De EU als transferunie

WELKE HERVORMINGEN ZIJN NOODZAKELIJK?

De carnavalsvereniging van ons buurdorp Werkhoven heet “De Vergeten Hoek”. De naam herinnert aan de eerste jaren na de samenvoeging van Bunnik, Odijk en Werkhoven tot één gemeente Bunnik. Werkhoven voelde zich verwaarloosd. In Bunnik en Odijk kwamen allerlei voorzieningen. Werkhoven stond met lege handen en noemde zich “De Vergeten Hoek”. De fusiegemeente bestemde te weinig geld voor Werkhoven. Inmiddels is het ruimschoots recht getrokken. Als er nu nog te weinig voorzieningen zijn, dan ligt dat aan de Werkhovenaren zelf. Ze willen niet te hard groeien om zo het eigen karakter te behouden. Zo halen voorzieningen hun drempelwaarde niet. We zien ze vaak boodschappen doen in Odijk. De eigen dorpssuper biedt te weinig keus. Door gemis aan klandizie blijft die klein en biedt te weinig keuze.

Wat we in Werkhoven en onze gemeente Bunnik in het klein zien, speelt zich ook af op landelijk niveau. De Randstad krijgt alles en de grensprovincies worden verwaarloosd. Ze moeten heel lang wachten op de in hun ogen broodnodige autosnelweg. De verplaatsing van de marinierskazerne naar Vlissingen gaat niet door. Ze hebben veel meer werkloosheid en er wordt te weinig geïnvesteerd. Toch vindt er heel wat money-transfer, geldoverdracht plaats. Het grote geld wordt verdiend in de Randstad en de provincies Noord-Brabant en Gelderland. De krimpgebieden krijgen steun om de voorzieningen op peil te houden. Toch verliezen dorpen hun basisschool. Minder agrarische bedrijven hebben minder kinderen en minder personeel met kinderen dan vroeger. Een systeem van schoolbussen zou een oplossing kunnen zijn. Dan moet er wel geld uit Den Haag komen. Den Haag beslist.

Hoe zou het zijn als elke provincie net als vroeger geheel zelfstandig was? De welvaartsverschillen binnen Nederland zouden veel groter zijn. De Randstad, Noord-Brabant en een groot deel van Gelderland zouden veel welvarender zijn dan de rest. Maar één provincie zou alle anderen in rijkdom overtroffen hebben. Als Groningen de aardgasopbrengsten in eigen zak had gehouden, waren bijvoorbeeld veel autosnelwegen niet aangelegd. Onvoorstelbaar? Ja, want de diepere delfstoffen zijn eigendom van de staat, zegt de Mijnbouwwet. Het Groningse gas is van ons allemaal. Niemand in Nederland verzet zich tegen deze situatie. Het hoort zo. We zijn solidair met alle Nederlanders.

Hoe anders is de toestand in de Europese Unie. Bij velen heerst de mening, dat de Nederlandse welvaart het gevolg is van onze slimme manier van werken en onze enorme inzet. De armoede elders is hun eigen schuld. Al heel lang wijs ik op het feit, dat grote delen van de EU werkgelegenheid en dus welvaart hebben verloren juist door het opgaan in een grote gemeenschappelijke markt. Bedrijven waren veilig binnen hun eigen nationale markt. Nu werden ze plotseling blootgesteld aan de concurrentie van bedrijven elders in Europa. Die konden goedkoper produceren door ligging bij een haven voor de aanvoer van grondstoffen of door de aanwezigheid van delfstoffen of goedkope energie. Ze werkten met moderne methoden en hadden veel beter geschoold personeel en steun van de wetenschap. Er was een grote koopkrachtige markt voor hun producten. Gebieden met gunstige productievoorwaarden gingen er door de gemeenschappelijke markt op vooruit, maar helaas gingen andere gebieden er op achteruit. Ze moesten andere welvaartsbronnen gaan aanboren. Zo zie je in Twente de textielindustrie grotendeels verdwijnen terwijl vooral technologische bedrijven zich volop ontwikkelen. In de EU krijgen die achterblijvende gebieden al lange tijd steun, maar lang niet altijd helpt dat. De welvaartsverschillen blijven, net als binnen Nederland.

De regionale steunmaatregelen binnen Nederland zijn duidelijk begrensd. Daar beslissen we over op nationaal niveau. Je kunt erover twisten of het eerlijk genoeg is. Dat hangt ook af van je politieke opvattingen. De wijze van besluitvorming in de EU is nog niet echt democratisch. Het gekozen Europees Parlement heeft maar beperkte macht. De echte beslissingen worden genomen door de Raad van Ministers van Financiën of door de Europese Raad van regeringsleiders. Wat Nederland vreest is, dat het zijn bevoegdheid verliest om nee te zeggen, een veto uit te spreken. Als er besluiten bij normale meerderheid kunnen worden genomen, dan kan Nederland en kunnen ook andere welvarende lidstaten gedwongen worden door een meerderheid van economisch zwakke lidstaten om onbeperkte steun te verlenen. Dat betekent, dat er eerst grondige veranderingen in de EU moeten komen. Niet de lidstaten moeten beslissen, maar een gekozen parlement. Dat moet daarbij duidelijke grenzen stellen aan de geldoverdracht en tegelijk ook hoge eisen stellen aan de ontvangende lidstaten om allerlei economische hervormingen door te voeren, die bijvoorbeeld Nederland al lang tot stand heeft gebracht. Dat betekent een ontwikkeling naar een federale unie met wetgeving, die overal in de unie geldt. Oei, de superstaat komt eraan. De bescherming van onze financiën vraagt erom.  Ook de nood ten gevolge van de coronacrisis vraagt erom. Het is juist het economische zwaartepunt van Italië dat nu getroffen is en juist omdat het een economisch zwaartepunt is, want daar komen zakenlieden uit de hele wereld en dus ook uit China en toeristen uit de hele wereld, dus ook uit China. De besmette zakenlieden en toeristen brengen het virus naar hun thuislanden. Dat Noord-Brabant zo veel coronapatiënten kreeg lag vooral aan Noord-Italiaanse connecties. Zo leidt een mondiale economie naar een mondiale coronacrisis. Het bestrijden van zulke enorme crises vergt een sterk verbonden Europa.

13e Jaargang, Nr. 609.

 

Leave a Reply