Krimpgebieden en een overvolle Randstad

Brief van de dag: We moeten onze blik oostwaarts richten

Naar aanleiding van deze Brief van de Dag stuurde ik onderstaande brief in. Hij werd geredigeerd en geschikt gemaakt voor publicatie. Helaas bleek na een week dat voldoende ruimte ontbrak. Dus komt hij met wat cursieve aanvullingen op mijn weblog.

Essenlandschap

De Brief van de Dag van Jan Goossensen van vrijdag, 19 oktober is mij uit het hart gegrepen. In en om Utrecht groeit de werkgelegenheid enorm en moeten er dus duizenden woningen worden gebouwd ten koste van het landschap. Terwijl Utrecht al het verkeersplein van Nederland is neemt door deze groei de lokale mobiliteit fors toe en ook dat gaat ten koste van de leefbaarheid. En dan lees je over de randgebieden van ons land, waar mensen vertrekken, de bevolking krimpt en het voorzieningenniveau daalt. Heel wat economische activiteiten zijn niet per se aan de Randstad gebonden. Vestiging in Salland, Twente of de Achterhoek kan daar de krimp verminderen.

Zo zien we in de provincie Noord-Brabant zeer hoogwaardige industrie, innovatieve bedrijven een onderzoeks- en adviesinstellingen. Bij andere metropolen zien we al tientallen jaren, dat instellingen en bedrijven uitwijken naar locaties op vele tientallen kilometers afstand van het centrum van de centrale stad. Redenen zijn de lagere grondprijzen, de aantrekkelijker woonomgeving met goedkopere bouwgrond, betere bereikbaarheid en meer rust. Toch ligt de centrale stad op betrekkelijk korte afstand en kan men volop van de voorzieningen daarvan genieten.

Met Goossensen verbaas ik mij over de voortgaande miljardeninvesteringen in de Randstad met het enorme risico vaneen veel ernstiger zeespiegelstijging dan men nu nog hoopt en met de nodige slagen om de arm verwacht. Men verwacht tegen het einde van de 21e eeuw een zeespiegelstijging van één meter, maar het kan ook drie meter worden. Zijn al die beslissers klimaatsceptici? Hebben ze een oneindig vertrouwen op de mensen van Rijkswaterstaat? Of zijn ze bang paniek te zaaien en een enorme beurskrach te veroorzaken?

Maar eigenlijk wil ik op het onderschrift bij de foto reageren. Het beeld toont niet echt een es, maar een veel kleinere ontginning met een enkele boerderij. Dan spreken we van een kamp. Je zou beter kunnen spreken van een kampenlandschap. In de Achterhoek vind je wel essen bijvoorbeeld bij Barchem. Daar vind je ver van het dorp aan de rand van de Barchemer enk ook los staande boerderijen.

Blad 33 van de grote Bosatlas toont twee typen van essen of enken of engen. Het meest bekende esdorp is een dorp met enkele boerderijen rond een brink met vaak een kerk en andere voorzieningen. Rond het dorp liggen drie akkerbouwgebieden, de drie essen. Die gaan terug op het oude drieslagstelsel. Op de ene es verbouwden alle boeren zomergraan, op een andere wintergraan en de derde es lag braak. Die verbouw roteerde, zodat de vruchtbaarheid van de grond gehandhaafd bleef. Een verbetering was de zogenaamde potstalcultuur. De essen werden bemest met schapenmest, vermengd met heideplaggen uit de potstal, waar de schapen ’s winters verbleven. Dan waren er ook nog de groengronden langs een beek, waar wat rundvee kon grazen en waar gehooid werd. Rond dit alles de heide, die door grazende schapen in stand bleef. Anders zou het snel weer bos zijn.

Het blad toont ook een flankes tegen de stuwwal van de Holterberg. Zelf ken ik de flankes van de Utrechtse Heuvelrug. Bovenop de Heuvelrug zag je 150 jaar terug vooral heide, waar de schapen graasden. Onderaan de helling lag een strook met akkerbouw. En verder van de Heuvelrug af vond je grasland op de rivierklei met hier en daar wat veen. Er zijn aan de voet van de Heuvelrug en langs de Langbroeker wetering veel buitenplaatsen ontstaan. Het gebied langs de Heuvelrug staat bekend als de Stichtse Lustwarande.

De Achterhoek vertoont een veelheid aan landschappen. Er zijn veel landgoederen rond de kastelen met een eigen verkaveling en vooral veel bos.. Er zijn heideontginningsgebieden gekenmerkt door een rationele verkaveling. Langs de beken en in de laagten tussen de dekzandruggen overheerst het grasland. De krimp ontstaat niet alleen door het vertrek naar de drukke Randstad, maar ook door de samenvoeging van agrarische bedrijven en de veel kleinere gezinnen dan vroeger. Daarnaast is door het vertrek van de jongeren de vergrijzing zo sterk, dat er weinig kinderen worden geboren. Het weidse landschap van de laagveengebieden ontbreekt. Het coulisselandschap overheerst. Inderdaad een aantrekkelijk woongebied. Als er nu ook nog eens meer werk was.

Jaargang 11, Nr. 536.

Leave a Reply