Friese geschiedenis

OP EXCURSIE MET DE HISTORISCHE KRING TUSSEN RIJN EN LEK

Elk jaar organiseert de Historische Kring tussen Rijn en Lek een grote excursie, afwisselend naar een Nederlandse, een Belgische of een Duitse bestemming. Dit jaar ging het naar Friesland. We bezochten het Fries Landbouwmuseum bij Goutum tegen Leeuwarden aan, het Poptaslot in Marsum en de stad Harlingen. Zoals altijd was het een leerzame en ook gezellige dag.. Tsja, je bent nooit te oud om te leren.

Het Fries Landbouwmuseum is gevestigd in een rijksmonument, een door architect W.C. de Groot ontworpen Friese boerderij met een Hollandse stal. Daarin staan de koeien met de koppen tegenover elkaar. Daarvan is niets meer te zien, want de stal is nu entree en museum.. Het fraaie woongedeelte is nog intact. In het boek “Hoe God verdween uit Jorwerd” beschrijft Geert Mak hoe het platteland door mechanisatie en automatisering in de landbouw steeds meer ontvolkt, zodat  de kerk niet meer voldoende gemeenteleden heeft om een dominee te kunnen beroepen. Die veranderingen in de landbouw zie je in het museum door steeds andere werktuigen en machines en de komst van coöperatieve zuivelfabrieken. Ook de hele agrarische samenleving verandert. Er komt beter onderwijs, ook voor meisjes. De boerinnen maken een emancipatieproces door. Door de ruilverkaveling in vrijwel de gehele provincie verandert het landschap. De provincie wordt beter ontsloten. en de steden groeien flink, zodat het museum straks bijna geheel omsloten gaat worden door een nieuwe wijk van Leeuwarden.

Na de lunch in Marsum was het Poptaslot aan de beurt.  Het kasteel is gebouwd door de adellijke familie van Heringa.  Door een huwelijk kwam de state in bezit van de familie Eysinga. De nazaten verbrasten hun bezit en waren tenslotte gedwongen het slot met het uitgestrekte landgoed te verkopen aan de zeer gefortuneerde advocaat Dr. Henricus Popta uit Leeuwarden. Hij was en bleef ongehuwd, maar bepaalde, dat het gehele bezit na zijn overlijden bijeen moest blijven en door voogden beheerd zou moeten worden.

Bij het slot liet hij ook een hofje bouwen, waar vrouwen onderdak konden krijgen.  Het landgoed leverde hen voedsel en drank. Er was een wasserij, maar daar werd ook twee keer per jaar een koe geslacht. Iedere bewoonster kreeg een flink stuk vlees.. De voogden hebben het hofje behoorlijk gemoderniseerd. De bewoonsters hebben nu een comfortabele goed verwarmde woning met badkamer en toilet, een slaapkamer, een keuken en een woonkamer. Nog steeds worden zij van voedsel voorzien. Een bijzondere vorm van sociaal werk in het verleden en nu nog steeds. Dichtbij het kasteel vind je nog een kerk en hier is “God NIET verdwenen”. Samen met andere dorpjes hebben zij een dominee, die hier om de vier weken een dienst leidt. Er is hier zo veel te zien, dat het bezoek wat uitliep en zo kwamen we te laat in Harlingen.

We waren zo laat, dat de stadsgidsen maar de warmte van hun huis hadden opgezocht. Zonder hen vermaakten we ons net zo goed. In de stad waren er deze zaterdag de Vlootdagen. Allerlei schepen en dan vooral vissersschepen lagen er aangemeerd. Er stond een snijdende ijskoude wind.  De marktkooplui langs de haven zullen weinig verkocht hebben. Wij vonden een warm café, waar we van een warme chocomel genoten. Dus klommen we weer in de bus om in Vinkeveen van ons diner te gaan genieten. Onderweg kregen we de kans om wat uit te rusten van deze bijzonder interessante maar vermoeiende dag. Met een tevreden gevoel waren we om kwart voor elf thuis.

Jaargang 12, Nr. 560.

Leave a Reply