DE NUL EURO ENERGIEREKENING
Onze lokale progressieve partij Perspectief 21, ook wel P21 bestaat nu zeventien jaar. De laatste jaren was het moeilijk bestuursleden te vinden. Toch is het dorp Bunnik aan het verjongen. Ik ben er een paar maanden uit geweest. Ik kom weer bij een ledenvergadering en opeens zit daar een kersvers sterk verjongd bestuur. Dat doet mij buitengewoon goed. Vervolgens organiseren ze na de korte jaarvergadering een boeiende bijeenkomst over nul energie woningen.
In de drie dorpen staan heel wat huizen te koop, zodat een woningbouwplan Odijk-West voorlopig op een laag pitje is gezet. Bovendien zijn er nog de nodige inbreidingslocaties, die eerst aan de beurt komen. Intussen drukken de rentelasten van de grondaankoop wel op de gemeentelijke uitgaven. Je hebt zo van die nare dilemma’s. De woningmarkt in het Utrechtse trekt echter wel aan. Er kan wellicht eerder gebouwd worden dan we nu denken. Wij willen wel, dat in Odijk West energie neutraal gebouwd wordt. Dus waren een aantal deskundigen met de nodige ervaring uitgenodigd. Energieneutraal bouwen is geen enkel probleem. Je bouwt gewoon volgens de nu geldende voorschriften en maandelijks ben je misschien nog een paar Euro kwijt aan elektriciteit. Een gasaansluiting is niet meer nodig. Zo heb je veel lagere woonlasten en kun je ook meer lenen, terwijl de woningen vanwege de noodzakelijke voorzieningen nauwelijks duurder uitvallen.
Hoe ze het klaarspelen werd niet al te duidelijk uitgelegd. Het gaat om zeer goede isolatie, veel dikker dan tot nu toe gebruikelijk. Die isolatie moet echt goed gesloten zijn en mag nergens ontbreken. Ook niet onder de vloer en op het dak en mag nergens kieren vertonen. De ramen moeten vooral op het zuiden zijn gericht, liefst met driedubbel glas en moeten heel goed sluiten. Warmte uit afgevoerd water en uit ververste lucht moet terug gewonnen worden. Het huis moet ook zelf energie produceren door middel van zonnepanelen of externe duurzame energie, bijvoorbeeld een aandeel in een windmolen. Warmteopslag in de grond is ook een mogelijkheid evenals een warmtepomp, die warmte uit de buitenlucht haalt. Dat werkt ook als de buitentemperatuur laag is.
Ik vroeg me af of mijn huis ondanks allerlei maatregelen straks nog wel verkoopbaar is. In krimpgebieden kun je dat verwachten, maar het Sciencepark bij de nabij gelegen Universiteit Utrecht zorgt voor hoogwaardige werkgelegenheid en het inwonertal blijft volgens de prognoses voorlopig groeien. Dus ook de vraag naar woningen. We hopen, dat het probleem meer bij onze nakomelingen ligt.
Toch is er alle reden om ook de bestaande woningen aan te pakken. Dat vergt weer echt een totaalaanpak. Die is voor elk huis weer anders en ook sterk afhankelijk van de ouderdom van het huis. Houten of betonnen vloeren maakt bijvoorbeeld een heel verschil. Er zijn bedrijven, die deze totaalaanpak voor hun rekening kunnen nemen.
Ik schrok wel van een tussendoor opmerking. “Spouwisolatie moet je maar niet doen!” Die is na een kleine zes jaar uitgewerkt. Ons huis is een eind huis van een blok met een grote muur op het Noorden. De spouwisolatie is/was van 1978. Geen wonder, dat het daar in de gang meestal koud is. Ik vroeg naar de oplossing. Je kunt aan de binnenzijde isolatie aanbrengen, maar er is al zo weinig ruimte. Je kunt de buitenmuur afbreken. Dan tegen de binnenmuur dikke isolatie aanbrengen en de buitenmuur weer opbouwen. Hoe het dan met het dak moet en met de carport, die aan de muur is vastgemaakt moet ook nog worden opgelost. De derde mogelijkheid is de isolatie met een speciale lijm tegen de buitenmuur plakken en bekleden. Ook dan vormen dak en carport een probleem. Eigenlijk zou je aan drie kanten de buitenmuur moeten afbreken, isolatie aanbrengen, het dak isoleren en vergroten en nieuwe dakgoten aanbrengen. Het huis is dan groter dan van de buren. Op een dia zagen we zo een werkelijk gerealiseerde woningverbetering. Het mooiste zou zijn als we dat met zijn drieën zouden doen. Of nog mooier met alle huizen van dit type in onze straat. Het lijkt onrealistisch. Toch is dit de toekomst. Misschien moeten we het aan een van onze kleinkinderen overlaten.
Jaargang 7, Nr. 337.