De vervrouwelijking van beroepsgroepen

TWEE MANNEN EN VIJF VROUWEN IN DE TWEEDE KAMERFRACTIE 

Het was een als grappig bedoelde opmerking over die twee mannen, die het met vijf vrouwen in de fractie maar moeilijk moesten hebben. En de oorzaak is vooral, dat Wijnand Duijvendak door een vrouw is opgevolgd. Toch dacht ik op datzelfde moment: “Is dat nu een goed of een slecht teken?” 

Je kunt zeggen, dat het wat overdreven de man-vrouw-verdeling onder de GroenLinkskiezers weergeeft. Maar ik vroeg mij eigenlijk af of dit een toevalligheid is of de weerslag van een maatschappelijke tendens, dat vrouwen in bepaalde beroepen de mannen verdringen of, dat de mannen niet meer voor zo’n beroep kiezen. Soms is er een traditionele oververtegenwoordiging van vrouwen, zoals in de zorg, althans in de lagere en middenfuncties. Maar nu zie je ook steeds meer vrouwelijke huisartsen en tandartsen en het onderwijs is enorm aan het vervrouwelijken. Op de pabo’s zit één jongen in een klas met verder alleen meisjes. Jongens haken in grote aantallen af. Waar ligt dat aan? Voelen jongens zich er niet thuis? Is de sfeer te vrouwelijk geworden? Daar zijn wel aanwijzingen voor. Daarnaast zijn het vaak de zwakste havo-leerlingen, die voor de pabo kiezen. Bij de jongens misschien nog meer dan bij de meisjes, waar idealisme nog wat meer mee speelt. Ik ben er van overtuigd, dat het veel meer een financiële kwestie is. Vergeleken met het bedrijfsleven en de overheid betaalt het onderwijs slecht. Nog steeds. Het beroep op zich levert nauwelijks status op. Een onderwijzer wordt in beter betaalde kringen als een knechtje beschouwd, niet als een vakman en beproefde opvoeder, waar je je kinderen met een gerust hart aan toevertrouwt en bij wie je als ouder graag te rade gaat. 

Zou je kunnen zeggen, dat een oververtegenwoordiging van vrouwen in bepaalde functies of bepaalde beroepen wijst op een slechte betaling, slechte arbeidsvoorwaarden, onaangename werksfeer en weinig aantrekkelijk werk? Daaraan moest ik even denken toen die vijf-twee-verdeling in de fractie ter sprake kwam. Het lijkt mij niet waarschijnlijk, want dan zou dat bij andere fracties ook zo moeten zijn. Maar als bepaalde beroepen zo sterk vervrouwelijken, dan is er alle reden om na te gaan wat de oorzaken zijn. Het zou een teken kunnen zijn, dat de emancipatie van de vrouw aan het mislukken is. 

Ook voor mannen is er reden eens goed na te denken. Waar kiezen mannen voor? Als er tenminste iets te kiezen valt? Kiezen ze voor het hoge salaris, de leasebak, de status, de bonussen en het hoge pensioen? Of willen mannen werk doen, dat veel van ze vraagt, dat niet altijd aantrekkelijk is, veel stress met zich meebrengt en waar je vaak stank voor dank krijgt? Eigenlijk is het de vraag naar jouw waarden, naar jouw levenbeschouwing. Wat wil je van je leven maken? Wat wil je voor anderen, voor de maatschappij betekenen? 

Ik maakte een keer een bijeenkomst mee, waar de vraag was of GroenLinks behoefte had aan een beginselprogramma. De inleider vond dat nodig, want als politicoloog kreeg hij maar geen zicht op de beginselen, waardoor GroenLinks zich laat leiden. Misschien, dat hem dat nu als directeur van het Wetenschappelijk Bureau beter gaat lukken. Ik bracht naar voren, dat het leuke van GroenLinks is, dat mensen met allerlei inspiratiebronnen elkaar daar vinden in een concreet programma met veel duurzaamheid en een eerlijke verdeling van de welvaart, ook op wereldschaal. En ik somde op: De een laat zich inspireren door het protestant zijn en door de bijbel, de ander door het Jodendom, een volgende door de Islam en de Koran, of iemand is katholiek of pacifist of humanist of socialist of marxist of links liberaal. De dame in het forum merkte fijntjes op, dat het feminisme ontbrak en dat dit haar inspiratiebron was. Is het feminisme een levensbeschouwing en hoe denken feministen over de vervrouwelijking in sommige beroepen of functies? Soms is het een duidelijk succes, want dan wordt die vijfde vrouw door de parlementaire pers tot politiek talent van het jaar gekozen. Proficiat, Jolande Sap!!!!! 

Jaargang 2, Nr. 40.

Leave a Reply