Onze grondwettelijke vrijheden

BESCHERMEN ONS TEGEN OVERHEIDSWILLEKEUR

Ingezonden brieven zijn vaak zeer leerzaam. Een week geleden schreef Gerard Liefting uit Limmen een beschouwing naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State over het pastafarisme. Zij wenste met een vergiet op haar hoofd op de foto voor haar paspoort, want zij beweerde, dat zij als lid van die nieuw uitgevonden “religie” zo gefotografeerd hoorde te worden. In sommige gevallen wordt immers een uitzondering gemaakt, zodat men met tulband op de foto mag. Zij kreeg geen gelijk en naar mijn mening terecht. Iedereen kan op die manier wel een religie uitvinden.

Maar Gerard Liefting verbond er een opmerking aan. De vrijheid van godsdienst is volgens hem niet meer van deze tijd en aan de bevoorrechte positie van religies moet een eind komen. De Nederlandse wetgever, de Staten Generaal, houdt bij de wetgeving zo goed mogelijk rekening met gewetensbezwaren. Zo was er de mogelijkheid bezwaar te maken tegen de militaire dienstplicht. Mensen wilden niet andere mensen doden, bijvoorbeeld. In een gesprek moest dat worden aangetoond. Er kwamen ook strikvragen. Als je moeder dreigt verkracht te worden en jij hebt een wapen, mag je dan met dat wapen de verkrachting voorkomen? Als je ja zei, werd je gewetensbezwaar niet erkend. Je was wel degelijk bereid wapengeweld te gebruiken. Ook van niet-religieuze mensen konden de gewetensbezwaren worden erkend. Een recent voorbeeld vormen de weigerambtenaren. Op hen werd gewetensdwang uitgeoefend. Ze kregen de keus tussen hun baan of ontslagen worden en daar had ik bezwaar tegen, al vond ik dat ze geen gelijk hadden.

Waarom vermeldt onze Grondwet een aantal vrijheden. Ze beschermen de burger tegen overheidswillekeur. Iedereen kan weten, dat er in onze geschiedenis perioden waren, dat de godsdienstvrijheid voor Rooms-katholieken beperkt bleef. De Martelaren van Gorcum werden door de Watergeuzen in Den Briel vermoord. Maar elders werden juist protestanten door Roomse vorsten vervolgd en stierven zelfs als ketters op de brandstapel. De Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging staat niet zo maar in de Grondwet.

Rooms-katholieken mogen eveneens gebruik maken van andere vrijheden net als mensen met een andere overtuiging. Ze mogen tijdschriften of kranten uitgeven of boeken publiceren. Ze mogen bijeenkomen voor hun godsdienstige vieringen, al was dat recht van vergadering en demonstratie tot voor enkele jaren beperkt door een processieverbod. Ze mogen verenigingen oprichten om een school te stichten of om uitzendingen van radio en Tv te verzorgen.

Worden deze vrijheden bedreigd. Ja, zoals Gerard Liefting roept: “aan de bevoorrechte positie moet een eind komen, want godsdienstvrijheid is niet meer van deze tijd.” Er zijn politici, die een hekel hebben aan religies en op subtiele manieren proberen hun vrijheden te beperken. Recent werd de kleine omroep RKK opgeheven en moest hun taak worden overgenomen door de KRO-NCRV. Ook een gedwongen fusie onder het mom van efficiency, maar de eigen kleur van de partners is moeilijk te handhaven. Dat zie je ook bij de enorme fusieprocessen in het Middelbaar en Hoger Beroepsonderwijs. Op de MEAO van mijn zoon was in de tachtiger jaren een godsdienstleraar. Ik heb al meerdere malen beschreven hoe het denken over normen en waarden in Nederland onder druk staat. Zo heb ik als bestuurslid van een stichting, die vormingswerk in parochies begeleidde, meegemaakt, dat door het afknijpen van subsidies het voortbestaan onmogelijk werd gemaakt. Het enige voordeel is, dat dit werk nu niet meer afhankelijk is van een onbetrouwbare overheid.

Voor mij is katholiek zijn Jezus van Nazareth navolgen. Dus de armen helpen, de zieken genezen, de geesteszieken gezond maken, de doven laten horen en de blinden laten ‘zien’. De naastenliefde is het eerste gebod. In mijn omgeving merk ik, dat velen aan die oproep gehoor geven. Il zie het werk van priesters en pastoraal werkers en voel mij gesteund in deze voor mij moeilijke periode in mijn leven. Juist nu de Kerk geplaagd wordt door het schandalige gedrag van een deel van de priesters is er alle reden om je in te spannen de goede werken voort te zetten. Mensen in nood hebben onze hulp nog steeds nodig.

Wat ik helaas ook merk is, dat nogal veel mensen alleen ergens lid van worden als ze denken ervan te kunnen profiteren. Te vaak ontbreekt het besef, dat je lid kunt worden om anderen te laten profiteren. Is dat wellicht een van die negatieve gevolgen van de secularisatie?

Jaargang 11, Nr. 527.

Leave a Reply