Immigratie en neef-nichthuwelijken

NEEF EN NICHT VRIJT LICHT 

In Nederland wordt een neef-nichthuwelijk afgeraden, maar wordt meestal wel toegestaan. En het komt vaker voor, dat een neef en een nicht elkaar aardig vinden en bij wat gestoei of geflirt wordt al snel het spreekwoord hierboven gebruikt. Recent kondigde het kabinet maatregelen aan tegen neef-nichthuwelijken. Die zouden niet langer erkend worden. In de berichtgeving werd niet vermeld of de bestaande neef-nicht-huwelijken tussen geboren Nederlanders voortaan niet meer erkend zouden blijven en of ook aan geboren Nederlanders toestemming voor een neef-nicht-huwelijk geweigerd zou worden. Om huwelijksmigratie te bemoeilijken zou de vrijheid van geboren en getogen Nederlanders aldus beperkt worden. 

Waarom worden neef-nichthuwelijken afgeraden? De kans op kinderen met een erfelijke ziekte of een erfelijke afwijking wordt dan groter. Dat zie je ook in geïsoleerde gebieden met weinig huwelijksmobiliteit. Door “inteelt” komen daar meer erfelijke ziekten en afwijkingen voor. 

Maar waarom heeft men dat in al die culturen, waar het neef-nichthuwelijk zelfs het voorkeurshuwelijk is nooit ontdekt? Daarvoor zijn twee redenen te noemen. In die culturen was er door slechte medische zorg en slecht en te weinig voedsel en slechte hygiëne altijd al een hoge zuigelingensterfte. Dat er wat meer kinderen door inteelt stierven, viel niet op. Daarnaast kan de inteelt ook omgekeerd werken. Heel positieve erfelijke factoren worden gecombineerd en zo worden uit een neef-nichthuwelijk uitzonderlijk begaafde kinderen geboren. Zo gaat men immers ook te werk bij het fokken van dieren of de selectie van zaden. De beste exemplaren worden gekruist en hoe nabijer de verwantschap hoe beter. Ik bedoel natuurlijk niet, dat dit bij mensen ook maar moet gebeuren al zijn er in Nazi-Duitsland wel selectiepraktijken geweest. Het lijkt mij meer een thema voor een enge sciencefictionroman.  

In nogal wat culturen is het neef-nichthuwelijk het voorkeurshuwelijk. Dat hangt samen met het daar bestaande clansysteem. De gehele bevolking behoort tot twee of meer clans. Binnen een clan mag niet gehuwd worden. Terwijl iemand hier zowel van vaders als van moeders kant familie heeft, komt het daar voor, dat men alleen tot de clan van de vader of alleen tot de clan van de moeder behoort. Men spreekt dan van patrilineaire of matrilineaire verwantschap. We geven een voorbeeld. Bij een stam of een volk bestaat een matrilineair verwantschapssysteem en er zijn twee clans. Kinderen behoren tot de clan van de moeder en dus ook tot de clan van moeders broer, hun oom. Zij behoren niet tot de clan van hun vader en vaak speelt de vader in het gezin geen rol van betekenis bij het gezinsleven en de opvoeding. De rol van de oom is daarbij veel belangrijker. Vaak maar niet altijd is het erfrecht ook matrilineair. Je erft van je moeder. Bijvoorbeeld het recht op het gebruik van grond. Eigendomsrecht van de grond bestond in die culturen niet en de invoering daarvan tijdens de koloniale periode heeft zeer verstorend gewerkt.  Vrouwen bewerken de kostgrondjes en de dochter erft het recht op dat gebruik van haar moeder. De kinderen van de oom behoren tot de clan van hun moeder. Ze erven van haar. Dat is aantrekkelijk voor de neef, vaders zusters zoon, want zo blijft de grond toch nog een beetje in de familie, die eigenlijk geen familie is. Zo wordt een huwelijk van een jongen met moeders broeders dochter een voorkeurshuwelijk. Omdat bij matrilineair erfrecht het recht op grondgebruik overgaat van moeder op dochter zal de neef de bruidegom meestal ook in het dorp van de bruid gaan wonen. Het huwelijk is matrilokaal.  

Zo’n eeuwenoude traditie wordt niet zo maar doorbroken. Bovendien is er in de plaats van de voedselzekerheid door het erven van het gebruiksrecht van grond een ander voordeel gekomen, dat je je kinderen graag gunt. Het recht op verblijf in Nederland, dat de grens zo veel mogelijk gesloten houdt. Zo lang de welvaart in de herkomstgebieden niet sterk is toegenomen blijft die migratiedruk bestaan. Wil je de migratie beperken, dan moet je dus wel zeer uitzonderlijke maatregelen nemen zoals in dit geval het beperken van het recht op vrije partnerkeuze. Inderdaad is die partnerkeuze vaak niet vrij, maar het blijkt, dat gearrangeerde huwelijken zich vaak tot een harmonieuze verbintenis ontwikkelen. Onze vrije partnerkeuze blijkt wat dat betreft weinig succesrijk. Een op de drie huwelijken loopt uit op een scheiding. Ook bij vrije partnerkeuze komt huiselijk geweld voor en in veel meer gevallen dan we vaak denken. 

Zo zijn in het korte bestek van deze column heel wat problemen aan de orde gekomen. Als je voorstander bent van veel vrijheid bij de partnerkeuze zou goede voorlichting  op zijn plaats zijn en een opvoeding, waarbij het goede voorbeeld van de ouders leidt tot navolging. De overheid zou dit kunnen stimuleren, maar moet het zelf ingrijpen tot het uiterste beperken. 

Jaargang 2, Nr. 31.

Leave a Reply