Minister blijf buiten de echtelijke slaapkamer!

Individuele beslissingen en maatschappelijke gevolgen

De minister van Gezinszaken sprak onlangs over het zijns inziens te lage aantal geboorten in Nederland. Hij werd met hoon overladen. Wilde hij de echtelijke slaapkamer binnendringen en de koppels voorschrijven, dat ze nu toch echt voor kinderen moesten zorgen. En sommigen vergeleken de minister met mijnheer pastoor, die vroeger tijdens huisbezoeken vroeg of het nog geen tijd werd voor het volgende kindje. De Club van Tien Miljoen was uiteraard in alle staten, want hoe zou hun prachtige plan om het inwonertal van Nederland terug te brengen tot 10 miljoen kunnen slagen. Over de vraag of de minister gelijk had het onderwerp aan de orde te stellen werd nauwelijks gesproken. Toch had en heeft hij daartoe alle reden.

Bevolkingsgroei is het resultaat van duizenden individuele beslissingen van afzonderlijke echtparen. Sex en voortplanting zijn tegenwoordig gescheiden nu iedereen beschikt over meerdere vormen van anticonceptie. Willen mensen  proberen kinderen te krijgen, dan is dat vrijwel altijd een bewuste keuze. Die keuze wordt door meerdere factoren beïnvloed.

De financiële positie speelt een primaire rol. Als het huis eindelijk naar tevredenheid is ingericht en de financiële lasten niet meer zo drukkend zijn, kan er over kinderen krijgen worden nagedacht. Maar wil je wel een kind neerzetten in deze wereld, die zo vervuild is, ook door het grote aantal mensen? Wil je een kind in een wereld, die geplaagd wordt door oorlogen, terrorisme en criminaliteit? Hoe optimistisch of pessimistisch zijn mensen over de toekomst? Velen denken over dit soort dingen nauwelijks na. Ze leven hun leventje van werken, gezelligheid en feest vieren en vakantie en slapen en weer werken. Maar juist dit lekkere leventje kan behoorlijk verstoord worden door zo’n schreeuwlelijk in de wieg. Waar kiezen we voor, voor een lekker vrij leventje of voor een bestaan met kinderen en alle plezier en alle zorgen daarvan? En dan is er nog beider carrière. Weliswaar zijn de mogelijkheden voor kinderopvang sterk verbeterd, maar vooral vrouwen ondervinden toch problemen bij het voortzetten van hun loopbaan als er eenmaal kinderen zijn. Maar juist het lage aantal kinderen uit het recente verleden maakt het nodig, dat vrouwen meer werken.

En zo komen we bij de maatschappelijke consequenties van al die individuele beslissingen. Dit onderwerp is pas goed te begrijpen als je terugkijkt tot de dertiger jaren van de vorige eeuw. De wereld kende toen een zware economische crisis en de werkloosheid was enorm. Dat leidde toen al tot een betrekkelijk laag geboortencijfer. De Tweede Wereldoorlog gaf weinig verandering. Wel was het sterftecijfer hoger, vooral in 1944 en 1945 door oorlogshandelingen en honger. Maar de bevrijding zorgde in 1946 voor een enorme geboortenpiek en het duurde daarna tot 1964 voor het geboortencijfer terug was op het vooroorlogse niveau. Die babyboomers van 1946 waren rond 1970 zelf aan de beurt om ouder te worden en je zou een echo-effect mogen verwachten. Het tegendeel gebeurde. Tussen 1970 en 1975 daalde het geboortencijfer dramatisch en het bleef vervolgens lange tijd laag. Per vrouw werden nog maar 1,5 tot 1,7 kinderen geboren. Als je dan twintig jaar verder bent, betreden die kinderen de arbeidsmarkt en ze zijn met weinigen. Dreigende tekorten worden opgevangen door een ver doorgevoede automatisering, door meer vrouwen in het arbeidsproces op te nemen en inderdaad door immigratie. Juist in de slecht betaalde sectoren trden dan tekorten op en daarvoor komen Polen, Roemenen en Bulgaren naar Nederland, want voor immigranten van buiten de EU worden de grenzen juist gesloten.

Dat is nu de fout, die de Club van Tiek Miljoen maakt. Nederland is welvarend. Er is volop werkgelegenheid. Zijn er te weinig arbeidskrachten dan halen we die uit het buitenland of ze komen vanzelf. Toch is dit geen blijvende oplossing, want een laag geboortencijfer zie je in bijna heel Europa en zelfs in de Derde Wereld beginnen de geboortencijfers flink te dalen.

Migratie is eigenlijk nooit een echte oplossing voor te veel of te weinig mensen in een gebied. Als de te sterke of te geringe groei doorgaat, dan blijven de problemen. Bovendien zorgt immigratie vrijwel altijd voor zekere aanpassingsproblemen. Dat zag je zelfs in de negentiende eeuw, toen tijdens de Industriële Revolutie duizenden van het platteland naar de steden trokken.

Daar komt bij dat juist de zachte sector met minder goed betaalde banen het meest te lijden heeft onder een tekort aan arbeidskrachten. Of anders gezegd: Wie moeten straks in de verpleeghuizen de oudjes verzorgen, die toen ze jong waren gemiddeld weinig kinderen hebben gekregen? En ook: Wie zijn straks de mantelzorgers voor de ouderen, die hulpbehoevend zijn geworden? Het wordt duidelijk. De huidige generatie van potientiële ouders doet er verstandig aan uit louter eigenbelang te investeren in kinderen. Dat was dus redelijk goed gezien van onze brave minister!

De vruchtbaarheid ligt nu op 1,7 kind per vrouw. Dat zou 2,1 kind per vrouw moeten worden, wil het bevolkingsaantal zich stabiliseren. Dat betekent, dat er rustig mensen vrijwillige kinderloos kunnen blijven mits er ook gezinnen komen met drie of meer kinderen. Dat geeft vaak meer gezelligheid thuis en een beter opvoedingsklimaat. Er is wel een risico, namelijk als het juist de hoger begaafde mannen en vrouwen zijn, die kinderloos blijven, zou dat een negatieve invloed kunnen hebben op de gemiddelde begaafdheid. Daarvoor zijn er nog geen aanwijzingen.

Tot slot! Denken voorstanders van een krimpende bevolking wel eens na over de economische gevolgen? We lieten al de arbeidsmarktgevolgen zien. Wat betekent het voor de huizenprijzen? Kijk eens naar delen van Nederland, waar de bevolking nu al krimpt. Wat betekent het voor bedrijven, die hun omzet zien dalen? Hoe speel je daarop in? Wat betekent het voor het verenigingsleven als er nauwelijks nog jeugdleden zijn te vinden? Bevolkingsontwikkelingen bieden veel stof tot nadenken!

En al wandelend rond Odijk zag ik in een weiland een nieuw opgericht ooievaarsnest en dacht: “Als er nu meer ooievaars komen, gaat dan het geboortencijfer ook omhoog?” Want toen jaren terug het aantal ooievaars flink verminderde daalden de geboortencijfers!

John Jorna

14 maart 2008

Leave a Reply