Euroscepticisme 2

DEMOCRATIE IN DE EU EN IN DE LIDSTATEN

Er is geen democratie in Europa. Het is een van de verwijten van Eurosceptici aan de Europese integratie. En zie, Eurosceptici hebben ook wel eens gelijk. Maar hun oplossing deugt niet.

Democratie wordt vaak omschreven als regering van het volk of door het volk. Dat kan misschien in een dorp of een kleine stad. Er wordt een volksvergadering bijeen geroepen in het plaatselijke stadion en deze volksvergadering neemt de besluiten. Een door de volksvergadering gekozen burgemeester en de gekozen wethouders voeren de besluiten uit. Zoiets mag dan mogelijk zijn in een geïsoleerde Zwitserse kanton; in moderne grote steden en metropolen met miljoenen inwoners is het ondenkbaar. Zelfs in mijn eigen dorp zie ik het niet gebeuren. We hebben nog geen 6000 inwoners en zo’n vierduizend volwassenen. Zouden ze op de Meent passen als daar tribunes gebouwd worden? Zou je alle stemgerechtigden daar naartoe krijgen? Zouden ze allemaal bereid zijn zich in de onderwerpen te verdiepen? Zou iedereen daartoe in staat zijn? Welke onderwerpen zijn zo belangrijk, dat alleen de volksvergadering erover zou mogen beslissen? Echte democratie is nogal uitzonderlijk.

Jaren geleden heb ik eens geanalyseerd hoe in de wereld van het aardrijkskunde-onderwijs besluiten tot stand komen en wie daarbij betrokken zijn. Het zijn maar enkele tientallen mensen, die in besturen en werkgroepen zitten, een paar betrokken hoogleraren, wat mensen van de lerarenopleidingen en van de leerplanontwikkeling, enkelingen van de inspectie en van het Cito. Je ziet ze elke keer weer op vergaderingen en altijd dezelfden. Veel van het werk wordt gedaan door betaalde krachten van het KNAG-bureau. In feite neemt die kleine centrale groep de besluiten of stelt de adviezen vast. Vervolgens hoor je steeds weer hetzelfde verwijt. Jullie beslissen maar. Ons wordt van alles opgelegd. Wij hebben er niet om gevraagd, maar wij moeten het wel uitvoeren. Zonder een enkel probleem hadden ze mee kunnen praten en mee kunnen beslissen. En dat zijn dan allemaal goed ontwikkelde mensen met een academische of een Hbo-opleiding.

Kijk dan eens naar de democratie in Nederland, in een provincie of in een gemeente. Hoeveel mensen zijn lid van een politieke partij? Hoeveel zijn er ook werkelijk actief binnen hun partij? Als er een verkiezingsprogramma moet komen, wordt er een commissie benoemd. Die raadpleegt enkele deskundigen en fractiespecialsiten en werkgroepen uit de partij. Het ontwerpprogramma wordt in een deel van de afdelingen besproken en daar komen amendementen uit. Van de 1500 mensen op een landelijk congres hebben zich één?, twee?, misschien driehonderd mensen met de amendering bezig gehouden. Kijk je over heel Nederland, dan vrees ik, dat we heel blij mogen zijn wanneer één promille van de Nederlandse bevolking enige directe invloed heeft op de besluitvorming op nationaal niveau en optimistisch gezien een kwart daarvan op Europees niveau. Mensen en vooral Eurosceptici, die dan zeggen, dat de nationale parlementen meer invloed moeten krijgen op de Europese besluitvorming sluiten hun ogen voor de werkelijkheid en hebben ook geen enkel historisch besef. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kenden we immers dit systeem. Afgevaardigden van de Staten van elke provincie besloten samen in de Staten-Generaal. Maar ze hadden vaak maar een beperkt mandaat. Wanneer dit overschreden dreigde te worden, moesten ze eerst weer ruggenspraak houden met de eigen Staten. In Friesland was het helemaal erg. Daar moesten ze ook nog de elf steden en de dertig grietenijen (plattelandsgemeenten) raadplegen. Dat ging echt op zijn elf en dertigste. Ben je wel helemaal wijs als je een dergelijk systeem aan Europa wilt opdringen?

Elke politicus krijgt regelmatig te horen, dat die politici er niets van bakken. Ze zijn te beleefd om de bal terug te spelen. Een goed functionerende democratie vraagt betrokken burgers. Die bieden tegenspel. Die geven gevraagd of ongevraagd advies. Die zijn actief lid van een politieke partij. Dit geldt ook voor een Europese democratie. Europa vraagt betrokken burgers.

Democratie is behelpen. Om er toch nog iets van te maken kennen we het systeem van de vertegenwoordigende democratie. Elke vier of vijf jaar kiezen we onze volksvertegenwoordigers. Die beslissen namens ons, maar niet in de EU. De macht ligt vooral bij de Europese Raad, de vergadering van Ministers op een bepaald terrein, die op voorstel van de Europese Commissie besluiten nemen. Nog steeds niet op elk terrein moet ook het Europees Parlement het voorstel goedkeuren. De macht van het EP is ook nog beperkt doordat het niet zelf het initiatief mag nemen om een voorstel in te dienen. Het Europees Parlement moet eerst een compleet parlement worden met alle gebruikelijke bevoegdheden.

De democratische waarde van de Europese Raad is beperkt. Elke minister steunt weliswaar op een meerderheid, maar een minister is niet gekozen door het volk. Slechts in theorie vertegenwoordigt de minister ook de oppositie in het eigen nationaal parlement. De minister wordt weliswaar gecontroleerd door het eigen parlement, maar dat mist deskundigheid en actuele informatie en is slechts zeer zelden bereid de eigen minister af te vallen, die het daar in Brussel toch al zo moeilijk heeft gehad.

Kijk eens rond in een supermarkt en probeer uit te vinden, waar al die producten vandaan komen. Dan merk je, dat de EU steeds meer één groot land wordt. Als een Nederlandse zuivelfabriek zijn spullen overal in Europa kan verkopen, net als Franse en Duitse en Zwitserse bedrijven dat doen, dan zijn gelijke kwaliteitseisen voor heel Europa erg belangrijk. Een Europese democratie moet dus rekening houden met dat grote Europese belang. Maar hoe zit het dan met de Lappen en hun rendieren? Europa moet ook rekening houden met de belangen van een enkel land. Ik vind, dat het Europees Parlement er is voor heel Europa en de Raad van Ministers die belangen van een enkel land in de gaten moet houden. Democratie let ook op de belangen van enkelingen.

Jaargang 6, Nr. 305.

One Response to “Euroscepticisme 2”

  1. Rob schreef:

    Het verhaal van de Friese democratie ken ik toevallig. Vreemd genoeg werd hierdoor niet altijd een financiële bijdrage uit Friesland gevraagd.

    Nu kunnen we m.b.v. internet nog steeds aan iedereen een stem geven. Jammer genoeg maken we daar geen of te weinig gebruik van. Binnen GroenLinks, Nederland en Europa kan iedereen daardoor makkelijk stemmen.

    Dat niet iedereen zich verdiept in de keuzemogelijkheden is van alle tijden. Bestuurders hebben met de bevolking te maken. Dat kiezers zich niet bewust zijn van de mogelijkheden blijft een probleem.

    Vriendelijke groet,

Leave a Reply