Eurosceptici

HUN FAKE ARGUMENTEN

Over vijf weken hebben we in Nederland de verkiezingen voor het Europees Parlement achter de rug en elders in Europa moeten ze nog beginnen.  Ongetwijfeld hebben we weer tal van anti-Europese geluiden gehoord. Soms zelfs van onze Minister-President, die minachtende woorden wijdde aan het Europees Parlement. Het wordt tijd om deze historicus eens een flinke tik op de vingers te geven door een onverwacht hoge opkomst. Zo kunnen wij burgers van Europa  laten zien, dat wij onze Europese volksvertegenwoordiging wel belangrijk vinden. De Europese Raad van regeringsleiders laat allerlei misstanden vrolijk bestaan en verzuimt de noodzakelijke maatregelen te nemen. Het Europees Parlement doet juist zijn uiterste best om aan misstanden een eind te maken. Denk aan de moord op een journaliste op Malta, de vele trucs om belasting te ontwijken, die de Nederlandse regering nog steeds laat bestaan, de minachting voor de Rechten van de Mens in landen als Hongarije, Polen en Roemenië en de bescherming van klokkenluiders. Wij maakten het mee hoe onze Minister-President het knechtje van de baas van Unilever bleek.  Alleen in Europees verband kunnen we de macht van de multinationals aan banden leggen.

Natuurlijk zijn er partijen, die de Europese Unie afwijzen. Ze beweren, dat de Europese Unie zich ontwikkelt tot een superstaat en volgens hen is dat iets vreselijks. In zekere zin hebben ze gelijk. De Europese Unie begon als een vredesproject en is dat in feite nog steeds. Een oorlog tussen Duitsland en Frankrijk is gelukkig ondenkbaar geworden. Er zijn in Europa inmiddels genoeg oorlogskerkhoven.  Maar het is van het begin af aan ook en vooral een economisch project geweest. Als Nederland of welk land dan ook voorzien we niet in onze eigen behoeften. We kennen al jaren een mondiale economie.  In grote lijnen zijn er ook regels voor die wereldeconomie. Binnen Europa werken de lidstaten van de Europese Unie samen en regelen de economie, zodat de onderlinge handel goed verloopt. Er zijn geen tolgrenzen meer. Er is tussen al die staten vrije handel.  Wij exporteren zeer veel naar andere landen in Europa. Dat brengt ons welvaart. Met andere landen sluit de EU handelsovereenkomsten. Dat is bijna altijd een ingewikkelde zaak. Handel binnen Europa is juist veel gemakkelijker.  Over alle regels beslissen we met zijn allen.  De beslissingsmacht ligt dan vooral bij de Raad van Ministers. Die vertegenwoordigen een land, maar eigenlijk de regerende meerderheid van een land. De oppositie van Nederland is in de Raad niet vertegenwoordigd.  In het Europees Parlement kunnen alle partijen vertegenwoordigd zijn. Het Europees Parlement heeft niet over alle onderwerpen medezeggenschap, maar weet zijn macht wel steeds uit te breiden. Het Hof van justitie geeft daarbij steun.

Wij hebben in de loop der tijden steeds meer nationale bevoegdheden overgedragen aan de Europese Unie. We zijn nog steeds een soevereine staat en passen in ons land naast onze eigen wetten ook Europese regels en voorschriften toe.  Euroscepetici beweren vaak, dat wij onze soevereiniteit kwijt raken.  Maar kunnen wij als klein landje nu echt onze soevereiniteit verdedigen tegen grote landen als Rusland de USA of China? Tegen machtige multinationals?  Onze zogenaamde soevereiniteit is slechts schijn. Alleen met al die Europese landen samen kunnen wij in de wereld een vuist maken. Daarom is het zo vreselijk stom om de EU te willen verlaten. Het Verenigd Koninkrijk zal dat ongetwijfeld nog gaan merken.

Is de EU een project van de Europese multinationale ondernemingen. Ongetwijfeld hadden de grote ondernemingen behoefte aan een grotere markt, het wegvallen van tolgrenzen. Ze oefenen met hun honderden lobbyisten zeker een grote invloed uit en er zijn partijen als de liberalen met de VVD en D66 en de Europese Volkspartij (EVP) met het CDA, die deze ondernemingen met genoegen ter wille zijn. Anderzijds kan de EU zich tot een instrument ontwikkelen om die macht van deze grote ondernemingen aan banden te leggen. Menigmaal heeft de EU enorme boetes opgelegd aan bedrijven, die zich niet aan de concurrentieregels hielden. Met name de SP zou eens beter moeten begrijpen, dat de EU door linkse partijen als instrument kan worden gebruikt om ongewenste activiteiten van grote bedrijven te beteugelen.

Wat te zeggen over het vrij verkeer van werknemers?  Dat krijgt veel kritiek. Denk aan het zogenaamde Polenmeldpunt, waar wangedrag van Poolse werknemers kon worden gemeld. Bedenk daarbij wel, dat het juist Nederlandse ondernemers zijn, die proberen, de Poolse of Roemeense werknemers onder te betalen. In de ogen van sommige Nederlanders pikken ze zo hun banen in. In werkelijkheid is de Nederlandse economie zo sterk gegroeid, dat we gewoon mensen tekort komen om al het werk te doen. Bovendien doen die Polen werk, dat Nederlandse werklozen niet kunnen of willen doen, zoals werk in de kassen van het Westland. Hoeveel Nederlanders werken overigens niet buiten hun eigen land? Zij profiteren ook van dat vrij verkeer van werknemers. Alleen zijn dat meestal hooggeschoolden, die buiten Nederland goed betaalde banen weten te vinden. Voor veel jonge goed ontwikkelde Nederlanders is Europa hun arbeidsmarkt, waar ze op zoek gaan naar hun droombaan.  Zij voelen zich Europeanen.

Jaargang 12, Nr. 561.

Leave a Reply