TENTOONSTELLING IN MUSEUM BOIJMANS VAN BEUNINGEN IN ROTTERDAM
Kunsthistoricus ben ik bepaald niet. Maar ik houd wel van kunst. Het aardige is, dat deze tentoonstelling mij daarnaast wat deed doordat de geografie en de Europese geschiedenis aan de orde komen. Jan van Eyck(ca.1390 – 1441) was een kunstenaar die niet alleen in de Nederlanden werkte, maar ook in Parijs en in Bourgondië. De kunstenaars uit die tijd trokken vanuit de Nederlanden naar Parijs, Dijon en Keulen. Ze leerden van elkaar, inspireerde elkaar. Hun opdrachtgevers waren geestelijken uit de welvarende steden, uit de rijke kloosters en daarbij vooral die van de Kartuizers en het waren leden van de hogere adel uit die tijd en dan vooral de hertogen van Bourgondië. Je ziet op de tentoonstelling dan ook veel religieuze voorstellingen, maar ook portretten van edellieden. Het portret van een hogere geestelijke zie je nogal eens als toeschouwer op een religieus schilderij. Al die hoge heren kenden elkaar en ze wisten ook goed, hoe de kunst zich ontwikkelde. Door hun opdrachten verbreidde nieuwe ideeën uit de kunst zich snel over Europa. De verbondenheid bij de adel leidde tot verbondenheid in de kunst. Er was al vroeg veel meer Europese eenheid, dan Eurosceptici willen toegeven. Eigenlijk gaat dat de gehele kunstgeschiedenis zo door. Onze Cultuur met een hoofdletter is een Europese Cultuur.
Wat is nu de betekenis van Jan van Eyck? De schilderkunst van de Gotiek kenmerkte zich door gestileerde afgeslankte lichamen met de gezichten vaak en profiel. Van Eyck schilderde naar de natuur. De lichamen waren zoals ze echt zijn en hij schrok er niet voor terug de lijdende Christus aan het kruis in alle verschrikkelijkheid af te beelden. Dat maakte het voor de toeschouwers gemakkelijker zich in het lijden van Jezus in te leven. Ook de landschappen op de achtergrond zijn veel realistischer geschilderd. Geen gestileerde rotspartijen, maar een echt landschap zoals hij dat gezien had. De tentoonstelling laat die ontwikkeling in de schilderkunst mooi zien door zowel schilderijen uit de gotiek als schilderijen van Jan van Eyck en zijn tijdgenoten te tonen.
Het zijn overigens niet alleen schilderijen en tekeningen. Edelsmeden, houtsnijders, beeldhouwers en tapijtwevers maakten in die tijd prachtig werk en stonden ook hoog in aanzien. Zo zijn er prachtige kistjes aan alle zijden beschilderd of delen van een altaar of reliëfs van zilverwerk. Heel bijzonder zijn de hand geschilderde miniaturen uit boeken, waarvan twee door Van Eyck zelf geschilderd.
Er is op deze vrij uitgebreide tentoonstelling niet zo veel werk van Van Eyck zelf te zien. Ik vermoed, dat een groot langwerpig schilderij, de Annunciatie het meeste indruk zal maken. Het is normaal aanwezig in de National Gallery in Washington D.C. en nu in Rotterdam aanwezig. Alleen dat schilderij maakt een bezoek aan de tentoonstelling de moeite waard. Maria is als een jonge beschaafde vrouw afgebeeld met een fijn besneden gezicht en een prachtig blauw gewaad, dat in ruime plooien neervalt. Ook de handen van Maria vallen op: heel slank en heel natuurlijk geschilderd en al met enig perspectief. De engel Gabriël is nogal vrouwelijk afgebeeld met een kroon en een prachtige mantel. Je zou kunnen verwachten, dat Maria de Boodschap ontving in haar nederige huisje, maar het schilderij toont de gebeurtenis in een enorme Romaanse kerk, die al wat naar de Gotiek neigt.
Toch deed mij de tekening van de H. Barbara meer. Zij is afgebeeld voor een toren, waarin haar vader haar liet opsluiten. Die toren is een indrukwekkend massief gebouw en toch fijn uitgewerkt in gotische stijl. Het meisje Barbara is heel teder getekend met neergeslagen ogen, bescheiden en toch indrukwekkend.
Boijmans Van Beuningen heeft een prachtige tentoonstelling samengesteld, die zeker de moeite waard is om er enkele uren aan te besteden. U kunt er tot en met 10 februari 2013 terecht.
Jaargang 5, Nr.245.