Godsdienst en politiek

BONDGENOOT OF TEGENSTANDER?

Een week geleden ging ik met een redelijk tevreden gevoel naar huis na een de conferentie “Godsdienstvrijheid of vrij van godsdienst?” De dag werd afgesloten met een lezing door Femke Halsema, die werd becommentarieerd door Sophie in ’t Veld van D66 en André Rouvout van de Christen Unie. Femke vergeleek het spreken over godsdienst met het bewandelen van een smal door prikkeldraad omgeven pad. Door haar opvoeding was zij nogal onbekend met allerlei religieuze gevoeligheden. Als je een onbekend land bezoekt met een vreemde cultuur, kun je gemakkelijk fouten maken en verkeerd begrepen worden. Femke heeft het wat dat betreft extra moeilijk, want in GroenLinks vinden mensen vanuit allerlei religies en culturen elkaar. Volgens Femke mag jouw overtuiging een richtsnoer zijn voor jouw persoonlijk en maatschappelijk handelen. Bij de term richtsnoer denk ik meer aan een stelsel van geboden en verboden. Ik zie mijn geloofsovertuiging meer als een bron van inspiratie. Dat klinkt positiever en moderner. Blijft het probleem, dat godsdiensten en andere levensovertuigingen soms zeer verwerpelijke opvattingen hebben, terwijl de politiek soms met plannen komt, die vanuit de religie gezien zeer verwerpelijk zijn. Dan denk ik niet op de eerste plaats aan standpunten over abortus, euthanasie of homofilie, maar nog meer over het gebrek aan sociale rechtvaardigheid of de geringe eerbied voor de natuur, in kerkelijke taal voor Gods Schepping. Zoals de politiek vrijuit kritiek mag uitoefenen op kerkelijke opvattingen, zo mogen religies en andere levensovertuigingen hun standpunten over de politiek onbeperkt naar voren brengen. In beide gevallen geldt immers de vrijheid van meningsuiting. Wat de politiek niet mag is een godsdienst dwingen van standpunt te veranderen en omgekeerd mag dat evenmin. Daar geldt de scheiding van Kerk en Staat. Toch kunnen hier conflictsituaties ontstaan. Mag een bijzondere school een openlijk homofiele docent weigeren te benoemen? Mag een overheid iemand die geen homohuwelijk wil registreren weigeren te benoemen als ambtenaar van de burgerlijke stand? Hoe fout in mijn ogen de standpunten van het schoolbestuur en van de ambtenaar ook zijn, overheidsdwang acht ik niet het juiste middel. Het is een vorm van gewetensdwang. Een belangrijke reden om gewetensdwang af te wijzen is, dat een geheel anders georiënteerde overheid dan gelegitimeerd zou zijn eveneens gewetensdwang uit te oefenen. Denk aan een overheid, die een politieambtenaar wil verplichten mee te doen aan een razzia op vreemdelingen.

Hoe moet je je dan verzetten tegen het onrecht, dat een homodocent wordt aangedaan? Mijn overtuiging is, dat het verzet van binnenuit de kerk moet komen. Als ik zie, hoe mijn kerk het metterdaad beleven van homofiele of lesbische liefde en het homohuwelijk nog steeds afwijst, dan schrijf ik daarover en ik spreek er met anderen over. Ik ben niet de enige en je ziet standpunten langzaam verschuiven. Stond seksualiteit vroeger alleen in dienst van de voortplanting, nu wordt het genoegen van seks als uiting van onderlinge liefde door de kerk erkend. Als Bisschop Punt er geen been in ziet bisschoppen financieel te steunen, die het met de sociale rechtvaardigheid niet zo nauw nemen, dan laat ik mij horen. Het lijkt, dat ook dat geholpen heeft. Maar wat moet je een geduld hebben en wat voel ik mij vaak alleen staan nu zoveel kritische christenen de kerk verlaten hebben.

Els Geuzebroek is secretaris van het Atheïstisch Verbond. Fijn, dat ik nu weet, dat er ook een Atheïstisch Verbond bestaat. Els voelt zich dan wel verbonden met andere atheïsten, maar veel minder of niet met mensen, die nog in het Goddelijke geloven. De veelheid aan inspiratiebronnen bij leden van GroenLinks zal haar niet zo aanspreken. Toch ga ik maar eens proberen bij haar enig begrip voor andermans standpunten te wekken. Zo beweert ze, dat linkse partijen massaal verlaten zijn, terwijl er eigenlijk een minieme verschuiving is opgetreden. Het rechtse CDA is massaal verlaten. De PVV is in sociaaleconomisch opzicht conservatief links te noemen. GroenLinks boekt een enorme ledenwinst.

Inderdaad hebben sinds 1975 alle regeringen van allerlei snit, maar vooral met PvdA, CDA en VVD en soms D66 lange tijd het ontstaan van achterstandswijken met veel Marokkanen niet willen zien. In mijn lessen waarschuwde ik daar al in de tachtiger jaren voor. Veel (groot-)ouders zijn arbeidsongeschikt of werkloos. De inkomens zijn laag en vooral de moeders zijn niet in staat hun kinderen bij hun schoolloopbaan te begeleiden. Zo blijven ook de kinderen kansarm en discriminatie door werkgevers verergert de problemen. In zo’n situatie zoeken sommige jongeren hun heil bij de radicale Islam. Zo werden Rooms-katholieken tot het midden van de vorige eeuw gediscrimineerd en zochten hun heil bij Rome. Ze waren Roomser dan de paus. Geert W. verergert met zijn optreden die radicalisering. Allochtone mensen zoeken steun bij elkaar en versterken hun gezamenlijke identiteit door djellaba’s en hoofddoekjes. In de kern is er een sociaaleconomisch allochtonenprobleem, zoals zoveel religieuze conflicten een sociaaleconomische achtergrond hebben. Van alle hoofddoek dragende meisjes heeft 99,9% geen enkel idee van het rechtssysteem in sommige Islamitische staten. Ze weten dondersgoed, dat hun huwelijk gearrangeerd zal zijn, maar binnen een of twee generaties zal ook dat verleden tijd zijn. Tot slot een persoonlijke herinnering. Een Marokkaanse oud-leerling van mijn vrouw kwam bij ons klagen, dat ze niet naar de opleiding voor toerisme mocht. We vroegen of ze goed ontwikkelde familie in Marokko had. Een oom was advocaat. Samen schreven we in het Frans een brief naar die oom en die schreef, dat het in het Marokko van vandaag doodgewoon is, dat meisjes een beroepsopleiding volgen en daarna een baan zoeken. Het meisje ging naar de MBO voor toerisme in Utrecht. Zo bereik je emancipatie, niet door angst te zaaien voor de Islam.

Jaargang 3, Nr.132.

Leave a Reply