OOK EEN GELOVIGE KENT TWIJFELS
Ook gelovigen worden beïnvloed door de secularisatie, de idee, dat alleen het menselijk inzicht en de moderne wetenschap in staat zijn de mensen de weg naar de waarheid te wijzen. Er zijn allerlei redenen om te twijfelen aan het bestaan van een God die het kwaad, dat mensen elkaar aandoen toelaat. Of die een wereld heeft geschapen waar steeds weer epidemieën en natuurrampen met duizenden slachtoffers voorkomen. Of die God, waar je steeds weer je gebeden tot richt en die maar niet luistert. Al die religies kennen weer hun eigen God en welke is dan de ware? Misschien ben je opgegroeid in een Kerk met een zwaar zondenbesef, waarbij je steeds weer bedreigd wordt met straf al hier op aarde: ziekte, armoede, ongeval, of waar die straf je straks wacht in het hellevuur. Geloven in een algoede God, die bij je is en je leidt, ook in nare tijden is niet zo gemakkelijk. Het bestaan van God of het niet bestaan van God valt niet te bewijzen. We kunnen God met onze zintuigen niet waarnemen. Soms hebben mensen mystieke ervaringen. Ze ervaren Zijn liefde. Ze ervaren Zijn werk in hun omgeving of in de wereld. Je moet je er voor open stellen en dat is niet zo eenvoudig als je alle geloof als ballast overboord hebt gezet. Dan pas ervaar je de vrijheid om jouw leven naar eigen inzicht in te richten. Dat wordt zeer positief gevonden, maar als je om je heen kijkt zie je hoe moeilijk het voor veel mensen is hun weg door het leven te vinden zonder TomTom met antwoorden op levensvragen.
De Bijbel is een heel raar boek. Vooral in het Oude Testament vind je vreselijke verhalen over oorlogen, moordpartijen, opstanden, verwoestingen, zondigheid, heldhaftige veroveringen, straffen van Jahwe, allemaal even gruwelijk. Het verhaal over het lijden van Jezus van Nazareth stemt evenmin tot blijheid. Maar er zijn ook heel mooie passages. Velen houden van de psalmteksten, wat minder van de manier waarop ze gezongen worden. In de Wijsheidsboeken tref je soms raadgevingen aan, die drieduizend jaar later nog steeds actueel zijn. In de vier evangeliën vraag je je steeds af of het allemaal echt gebeurd is. Ik vind dat onbelangrijk. De Bijbel is geen geschiedenisboek, ook geen geologie- of biologieboek. In de Bijbel vind je verhalen, die jou iets willen zeggen. Maar die Bijbel is geschreven in een andere tijd en voor andere mensen. Je moet je steeds afvragen, wat de auteur in die tijd aan de mensen van toen heeft willen leren. Moderne bijbelwetenschappers richten zich daar heel sterk op. Het is alleen jammer, dat in preken daarvan vaak nog weinig te merken is. Het zou om de vraag moeten gaan, wat de auteur toen wilde zeggen en wat wij daar vandaag nog aan hebben. In eerste instantie wordt die moderne Bijbeluitleg door sommigen als schokkend ervaren. Als je gewend bent de tekst letterlijk te nemen en je hoort dan, dat het heel anders bedoeld is, dan voel je je beetgenomen, bedrogen door die kerk. Maar uiteindelijk ga je beseffen hoeveel rijker, die Bijbel is, dan je oppervlakkig zou denken.
In de kerk gebeuren en gebeurden heel vaak ergerlijke dingen, zodat je gaat twijfelen of je nog wel bij die club wil horen. Vroeger was er vaak sterke druk op echtparen om veel kinderen te krijgen. Het zondebesef werd aangewakkerd, zodat mensen in angst voor de hel leefden. Soms werd de dwang ook economisch. Als de pastoor het niet wilde, kreeg je geen baan. De laatste jaren wordt er veel bekend over misbruik van minderjarigen door priesters en broeders. Waakzaamheid blijft geboden en niet alleen naar de kerken. Misbruik kan overal voorkomen. De laatste jaren zijn het vooral de conservatieve bisschoppen en priesters, die met hun autoritaire optreden veel ergernis geven. Weer anderen vinden, dat vrouwen een belangrijker rol in de kerk zouden moeten spelen. De wijding van vrouwen tot diaken is wel het minste, dat in ere hersteld moet worden. De behandeling van niet katholieke, maar wel gedoopte partners en de behandeling van gescheiden mensen kun je vaak ronduit wreed noemen.
Moet ik nog verder gaan? Als je dit leest dan is er maar een conclusie: weg met die club. Maar dan vergeet je de andere kant van de medaille. Er zijn nog veel goed functionerende geloofsgemeenschappen, waar de mensen er voor elkaar zijn. De mensen voelen zich er thuis. Ze worden geïnspireerd door goed verzorgde vieringen. Er is aandacht voor elkaar en er zijn initiatieven als er problemen opduiken als eenzaamheid, overbelaste mantelzorgers of armoede. Het enige dat zorg baart bij al die vrijwilligers in zo een levende gemeenschap is het gebrek aan opvolgers. Wie gaan straks het stokje van de huidige vrijwilligers overnemen? Ook al heb je – denk je – zelf geen behoefte aan een kerk, die kerkgemeenschap van mensen, die trouw zijn aan elkaar, heeft wel behoefte aan jou.
Jaargang 6, Nr. 301.