HET MANDEMENT VAN MARTIJN
Martijn van Dam is een van de kandidaten voor het fractievoorzitterschap van de PvdA in de Tweede Kamer. In de Volkskrant van vandaag 9 maart publiceert hij een opiniestuk, waarin hij stelt, dat de Partij van de Arbeid als seculiere partij geen enkele invloed van religies op de politiek mag accepteren als die de individuele ontplooiing van de mens in de weg staat. Het stuk is zo afwijzend naar religie, dat het mij deed denken aan het Mandement van de Nederlandse bisschoppen van 1954, waarin lidmaatschap van NVV en PvdA en luisteren naar de VARA werd verboden. Daarmee is het stuk van Martijn een terugkeer naar de verzuiling. Het wordt weer beter voorstelbaar dat het met de Doorbraak nooit wat geworden is.
In het stuk komen ook historische onjuistheden voor. De tegenstelling Rooms-Rood zat traditioneel niet in kerkelijke opvattingen, maar in een strijd om de macht tussen de Katholieke zuil en de Socialistische zuil. In de ogen van veel socialisten speelden de Katholieke Kerk en de werkgevers onder een hoedje en inderdaad was de rol van sommige pastoors een zeer kwalijke. Zonder een briefje van de pastoor kwam je niet aan werk. En dat briefje kreeg je alleen als je trouw in de kerk kwam. De Katholieke Kerk stond en staat een harmoniemodel voor, waarbij werkgevers en werknemers samen naar een rechtvaardig inkomensbeleid streven. Uiteindelijk kreeg dat vorm in het poldermodel.
De enige keer, dat er tegen kerkelijke opvattingen werd gedemonstreerd was door de Dolle Mina’s in hun strijd voor vrije abortus. Een euthanasiewetgeving is er met enig principieel waarschuwen van kerkelijke zijde zonder veel problemen gekomen.
Toch maakt de jonge Martijn zich over een heel lijstje religieuze dwangpunten druk, die de individuele ontplooiing en de zelfbeschikking van de vrije mens in de weg zouden staan. Religies mogen geen geboden en verboden opleggen. Martijn heeft niet in de gaten, dat een religieus mens geboden en verboden aanvaardt omdat zij zijn of haar leven evenwichtiger of gezonder of levenskrachtiger, dus rijker maken. Zich inleven in het religieuze denken is niet zijn fort….! Als je samen één vrije dag in de week hebt, kun je genieten van het samen sporten of samen ontspannen, elkaar ontmoeten en ook samen gemeenschap vieren. Doet Martijn dat liever in zijn eentje? Waarom kom je niet op voor arbeidersrechten? Waarom word je niet boos als je hoort, dat bij sollicitatiegesprekken gevraagd wordt of men bereid is op zondag te werken? Waarom speel je de grote bedrijven in de kaart ten koste van kleine ondernemers met weinig personeel? Voorstanders van openbaar onderwijs stellen altijd, dat daar voor iedereen plaats is ongeacht religie of levensovertuiging, maar van Martijn mag een eigen plekje om te bidden niet. Moeten er dus meer Islamitische scholen komen? De boerka, de voorschriften voor het slachten van dieren, het kuisen van kunst en geen vrouwelijke volksvertegenwoordigers komen voorbij. Wat vooral opvalt is het totale gebrek aan tolerantie of verdraagzaamheid. De woorden komen in het hele stuk niet voor. Met enige moeite kan Martijn respect opbrengen, maar dat mag geen verdere consequenties hebben. Ik respecteer je mening, maar je mag er in het openbaar niet naar handelen. Martijn eist de absolute vrijheid op om zich zelf te kunnen ontplooien, maar hij gunt anderen, die vrijheid niet als diens opvattingen hem niet bevallen. Eeuwenlang, voorgegaan door beroemde filosofen als Desiderius Erasmus, Hugo de Groot en Baruch Spinoza hebben Nederlanders geleerd te leven en te laten leven, elkaar vrij te laten in het leven overeenkomstig eigen opvattingen. Tolerantie, weliswaar met enige beperkingen, vormde een constante in onze samenleving. Daarom is de PVV ook de meest on-Nederlandse partij. Wil Martijn de PvdA ook die kant op sturen. Een ernstiger diskwalificatie voor het fractievoorzitterschap kan ik mij niet voorstellen.Jaargang 5, Nr. 205.