Mijmeringen

Vakantie! 

Het is veertien jaar geleden, dat ik het onderwijs verliet en begon aan de VUT en daarna pensioen. En weer is de vakantie aangebroken. Kleinkinderen komen met hun rapporten thuis en ze hebben goede resultaten. Ze hebben tijd om met de logeerhond te wandelen en vinden het leuk bij Oma en Opa langs te komen. Als gepensioneerde heb je altijd vakantie of nooit. Er valt nog heel wat te doen, voordat we de vakantiereis langs Hanzesteden rond de Oostzee gaan maken. Ik moet nog kopij inleveren voor het septembernummer van Parochiekontakt, terwijl ik deze week nog een enthousiast verslag van de Parochievergadering heb gemaakt. Ik vond een mooie kop: “Optimistisch verder gaan, geeft de meeste kans op voortbestaan”. Dan moet ik een 55plusfietstocht voorbereiden en de fietstocht rijden langs plekken van historisch belang in de gemeente Houten. Ze hebben er ook nog kunstwerken geplaatst. Er moet nog in de tuin gewerkt worden, die inmiddels behoorlijk bloemrijk is. We moeten nog op kraamvisite. En binnenkort heb ik een gesprek met een wethouder. Gepensioneerden zitten niet stil! 

Vakantie is een tijd om je geest en je lichaam als het ware te restaureren. Even los komen van al dat gedoe, nieuwe mensen leren kennen. Onbekende steden bezoeken. Inspiratie opdoen. Altijd hoop ik, dat we ook in contact komen met de plaatselijke bevolking, maar bij georganiseerde reizen wordt daar weinig aandacht aan besteed. Maar het zou zo goed zijn de mensen elders in Europa te leren kennen en te leren waarderen en zo het gevoel van Europese verbondenheid te versterken. Ik ben heel benieuwd, wat we daar meemaken. 

Toch was er een gebeurtenis, die voor mij in deze week veel meer bepalend was. Ik kreeg een telefoontje van een neef, dat mijn oom het Sacrament van de zieken had gekregen. Nu was er al eerder een crisis geweest en toch was hij elke keer weer opgekrabbeld. Maar niet nu, woensdagmorgen stierf hij.Ook Sjef was belangrijk voor ons gezin. Mijn vader stierf plotseling op 45-jarige leeftijd en mijn moeder bleef alleen achter met vijf kinderen, waarvan ik als oudste negentien was en nog op de kweekschool zat. Een andere broer zat op het seminarie. Dat viel allemaal niet mee, ook financieel niet. Toen werd Oom Sjef toeziend voogd van de kinderen en hij kwam heel vaak langs en wij waren allemaal ook welkom op de Raapopseweg, waar hij woonde. Mijn moeder, mijn broers en zus hadden veel steun aan deze oom. Voor mij was hij ook een voorbeeld. Want toen mijn zwager jong stierf en drie jonge kinderen achterliet, werd ik zijn voorbeeld volgend toeziend voogd van hen en probeerde onze schoonzus zo goed mogelijk tot steun te zijn.

Oom Sjef was een harde werker. Dat moest ook wel met een vrouw en zeven kinderen. Hij was boekhouder en belastingadviseur. Eigenlijk hield hij met 65 jaar niet op, maar bouwde het werk langzaam af. Maar daarbuiten was hij ook actief, bijvoorbeeld in de landelijke diabetesvereniging.

Toen ik verkering kreeg, was Oom Sjef een van de eersten, die de nieuwe aanwinst voor de familie moest bewonderen en toen we eenmaal getrouwd waren kwam hij nog vaak langs en wat daarbij opviel was, dat hij zo van snoepen hield. Dus voor zijn verjaardag brachten we vaak snoep mee, maar dan wel suikervrije bonbons. De laatste jaren kwam ik steeds op zijn verjaardagen en merkte, dat hij achteruit ging. Vorig jaar vierden we op 8 december zijn negentigste verjaardag. Van ons gezin waren we er met z’n drieën. Ik ben er trots op zo’n oom te hebben gehad.

Leave a Reply