Strenger straffen?

OPVOEDEN EN STRAFFEN 

Moeten we strenger straffen of moeten we anders opvoeden? Op de Forumpagina van de Volkskrant beweerde een orthopedagoge afgelopen week, dat we zo moeten straffen, dat kinderen het ook echt een straf vinden. Strafregels schrijven is erg vervelend voor de kinderen en dus een geschikte straf. Bij het artikel stond een foto van een aantal jongens, die bezig waren met strafcorvee. Zo leek het tenminste, maar omdat de foto gemaakt was in de aula van mijn vroegere school, het inmiddels afgebroken Niels Stensen College, wist ik, dat het een foto was van de “aulabeurt”. Elke klas moest een week lang na de pauzes de aula, tevens lunchruimte, aanvegen. Nu is het voor mij een aanleiding een column aan het onderwerp straffen te wijden. 

Het ideaal is, dat je kinderen zo opvoedt, dat straffen niet nodig is. Iedere opvoeder weet, hoe moeilijk dat is. Of je nu vader of moeder, leerkracht bent of in de jeugdzorg werkt, altijd is het op de eerste plaats nodig is, dat je duidelijke grenzen stelt en dat kinderen weten, dat er iets zwaait als ze die grens overschrijden. Dat betekent vervolgens, dat je als opvoeder dus consequent moet zijn en dat je als ouders of als collega’s één lijn moet trekken. Het lijkt mij overduidelijk, dat heel wat opvoeders grote moeite hebben zich aan deze basisprincipes te houden. Dat kan liggen aan hun eigen opvoeding of aan het feit, dat ze de ervaringen uit hun jeugd inmiddels zijn vergeten. Opvoeders van vandaag krijgen pas laat kinderen en ze hebben meestal geen of weinig jongere broertjes of zusjes, waaraan ze zich zo geërgerd hebben, dat ze altijd van plan zijn geweest, dat ze hun kinderen niet zo zullen opvoeden. Dan is er de verkeerd begrepen term “Antiautoritaire opvoeding”, die vooral in de laatste decennia van de vorige eeuw opgeld deed. De echte betekenis is, dat je kinderen kritisch opvoedt, zodat ze niet automatisch aan een autoriteit gehoorzamen of dat nu een dictator is of een kerkleider of een ondernemer of een bestuurder is. Je mag je nooit beroepen op de kreet “Befehl ist Befehl!”. Nogal wat ouders legden de term  “antiautoritair” uit als zonder autoriteit. Je moest je kinderen zo veel mogelijk vrij laten en zo vroeg mogelijk zelf laten beslissen. Dan kweek je kleine dwingelandjes, die hun  moeder voor “kutwijf” uitschelden als ze niet onmiddellijk hun zin krijgen. Vroeger had je de bevelshuishouding. Vader was de baas. Toen kwam de onderhandelingshuishouding. Ouders en kinderen overlegden. Toen kwam weer de bevelshuishouding. Kinderen waren de baas. Zo komen we tot een volgend principe. Je moet kinderen opvoeden in het dragen van eigen verantwoordelijkheid, maar dat moet heel geleidelijk gebeuren. Stapje voor stapje geef je de kinderen de kans zelf te beslissen. Laat ze het maar uitleggen, waarom ze iets willen. Laat ze zelf maar zeggen wat er voor en er tegen is en dan ontdekken ze vaak zelf, dat het toch anders moet. De moeilijkste tijd is de puberteit. Kinderen willen dan al veel en ouders zien vooral de risico’s. Als opvoeder moet je risico’s durven nemen. Zeg ze dat ook en laat ze hun neus maar eens stoten. Volwassen worden is iets leren. Bijvoorbeeld leren kiezen. 

Jarenlang was ik mentor van een Atheneum 3 klas. Net in die onzekere periode van de puberteit moesten ze allerlei keuzes maken. Als je bepaalde vakken liet vallen, dan werden bepaalde beroepskeuzes geblokkeerd. Maar wat wilden ze worden? Waarom? Omdat het ze leuk leek of om andere mensen te helpen of om veel te verdienen of om belangrijk te worden of omdat je ouders dat zo graag wilden? Wat hadden hun ouders hun aan opvattingen doorgegeven en voorgeleefd? Als opvoeder moet je ook in je eigen gedrag laten zien wat belangrijk is. Probeer als rokende ouder je kind maar eens duidelijk te maken, dat het beter niet kan gaan roken. Als je zelf een luxe leventje leidt, kun je je kinderen de waarde van soberheid niet duidelijk maken. Ouders en dan vooral de moeders zijn bepalend voor de opvattingen van hun kinderen. De opvoeding overlaten aan de school is geen optie. Dan leer je je kinderen vooral, dat iets voor een ander overhebben en aandacht hebben voor elkaar niet belangrijk zijn en je begeleidt ze zeker niet naar het dragen van verantwoordelijkheid voor zich zelf, voor hun eigen leren en dat van hun klasgenoten. 

Moet je als opvoeder straffen? Ja, maar zo min mogelijk. Dat kan als je consequent opvoedt. Als je duidelijk grenzen stelt. En hoe moet je straffen? De straf moet kinderen duidelijk maken, dat ze zich door hun gedrag buiten de gemeenschap, het gezin of de klas plaatsen. Zoals jij je gedraagt, kun je niet aan tafel blijven of in de klas zitten. Of zoals jij je gedraagt verspeel je je voorrechten. Bijvoorbeeld iets langer opblijven of de meester bij zijn voornaam noemen. Soms is tien regels schrijven met een duidelijke boodschap beter dan vellen vol. Wees nooit bang om streng te zijn. In het begin kijken ze boos en later zijn ze je dankbaar. Soms hoor je dat nog van ze als ze al lang van school zijn of als ze zelf kinderen, jouw kleinkinderen hebben.

Jaargang 2, Nr. 45.

Leave a Reply