jezus, waarvan wij deze dagen de geboorte herdenken. We noemen dat de blijde Boodschap.
Terechte boosheid, twijfel en onverschilligheid zorgen voor het verbreken van de band met de kerk. Hoe begrijpelijk zo’n reactie ook is, ze komt niet overeen met het beeld van die eerste christengemeente. Als je je werkelijk verantwoordelijk voelt voor elkaar, als je het waardevolle van die blijde boodschap ziet en je echt geïnspireerd voelt door de man van Nazareth dan blijf je bij elkaar om de armen bij te staan, de eenzamen te verlossen uit hun eenzaamheid, de zieken te genezen en de bedroefden te troosten. Wij zijn geen kerklid om van de kerk te profiteren. De kerk heeft ons nodig. We hebben elkaar nodig. Het is een minder populaire boodschap in een tijd van individualisering. Als je echt iets tot stand wilt brengen, dan kun je dat meestal niet alleen. Dat doe je met andere mensen samen. Ik zie het vrijwel dagelijks gebeuren, dat door mensen samen goede dingen gebeuren. Ruim tweeduizend jaar geleden is dat begonnen. We kunnen het hele jaar Kerstmis vieren. Als we willen.
Jaargang 7, Nr. 341.