Reis naar Istrië 3

INTIEME OUDE STADJES OP HET SCHIEREILAND

De vierde volle dag bezochten we twee steden op de Westkust van Istrië. In de ochtend was Rovini aan de beurt, De oude stad ligt op een naar het Westen vooruitstekende punt. We liepen eerst langs de Noordkant met een aaneensluiting van horeca en winkeltjes en belandden bij een markt in de open lucht met vooral veel groenten en fruit, alles heel kleurig uitgestald. Doorgelopen kwamen we bij de havens met vooral veel horeca. Na de koffie klommen we omhoog naar de 18e eeuwse Sint Eufemiakerk met een nog oudere klokkentoren met op de spits een beeld van Eufemia met een wiel. Dat geeft aan hoe ze door haar Turkse vader gevierendeeld is omdat ze vasthield aan haar geloof. Voor ons was het heel bijzonder, want een naast familielid heeft Eufemia als doopnaam en we noemen haar Feem. Via allerlei smalle straatjes met vooral veel “kunst” zaakjes daalden we af naar de haven Bij de havens lunchten we en daarna hadden we nog net tijd om een souvenir te kopen.

In de stad Poreč met als voornaamste bezienswaardigheid de Eufrasiusbasiliek, tevens kathedraal of bisschopskerk. Het is geen erebasiliek, maar bouwkundig een basiliek. De kerk is doosvormig in doorsnede, dus met een horizontaal plafond. Het meest bijzonder in die kerk is een groot mozaïek boven het priesterkoor een voorstelling van Maria, Koningin des Hemels met in het midden Maria met het Kindje Jezus op schoot. In hetzelfde gebouwencomplex vind je ook nog een museum en restanten van een ouder gebouw, die opgegraven zijn. Alles bij elkaar een bezoek aan de stad waard.

De volgende dag was de zondag. We deden kalm aan, wandelden een eind langs het kust pad, dronken koffie en liepen weer terug. Na een lunch maakten we een boottocht eerst in de richting van Rijeka en daarna naar Lovran met voortdurend uitzicht op de kust. In Lovran pauzeerden we en bekeken eerst het oude stadje tegen de heuvel opgebouwd met smalle straatjes en een klein kerkpleintje. In het kleine kerkje waren elk weekend nog drie Eucharistievieringen. Ondanks de Titotijd of misschien juist door de Titotijd is Kroatië nog erg katholiek. We liepen een stukje van het kust pad en over de grote weg weer terug. Per boot ging het terug naar huis.

De laatste volle dag bezochten we Mosenice, een hoog gelegen stadje met een basisschool van zes leerlingen en 49 inwoners. De meeste mensen gaven de voorkeur aan het lager gelegen plaatsje aan de kust. Maar er was een kerk en er was een oude tredmolen, waar vroeger olijven geperst werden voor de olie, maar waar wij een pittig alcoholisch drankje voorgeschoteld kregen. Via een hoog gelegen weg reden we verder naar het Zuiden en daarna terug naar Opatija. Sommigen stapten uit in Lovran om via het kust pad naar het hotel te lopen. Wij lunchten en kochten nog een souvenir. De volgende dag moesten we immers vroeg op om de thuisreis te aanvaarden.

Een ding viel ons bij deze reis tegen. Het was een groepsreis met 49 deelnemers. Met een flink deel van de deelnemers kregen we geen contact. Ze hielden naar mijn gevoel de boot af. In de eetzaal hadden we vaste plaatsen. Tijdens de reizen met een andere organisatie leerde je juist bij de diners je reisgenoten kennen en dan bleek vaak, dat er gemeenschappelijke kennissen waren. Zo werd het veel gezelliger. Gelukkig waren er heel wat leuke mensen in het gezelschap en had je toch steeds aanspraak en steun. We merkten tijdens gesprekken met anderen, dat zij de afzijdigheid van een deel van het gezelschap ook als minder prettig hadden ervaren. Was het toeval of zit het in de aanpak bij deze reisorganisatie? Voordat we een volgende reis gaan plannen moeten we daar nog eens goed over nadenken.

Jaargang 9, Nr. 432.

Leave a Reply