Veiligheid

WAT TE DOEN ALS DE POLITIEK FAALT?

 

De eerste en meest fundamentele opdracht van een staat is de zorg voor de veiligheid van de burgers. Zelfs bij een primitieve horde van jagers en verzamelaars in hun eerste stadium van de ontwikkeling van hun cultuur zie je, dat zij de grenzen van hun jachtgebied bewaken en andere groepen er niet toelaten. De natuur staat slechts een beperkt aantal bewoners toe. De evolutie laat een ontwikkeling zien van wapens en maatregelen om de veiligheid te waarborgen. We zien een primitieve knots, een speer, een pijl en boog, een slinger, een blijde en een stormram. Van een eenvoudige ring van doornstruiken gaat het naar een palissade, een muur, een gracht met een wal en betonnen bunkers. In mijn omgeving vinden we de overblijfselen van forten en wachttorens van de limes, de grens van het Romeinse rijk. Er zijn de wallen en grachten van de stad Utrecht en er zijn de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Behalve de militaire veiligheid hebben we in Nederland ook een bijzondere vorm van organisatie tegen overstromingen, de waterschappen. In een waterschap werkten de bewoners van een gebied samen om de dijken sterk genoeg te houden. Bestuurders worden gekozen. Door goede bestuurders te kiezen kunnen wij onze eigen veiligheid waarborgen. We houden ons aan de wetten en betalen de belastingen die  nodig zijn om te zorgen voor onze veiligheid.

Wat kun je of moet je doen als je na gedegen onderzoek merkt, dat de politiek er niet in zal slagen onze veiligheid te waarborgen? Je kunt er op hopen, dat dergelijke slechte bestuurders bij de eerstvolgende verkiezingen niet meer gekozen worden. Dat blijkt maar al te vaak een valse hoop. De veiligheidsvraagstukken zijn zo ingewikkeld, dat veel mensen er weinig van begrijpen. Ze laten zich door politici van alles wijs maken. Bedrijven betalen aan zogenaamde deskundigen veel geld om ze te laten beweren, dat het gevaar er niet is. Politici roepen dat het allemaal veel te veel geld kost. Tot het te laat is. Het jaar 1672 staat bekend als het Rampjaar. We werden aangevallen door Engeland, Frankrijk , Keulen en Münster. We hadden wel gezorgd voor een sterke vloot, maar de verdediging te land was verwaarloosd. Het land was reddeloos, de regering radeloos en het volk redeloos. Het gepeupel vermoordde Raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis.

Een ander voorbeeld is de Deltaramp van 1953. Die nacht van 31 januari op 1 februari stond er een noordwester storm van Schotland tot het Zuiden van de Noordzee. Over grote afstand werd het water opgestuwd. Die opstuwing werd nog versterkt door de trechtervorm van het zuidelijk deel van de Noordzee. Tegelijk was het Springvloed, een extra hoge vloed. Het water sloeg over de dijken. Op veel plaatsen braken de dijken. Het land overstroomde en meer dan 1800 mensen verdronken. De ingenieurs van Rijkswaterstaat wisten, dat de dijken te laag waren. Het had nog erger kunnen zijn geweest, want het hoogtepunt van de storm en van het hoogwater vielen niet precies samen. Men heeft bewust een risico gelopen en het liep helemaal verkeerd af. Met de Deltawerken hopen we een dergelijke ramp voor de toekomst te voorkomen.

We weten nu al, dat de dijken in de toekomst toch weer verhoogd moeten worden. De zeespiegel stijgt door het warmer worden van het klimaat. Die temperatuurstijging wordt nu al gemeten. Die is niet overal even sterk. Bij de polen gaat het sneller. Het smelten van het landijs van Groenland en het Zuidpoolgebied zorgt ervoor, dat het zeewater steeds hoger komt te staan. Daar merken we niet zo veel van, want het gaat langzaam. Daarom is het moeilijk om er in te geloven. Gewetenloze  of erg domme politici maken de mensen wijs, dat het allemaal wel mee zal vallen.

Hoe werkt dat eigenlijk? Iedereen weet, dat het in een broeikas erg warm wordt als de zon erop schijnt. De straling van de zon gaat wel door het glas, maar de warmtestraling gaat niet door het glas naar buiten. Zo werkt de luchtlaag rond de aarde ook en dat is maar goed ook. Anders zou het erg koud worden als de warmte niet wordt vastgehouden. Bepaalde gassen in de atmosfeer werken als het glas van de broeikas. Ze zorgen ervoor dat de lucht de warmte vast houdt. Zo’n gas is de koolstofdioxide. Het is het gas, dat in priklimonade zit. Het gehalte aan koolstofdioxide is sinds de negentiende eeuw sterk toegenomen door het verbranden van steenkool, aardolie en aardgas. Het broeikaseffect is enorm versterkt. De atmosfeer houdt steeds beter warmte vast.

Uitrekenen hoe snel dat gaat en hoe snel we af moeten van het verbranden van steenkool, aardolie en aardgas is knap ingewikkeld. De wetenschappers van Urgenda sloegen met hun computers aan het rekenen en ontdekten, dat onze overheid te langzaam is. We zullen te laat zijn. De temperatuur zal te lang blijven stijgen. Er zal te veel ijs smelten en de zeespiegelstijging zal veel te veel worden. Ons lage landje zal daar veel last van krijgen. Maar net als voor 1953 blijven de politici rustig dit vreselijke risico lopen. De meeste mensen hebben dat niet echt door. Ze blijven op die mensen stemmen.

Wettelijk, namelijk door het Verdrag van Parijs is voorgeschreven, dat de temperatuurstijging op tijd moet worden beperkt. De overheid houdt zich niet aan die wet. Ze werkt te langzaam. Dus stapten de wetenschappers naar de rechter. Die gaf hun gelijk. Volgens het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) heeft de overheid de taak de veiligheid van de bevolking te waarborgen. Zelfs de Hoge Raad was het daarmee eens. Is de rechter nu op de stoel van de politici gaan zitten? De rechter heeft de politici de opdracht gegeven hun werk beter te doen en zich aan de wet te houden. Dat is de taak van een rechter. Maar sommige politici leren het nooit. Ze leren de lessen van de geschiedenis niet.

Sommigen willen graag onder de rechterlijke uitspraak uit. Ze beweren, dat de regel uit het Mensenrechtenverdrag geldt in individuele gevallen. Zou de regel dan niet gelden voor al die individuele gevallen samen? Dat heet spijkers op laag water zoeken.

13e Jaargang, Nr. 606.

 

Leave a Reply