Zwarte slavenhandelaren

HOE WREED WAREN DE ASHANTI UIT GHANA?

 

Terecht wordt er van tijd tot tijd op gewezen dat Afrikaanse Koninkrijken als Ashanti en Dahomey belangrijke leveranciers van slaven waren aan de Europese handelaren in hun forten aan de kust. Kees Uittenhout uit Sprang Capelle sprak dit onlangs tegen in de Volkskrant in een “Brief van de Dag”. Hij heeft een roman gepubliceerd met de titel Gouden Handel.

In zijn ingezonden brief meent hij de schuldigheid van het Ashanti Koninkrijk te moeten tegenspreken. In zijn ingezonden brief schrijft hij: In het huidige Ghana waren het de Ashanti die van overwonnen dorpen de dorpelingen meevoerden, de vrouwen als bijslaap, de mannen als krijger in hun dienst en de kinderen als landarbeider. Zo ging dat vele eeuwen door.”  Uittenhout verzuimt te vermelden waarom de Ashanti zo vaak op oorlogspad gingen. Een jongeman werd pas als volwassen beschouwd als hij een tegenstander had overwonnen door hem te doden of als die om genade smeekte mee te voeren als slaaf. Dat mag dan een eeuwenoude gang van zaken zijn geweest, maar als wij dit afmeten aan de normen van vandaag, waren die Ashanti oorlogsmisdadigers. Als je zo’n meegevoerde vrouw tot bijslaap maakt ben je een verkrachter. We kennen het zogenaamde Stockholm syndroom. Iemand kiest voor de mensen, die jou gevangen houden. Misschien wordt die buitgemaakte vrouw wel zijn favoriete. Zo kun je een romantisch beeld van de wrede werkelijkheid krijgen. In het toenmalige Afrika was slavernij normaal.

In zijn ingezonden brief beschrijft Uittenhout de komst van Westerse slavenhandelaren op zoek naar slaven voor de plantages en mijnen in Noord- en Latijns Amerika. Ook Nederlandse kooplieden boden de Ashanti musketten en kruit in ruil voor slaven. Dat betekende een enorme versterking van hun oorlogszucht. Ze gingen nog massaler overwonnen tegenstanders tot slaven maken en verkochten die aan de Europese handelaren aan de kust. Die brandmerkten hun aankopen en voerden hen in hun scheepsruimen naar de overzijde van de Atlantische Oceaan. Uittenhout maakt dan een merkwaardige bocht in zijn brief. Niet de Ashanti zijn schuldig, maar de Europese kooplieden, die hun musketten en kruit hebben geleverd. Ik denk, dat geen rechter een moordenaar vrijspreekt en de leverancier van het moordwapen wegens moord veroordeelt. De Ashanti zijn net zo schuldig als de Europese slavenhandelaren.

Ik schreef het al eerder: Er zijn zwarte en witte slaven en er zijn zwarte en witte slavenhandelaren en slavenhouders.

Helaas worden in de discussies over het slavernijverleden de witte mensen steeds als de daders geschetst en de zwarte mensen als hun slachtoffers. Die gepolariseerde discussie bemoeilijkt het streven naar verzoening. De slachtofferrol maakt het lastiger om te emanciperen. Ben ik als nazaat van een slaaf wel geschikt voor een leidende functie of kan ik wel een innoverende wetenschapper worden? Ze moeten zich trotse vrije mensen voelen zoals onze Middeleeuwse stedelingen trots waren op hun vrijheid en op het feit, dat ze niet langer onderhorig waren aan de edelen. Zo kennen we in Nederland al heel lang democratie in tegenstelling tot bijvoorbeeld delen van het Habsburgse Keizerrijk en Rusland onder de tsaren, waar de adel nog lange tijd een overheersende rol speelde. Het is niet toevallig dat juist in sommige Midden-Europese landen problemen opduiken met de handhaving van Europese democratische waarden.

Een ander voorbeeld van discriminatie is de onderdrukking van Rooms-Katholieken in de protestante delen van Nederland. Katholieken gehoorzaamden aan een buitenlands staatshoofd, de Paus, hoofd van het ministaatje Vaticaanstad. Katholieken konden tot de jaren zestig van de vorige eeuw geen burgemeester van een grote stad worden, geen rechter in de Hoge Raad, geen generaal in het leger of admiraal bij de vloot. Zulke functies kon je niet aan zo’n onbetrouwbare katholiek toevertrouwen. Als ik dit vertel, gelooft bijna niemand het. Het is echte historische waarheid. Zwarte Nederlanders kunnen best iets leren van die Roomse emancipatiegeschiedenis. Marga Klompé, nu opgenomen in de Canon van Nederland, is een typische vertegenwoordigster van die Roomse emancipatie. Ze slaagde in 1929 voor het diploma HBS b aan de R.K.H.B.S. in Arnhem. Die school is in 1921 opgericht.

Voor alle mensen met voorouders uit het buitenland, Suriname, de Antillen, Turkije, Marokko en zo voort geldt, dat vooral de stiekeme discriminatie bij het zoeken naar een stageplek en later naar een baan, die past bij een goede opleiding, moet worden bestreden. Iedereen van goede wil kan door het melden van dit soort vuige praktijken een bijdrage leveren. Laten we vooral proberen de huidige polarisatie te verminderen. Het is moeilijk niet boos te worden als jou onrecht wordt aangedaan, maar met rust en vriendelijkheid bereik je meer.

13e Jaargang, Nr. 622.

Leave a Reply