De stille angst van menig parochiaan

Gepubliceerd in Parochiekontakt Odijk in september 2009 

 

Een kerk gaat niet zo maar dicht

John Jorna 

Toen ik in de zeventiger jaren op Kanaleneiland werkte waren daar drie katholieke kerken. Nu nog maar één. Er is er een afgebroken en een is een rouwcentrum geworden. Kennelijk is die ene overgebleven kerk genoeg, want zo veel katholieke mensen wonen er niet meer en die er wonen komen veelal zelden of nooit in de kerk. In de wijk zijn veel Nederlanders van buitenlandse komaf komen wonen. In veel meer steden zie je dat kerken worden afgebroken of een andere bestemming krijgen. In mijn oude Arnhemse parochiekerk zijn net als in de Martinuskerk in Utrecht appartementen gebouwd. Het Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement is in een kerk gevestigd.Men voorziet, dat in de komende jaren nog veel kerkgebouwen een andere bestemming zullen krijgen. Soms vragen mensen zich af of de nieuwe Paus Johannes XXIII parochie in de Kromme Rijnstreek straks nog wel acht kerkgebouwen zal tellen. Niemand kan daarop een antwoord geven. We weten immers niet of over tien of twintig jaar er nog steeds veel katholieken in elk dorp trouw hun bijdrage aan de Actie Kerkbalans zullen geven en of ze ook regelmatig deel zullen nemen aan de weekendvieringen. Maar op dit moment kan elk van de acht parochies de eigen broek ophouden en is er dus geen reden een kerk te sluiten. 

Andere onzekerheden

We weten ook niet of er over tien of twintig jaar nog priesters zullen zijn om regelmatig in de vieringen voor te gaan. Elk jaar worden er nog priesters gewijd, maar blijft dat zo? We weten evenmin hoe het beleid van het bisdom zich in de toekomst zal ontwikkelen. In andere bisdommen worden bijvoorbeeld twee kerken als hoofdkerk aangewezen, waar elke zondag en zelfs door de week een Eucharistieviering is. Dat leidt uiteraard tot een sterke vermindering van het kerkbezoek in de andere kerken en tot een vermindering van het totale kerkbezoek en dus een vermindering van de inkomsten. Als er in een dorp op zondag nog maar af en toe een viering is, zullen mensen minder gemotiveerd zijn een flinke bijdrage te geven aan de Actie Kerkbalans. Maar ja, er zijn nu eenmaal bisschoppen, die een eucharistieviering met weinig mensen in totaal belangrijker vinden dan overal een gemeenschapsviering, waar veel meer mensen in totaal komen en mensen veel sterker aan die gemeenschap verbonden blijven, elkaar tot steun zijn en samen de boodschap van Jezus van Nazareth doorgeven. Zo is het leven. Niets is zeker. We moeten leren met onzekerheden te leven. Dat gaat wel in tegen het moderne levensgevoel. Wij hebben immers sterk het idee, dat voor alles gezorgd kan worden, dat al onze verlangens kunnen worden vervuld. 

Duidelijke voorwaarden

Voordat een kerk wordt afgebroken of een andere bestemming krijgt moet een kerkgebouw eerst aan de eredienst worden onttrokken. Dan is de kerk niet langer een sacraal (gewijd) gebouw, al heeft het gebouw nog wel die uitstraling. Zo iets gebeurt niet zo maar. Er moeten duidelijke redenen zijn om tot sluiting over te gaan.Ten eerste moet er zeer weinig van de kerk gebruik gemaakt worden. Er komen geen mensen meer in de vieringen en er is niemand, die nog kan voorgaan in de vieringen. Ten tweede moeten de rechthebbenden ermee instemmen. Dat zijn op de eerste plaats de parochianen, die van het gebouw gebruik maken om erediensten te bezoeken. Maar het kan ook een familie zijn, die een grote som geld heeft gegeven op voorwaarde, dat er vier keer per jaar een H. Mis ter intentie van de overleden familieleden wordt opgedragen. In onze parochie zou denkbaar zijn, dat een begrafenisondernemer een contract heeft afgesloten om gedurende langere tijd gebruik te maken van het mortuarium en indien nodig van de dagkerk. Er mag ook geen enkele schade worden toegebracht aan het zielenheil van de gelovigen. Er moet dus op aanvaardbare afstand een andere kerk beschikbaar blijven, zodat de betrokkenen kunnen blijven deelnemen aan de vieringen. Als het gebouw in stand blijft, bijvoorbeeld omdat het als monument niet mag worden afgebroken, moet het gebouw een aanvaardbare niet gewijde bestemming krijgen. Je mag er geen gokhal in vestigen. Daar zouden mensen aanstoot aan kunnen nemen. De bisschop moet de priesterraad van het bisdom raadplegen. Als aan al deze voorwaarden wordt voldaan kan de bisschop het besluit tot sluiting nemen. Het gebouw en de grond blijft eigendom van de parochie. 

Conclusie

Als je pessimistisch wilt zijn of zeer cynisch, kun je gemakkelijk van mening zijn, dat er straks nog maar een paar kerken open zullen zijn. Als je meemaakt wat er in steden gebeurt, hoe sterk daar de onkerkelijkheid toeneemt en verwacht, dat dat hier ook zal gaan gebeuren, dan neig je naar pessimisme. Als je denkt, dat een trend zich eeuwig in dezelfde richting zal voortzetten, dan ligt pessimisme voor de hand. Bij echt geloof in de boodschap van Jezus van Nazareth hoort geen pessimisme. De keus is aan u, beste lezeres of lezer.

Leave a Reply