Kerstmis 2010

KERST IN WELVAREND NEDERLAND

We verheugen ons op de Kerstdagen. We zijn uitgenodigd bij de jongste dochter en bij de zoon. Dat wordt genieten van heerlijke spijzen, vermoeden we.

Vanmorgen las ik de Volkskrant. Een vreselijk verhaal over de toestanden in verpleeghuizen en woonzorgcentra. De jaarlijkse beoordelingslijsten zijn weer uitgekomen. Vooral in de grote steden van de Randstad komen de meest ellendige toestanden voor. Geen wonder, denk ik. Daar zijn zoveel aanmerkelijk prettiger banen, dat het moeilijk wordt geschikt personeel aan te trekken. Idealisten zijn steeds dunner gezaaid. De beloning is niet geweldig. Probeer maar eens personeel te werven als de overheid voortdurend het budget afknijpt en meer efficiency eist. Een bewoner op het toilet helpen, de behoeften laten doen, wassen en afdrogen en van een schone IC-luier voorzien en eventueel droge kleding, hem weer in de rolstoel helpen en dan alles weer opruimen; dat vraagt wel een kwartiertje. Neen, volgens de minister moet het straks in acht minuten, bijvoorbeeld. Bij personeelsgebrek worden de mensen pas na uren geholpen en worden er fouten gemaakt. Zelfs sterfgevallen zijn het gevolg.

Ik lees over voedselbanken, die steeds meer klanten krijgen, over de diaconieën en caritasinstellingen van de kerken, die twee keer zo vaak financiële hulp moeten bieden en ik lees over de 110 voedselpakketten, die door de Lions in onze gemeente zijn bezorgd bij gezinnen, die het nodig hebben, 20 meer dan vorig jaar. Bunnik is een welvarende gemeente. Ik schat, dat die 110 gezinnen 2% van het totaal vormen. Elders is de situatie veel ernstiger. Ik lees, dat de ongelijkheid in Nederland toeneemt en dat het aantal kinderen, dat opgroeit in een gezin onder de armoedegrens alsmaar hoger wordt. Ik lees, dat in onze samenleving een tweedeling aan het ontstaan is: enerzijds een goed opgeleid, goed geïnformeerd geglobaliseerd welvarend deel en anderzijds de groep zonder kennis, zonder opleiding, vaak zonder baan of een baan met minimumloon, vaak ongezond en slecht gehuisvest in een vervuilde omgeving met meer criminaliteit.

Het tragische is, dat die welvarende groep nauwelijks enig benul heeft van de situatie, waarin de achtergestelde groep verkeert. Oma woont weliswaar in een verzorgingshuis, maar de bewoners betalen een fors pensiongeld, zodat het personeel beter betaald kan worden. De arme buurten vormen een “no go area”, waar je liever niet komt. Ik zeg wel eens, dat wij in de welvarende suburbs, maar ook in de grachtengordel en de betere wijken van de steden in “witte getto’s” wonen. Er is niet alleen een sociaaleconomische scheiding, maar ook een ruimtelijke. Ik vrees, dat onder de huidige regering er eerder een verdere verslechtering zal optreden dan een verbetering.

Hoe zou je verbetering kunnen bereiken? De jongerenafdelingen van de politieke partijen vormen de kweekvijver voor onze toekomstige politieke leiders. Ze zouden de regel in kunnen voeren, dat elk lid tenminste een jaar een dag per week werkt als vrijwilliger bij een voedselbank of een verpleeghuis of een verzorgingshuis of een daklozenopvang of een buurthuis of speeltuin in een achterstandswijk. Juist jongerenorganisaties zouden met een voorstel kunnen komen om sociale dienstplicht van drie of vier maanden in te voeren, wanneer het personeelsprobleem in de zorgsector blijft bestaan.

Ik vraag mij af, wie al lezende heeft gedacht: “Wat een ouderwetse Kerstpreek” en voortdurend de neiging had maar niet verder te lezen. Ik weet het; dit is geen populaire boodschap. Maar de regelmatige bezoeker van mijn weblog weet, dat ik er altijd vooral op uit ben mensen aan het denken te zetten. Doe dat de komende dagen eens, maar geniet daarnaast ook. Ik wens al mijn bezoekers veel liefde en geluk tijdens dit Kerstweekend.

Jaargang 3, Nr. 143. 

Leave a Reply